Zetel van de heerlijkheid ter Vaalt waarvan de oudste vermeldingen opklimmen tot de 14de eeuw en die afhankelijk was van het grafelijk leenhof. In 1577 door Filips II verkocht en vanaf den verenigd met de heerlijkheid van Zeveren en afhankelijk van de Oudburg van Gent. Ter Vaalt werd de verblijfplaats van de nieuwe heren. In 1655 werd de heerlijkheid tot baronie verheven. Bij de openbare verkoping in 1773 werd F.J. Maurits de Heems - Pattijn de nieuwe eigenaar. Een hardstenen cartouche met wapenschild van laatstgenoemde en jaartal 1786 bevond zich voorheen in de buitenmuur van het huis. In de 19de eeuw was Ter Vaalt bekend als lustverblijf van burgemeester J.B. Cornelis die het volledig aanpaste.

Heden hoeve, zogenaamd "oud kasteel", met woonhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen vooraan (één achteraan) onder mank zadeldak (zwarte pannen, nok parallel aan de straat) met oude kern, aangepast of volledig vernieuwd (?) in 1786 en in de loop van de 19de en de 20ste eeuw. Heden gecementeerde voorgevel afgelijnd door een geprofileerde daklijst. Rechthoekige vensters, afwisselend blind op de bovenverdieping, met persiennes op de begane grond en centrale rechthoekige deur. Gecementeerde beschilderde achtergevel met slechts één bouwlaag en rechthoekige vensters.

Interieur met behouden stucplafond en schouw in Lodewijk XVI-stijl. Haaks erachter, verbouwde voormalige koetshuizen.