De dorpsheerlijkheid Zeveren werd opgericht door de priorij van Palinglo, afhangend van de Sint-Baafsabdij. De pastorie sluit aan bij het kerkhof en heeft een rechtstreekse toegang tot het kerkhof.
Gekalkt bakstenen dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Opgetrokken in 1751 (jaarsteen), dus voor de wetgeving van Maria Theresia, in de zuidoostelijke hoek van het kerkhof. In de zijgevel bevinden zich sporen van vlechtingen en gedichte raamopeningen wat wijst op een oorspronkelijk éénlaags gebouw dat in twee stadia opgetrokken werd tot het huidige tweelagig pand.
Het pand behield zijn typische opdeling van een dubbelhuis. De trap zit verborgen achter een deur in de gang en loopt evenwijdig aan de gang. De dorpel draagt de initialen "P Z", mogelijk gaat het om "pastorie Zeveren". Naast de trap is een voutekamer gelegen, eronder een kelder bestaande uit twee tongewelven. Het pand behield het oorspronkelijk 18de-eeuwse stucwerk, 18de-eeuwse rode tegelvloer, tapijttegelvloer, binnenschrijnwerk en schouwen. Eén kamer behield een schouw met ingewerkte kastjes, eveneens 18de-eeuws. Boven de scheidingsdeur in de gang zit een oculus met een beschilderd glas met druiven. De bovenverdieping telt vijf ruimtes waarvan één alkoofkamer of bisschopskamer. Het dakgebint is getelmerkt en alle verbouwingen werden op het gebint geschreven.
De voortuin (koer) is afgesloten door twee bakstenen bijgebouwen in het noorden en het oosten. De noordwestelijke zijde is afgesloten door een muur met poortje afgedekt door een zadeldakje. De omringende tuin is deels verwilderd en werd deels heraangelegd. Hij herbergt een sterk verwilderd tuinprieel.
- Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, beschermingsdossier DO002268, Pastorieën (MERTENS J., 2004).