Voorheen met landbouwstokerij. Groot pachthof, sinds begin 15de eeuw bekend als leen en heerlijkheid, afhankelijk van het leenhof van Lake te Zulte. Circa 1820 bewoond door de voorouders van Gaston Martens en gebouwen grotendeels vernieuwd circa 1850.
Achterin gelegen hoeve met losse bestanddelen; populierendreef en nieuw ijzeren hek aan vierkante gewitte pijlers ten oosten op met gras begroeid erf.
Ten noorden, woonhuis van vijf traveeën onder breed zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) vernieuwd midden 19de eeuw. Geschilderde erfgevel op bakstenen plint, aangepast in het eerste kwart van de 20ste eeuw: nieuwe rechthoekige vensters met luiken en rechthoekige deur in bakstenen omlijsting met oren en druiplijst. Achtergevel met opkamervensters in de noordwesthoek. Kelderluik in westelijke zijgevel.
In L-vorm gebouwde bakstenen schuur en wagenhuis en oudere gewitte stallen met onder meer korfboogdeurtjes en laadvenster; mestvaalt ervoor.
Ten noorden, gewitte stallen op gepikte plint, onder breed zadeldak, eveneens van circa 1850. Oud bakhuis van het samengestelde type, onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) tussen zijaandaken met vlechtingen, binnenin met 1771 gedateerde haardbalk met Christusmonogram en bewaarde oven.
- KERCKHAERT N. 1981: Oude Oostvlaamse huisnamen, in Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, Bijdragen Nieuwe Reeks, nummer 16, 87.
- S.N. 1976: Bijdrage tot de geschiedenis van Zulte, Zulte, 21-22.