Teksten van Burgerhuis en executiemuur

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38277

Burgerhuis en executiemuur ()

Alleenstaand burgerhuis met voortuintje afgesloten door ijzeren hek, in het kadaster geregistreerd in 1908. Zelfde bouwstijl als nummer 9, pastorie. Bakstenen dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen, nok evenwijdig aan de straat). Lijstgevel gemarkeerd door spaarvelden met licht getoogde muuropeningen en aflijnende baksteenfriezen. Rood bakstenen metselwerk verlevendigd door banden en siermetselwerk in zwarte baksteen.

Het gedeelte van het perceel rechts naast het huis wordt afgesloten door een bakstenen muur afgedekt door ezelsrugje met pannen, nu gekend als executiemuur, de plaats waar in mei 1940 tijdens de “Slag om Vinkt” burgers gefusilleerd werden, gelegen vlak tegenover de kerk. De muur waar de de executie plaats vond is nog een zeldzame materiële getuige van het oorlogsgeweld in de Tweede Wereldoorlog. De muurindeling wordt geaccentueerd door een tuinpoortje en drie rechthoekige spaarvelden, in de middelste is een arduinen steen opgehangen met het opschrift "Gedenk".

De slag om Vinkt is een van de gruwelijkste episodes uit de 18-daagse veldtocht van het Belgische leger tegen de Duitse invallers. Tijdens de begindagen van de Tweede Wereldoorlog waren vele mensen vanuit de grote steden naar het platteland gevlucht. Het Belgische leger bevond zich achter de Leie en het Kanaal van Schipdonk, waar het trachtte de Duitse soldaten tot stilstand te brengen. Aan het Leiefront konden de Ardense Jagers de Duitse opmars daadwerkelijk stoppen, voor Vinkt had dit echter grote gevolgen. Op vrijdag 24 mei 1940, had de frontlinie zich verplaatst naar de omgeving het Schipdonkkanaal. Duitse soldaten hadden over het kanaal twee pontons gebouwd, die het doelwit waren van de Belgische artillerie.

Op zaterdag 25 mei 1940 kwamen de dorpen Vinkt en Meigem onder vuur te liggen. Duitse soldaten namen Meigem in, maar Vinkt bleef in handen van de Ardense Jagers van het Belgische leger. Als gevolg van de granaatbeschietingen van die dag kwamen in Meigem zestien burgers om het leven. Ondanks diverse pogingen konden de Duitse infanteristen Vinkt niet innemen. Door de geruchten over burgers die op Duitse soldaten schoten moest de burgerbevolking het ontgelden. In Vinkt vonden Op 27 mei 1940 de hele dag beschietingen plaats tussen de Duitse soldaten en de Ardense Jagers. Rond 15.00 uur was de strijd beslecht en bezette het 377 IR het dorp. De Duitse soldaten waren er tegen dan van overtuigd geraakt dat er burgers op hen hadden geschoten. Er volgde een razzia in het dorp. De inwoners werden uit hun huizen gedreven en mannen, vrouwen en kinderen werden gescheiden. De vrouwen en kinderen werden samengebracht op de weide van boer Jules D’Oosterlinck. De mannen werden eerst richting Meigem gedreven, maar moesten in rijen van vijf in looppas terugkeren naar het dorp. De oudsten werden aan de muur van het klooster neergeschoten. Aan de muur van de pastorij werd een groep van vijf naar voren geroepen en gefusilleerd. Onmiddellijk nadien volgden elf anderen. Even verderop, aan de tuinmuur van het huidige huis Heerdweg 11, volgde een gelijkaardige executie. In totaal werden zo op het dorpsplein 38 mensen vermoord, vier overleefden het drama. Eén dag later, op 28 mei om 4 uur ’s ochtends, gaf het Belgisch leger zich over.

Als aandenken aan de vele burgerlijke doden en aan de gesneuvelde Ardense Jagers werd in 1968 op het kerkhof bij de Sint-Bartholomeuskerk een oorlogsmemoriaal opgericht. Jaarlijks vindt hier een herdenkingsplechtigheid plaats. Het gedenkteken is slechts enkele meters verwijderd van de executieplaats en staat op de plaats waar de slachtoffers in een massagraf werden gedumpt. Later werden de slachtoffers opgegraven en kregen ze hun rustplaats op het ereperk.

  • Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Deinze (Vinkt), afdeling 8, sectie A, 1908/1.
  • Archief Onroerend Erfgoed (Oost-Vlaanderen), beschermingsdossier Oorlogsmonument van Vinkt te Deinze.

Auteurs:  Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Lanclus K. 2013: Burgerhuis en executiemuur [online], https://id.erfgoed.net/teksten/150307 (geraadpleegd op ).


Postkantoor ()

Voormalige dokterswoning, nu postkantoor. Alleenstaande dorpswoning met voortuintje afgesloten door ijzeren hek, naar verluidt van 1909. Zelfde bouwstijl als nummer 9, pastorie. Bakstenen dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (pannen, nok parallel met de straat). Lijstgevel gemarkeerd door spaarvelden met licht getoogde muuropeningen en aflijnende baksteenfriezen.


Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. 1991: Burgerhuis en executiemuur [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38277 (geraadpleegd op ).