Oudste vermelding in 1454, als leen van de heerlijkheid Oudegoede in Lotenhulle. In de eerste helft van de 16de eeuw in handen van het kapittel van Doornik en in 1798 als nationaal goed verkocht. Voorheen cirkelvormig omgrachte hoeve met losse bestanddelen gelegen op de rand van de alluviale vallei van de Kaandelbeek of Callebeek (grens met Deinze) met woonhuis op een verhoogde terp of motte. Bij de verkoop van 1798 wordt melding gemaakt van een boerenwoning, twee schuren, stallen en een bakhuis door de pachter na 1788 nieuw gebouwd. Heden nog achterin gelegen hoeve met deels aangepast woonhuis ten oosten, stallen ten westen, schuur ten noorden en bakhuis ten noordoosten van het met gras begroeide erf, toegankelijk via een aardeweg en rood ijzeren hek.
Woonhuis van heden zeven traveeën onder zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat) in zijn huidige vorm opklimmend tot het vierde kwart van de 18de eeuw. Gewitte erfgevel op grijs geschilderde plint met rechthoekige vensters met luiken (drie linker traveeën met nieuwe vensters onder meer uiterst links in plaats van korfboogdeurtje) en getoogde centrale deur. Aflijnende daklijst onder overstekend dakschild. Achtergevel met uitgebouwde keuken en één beluikt houten kruiskozijn met ijzeren tralies.
Interieur met behouden grote schouw met haardbalk. Ten westen, bakstenen stallen met deels behouden 18de-eeuwse kern, nog zichtbaar aan de vlechtingen in de rechter zijpuntgevel, en uitgebreid in 1874. Erfgevel met korfboogdeurtjes en sporen van twee korfboogpoorten in de linker travee.
Ten noorden, bakstenen schuur en stallen met getoogde openingen en nu gedichte centrale doorrit, ingemetst nisje met Sint-Antoniusbeeld in de rechter zijpuntgevel.
Groot 19de-eeuws bakhuis van het samengestelde type links van de oprit.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nr. 383.
- Rijksarchief Gent, Familiefonds, nr. 4672.