Voorheen één der grootste heerlijkheden van Vinkt met talrijke gronden te Vinkt, Zeveren en Meigem. In de 17de eeuw eigendom van de adellijke familie Damman, heren van Oombergen, later van baron Preudhomme d'Hailly, heer van Poeke. Achterin, ter hoogte van de straatbocht gelegen, voorheen omgrachte hoeve (zie kaart van 1771) met losstaande bestanddelen bereikbaar via een aardeweg en toegankelijk via een ijzeren hek tussen betonnen pijlertjes.
Ten zuiden, woonhuis van acht traveeën onder zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat), naar verluidt binnen op een balk gedateerd 1804. Verankerde witgekalkte erfgevel op gepikte plint. Licht getoogde vensters met luiken, derde en vierde venster met kleine roedeverdeling. Licht getoogde deur. Rechts aangebouwde stal onder lessenaarsdak. Linker zijgevel, gewit en gesteund door een steunbeer. Bakstenen achtergevel met beluikte vensters en één hoog geplaatst venster van opkamer.
Interieur. Bewaarde balklaag, thans afgedekt; rug aan rug geplaatste schouwen.
Ten noorden, ruime bakstenen dwarsschuur met rechthoekige in het dak verhoogde doorrit onder zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat) met sporen van vlechtingen in rechter zijpuntgevel, mogelijk opklimmend tot de 18de eeuw. Voor linker stalgedeelte, door linde beschaduwde mestvaalt.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nr. 1164.
- MICHEM F., Vinktse hoeven en hun bewoners, Deinze, 1980, p. 51-54.