Achterin gelegen hoeve aan de noordkant van de kouter, waarvan de archiefstukken opklimmen tot de 15de eeuw. Goed in leen gehouden van de heerlijkheid Nevele. Ten noorden, boerenwoning van zeven traveeën onder steil zadeldak (pannen, nok parallel met de straat) tussen zijaandaken met vlechtingen, minstens daterend uit de 18de eeuw. Verankerde, gewitte erfgevel op grijs geschilderde plint. Licht getoogde vensters (nieuw houtwerk) met luiken en getoogde deur. Overstekend dakschild op uit gesneden modillons. Zijaandaken met vlechtingen en topstuk; rechter zijgevel op deels gewitte begane grond op gepikte plint met korfboogdeurtjes van stallen; links aangebouwde recentere stallen onder lager zadeldak.
Interieur. Bewaarde balklaag met versierde moerbalken ondersteund door zandstenen consooltjes. Oorspronkelijk rug aan rug geplaatste schouwen, in linker kamer bewaard, met zandstenen stijlen.
Ten westen, bakstenen 19de-eeuwse dwarsschuur met stallen onder overstekend zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) met respectievelijk rechthoekige poort van wagenhuis, rechthoekige inrijpoort, getoogde staldeuren, korfboogvormige doorrit met erboven laadvenster en staldeur.
- MICHEM F., Vinktse hoeven en hun bewoners, , Deinze, 198O, p. 67-68.