Teksten van Hof te Groene Walle

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38495

Hof te Groene Walle ()

Het zogenaamde Hof te Groene Walle is een 18de-eeuwse hoeve van het semigesloten type met woonhuis ten zuiden en in L-vorm aansluitende schuur en stallen ten noorden en ten oosten omheen een met gras begroeid binnenerf. De oorspronkelijke omwalling werd gedempt.

Historiek

De voorheen omgrachte hoeve was oorspronkelijk gelegen in het gehucht Klein Nazareth of ook 'Pinte' genaamd naar de in de nabijheid gelegen oude herberg 'het Pintken' en maakte deel uit van de gemeente Nazareth. Dit gebied was het centrum van Scheldeveld, een uitgestrekt heidegebied in het bezit van de Gentse Sint-Pietersabdij met sinds de 13de eeuw een ontginningshoeve ten oosten van de huidige dorpskern. Landschappelijk behoort het gebied tot de Vlaamse zandstreek namelijk de zuidelijke uitloper hiervan tussen Leie en Schelde, ook Leie Schelde-Interfluvium genoemd. Bij koninklijk besluit van 2 juni 1868 werd het gehucht een zelfstandige gemeente.

De hoeve staat afgebeeld op een "Caerte figuratieve van het Goed te Scheldevelde, competerende d’abdye van St.-Pieters, gemaekt by ordre van de prelaet derzelve abdy, door Jan Bale, gezworen landmeter, 1662, 3 april, abbeye de St. Pierre". "Dhoyrs adriaen colpaert" worden als (mede)eigenaars opgetekend. Dit is de ons bekende oudste voorstelling van het hof. De enkelvoudige omgrachting wijst mogelijk naar een nog oudere occupatie dan de 17de eeuw. Verder doorgedreven archivalisch onderzoek zou hier in de toekomst meer duidelijkheid kunnen over brengen.

De rechthoekige omgrachte hoeve met boerenwoning en parallel ingeplant bedrijfsgebouw en toegang aan de oostzijde, palend aan de toegangsdreef is er opgetekend binnen het gebied van de "prochie ende heerlijkheyd van Nazareth", grenzend aan de Sint-Pietersgracht; de grensbeek met de heerlijkheid van Overmeersch, in het bezit van de Gentse Sint-Pietersabdij. Ook de Ferrariskaart (1771-78) toont eenzelfde omgrachte site met boerenhuis, schuur en een bijgebouw aan de westzijde. Op het Kaartboek van Nazareth dd 1819 is de omgrachting nog steeds aan drie zijden opgetekend. Aan de oostzijde is de gracht verdwenen en werd een bedrijfsgebouw in L-vorm gebouwd aan de schuur. Hierdoor had de hoeve zeker in het begin van de 19de eeuw haar kenmerkende semigesloten aanleg.

In de kadastrale legger wordt Theodore de Jonghe, rentenier te Gent, als eigenaar opgetekend. Theodore, Jean, Joseph, Ghislain, burggraaf de Jonghe (Gent 1747-1828), heer van Ardoye was gehuwd met Isabelle, Marie Vilain XIIII. Hij was de zoon van Theodore Joseph de Jonghe en staat bekend als oprichter in 1780-81 van het classicistisch kasteel de Jonghe d’Ardoye in Ardooie (West-Vlaanderen). Hij stierf in 1828 in het Hotel de Jonghe d’Ardoye in de Onderstraat in Gent. In de kadastrale legger van 1819 verschijnt ook voor het eerst de naam "’t Goed ten Groenen Walle", mogelijk had de hoeve vroeger een andere naam. In de kadastrale legger van 1834 staat de oostvleugel opgetekend als stokerij. Pachter en brandewijnstoker was toen Bernard Verniers, later Jean Baptist Pappens. Volgens gegevens van het kadasterarchief hebben belangrijke verbouwingen plaats in 1885. De westelijke stallen worden gesloopt, de schuur wordt aangepast en aan de westzijde uitgebreid met stallen. De oostvleugel wordt vermoedelijk volledig vernieuwd en opgesplitst in stallen en het stokerijgebouw (zuidelijke deel). Dit wijst op het belang van de ambachtelijke nevenactiviteit van het boerenbedrijf in deze periode. Ook het huis werd toen aangepast en aan de oostzijde vergroot met twee traveeën. In 1898 wordt het gebouw van de stokerij herbestemd als stal en is alle stookactiviteit zeker stopgezet. De eigenaars zijn nog steeds de familie de Jonghe d’Ardoye. Lucie de Jonghe d’Ardoye, weduwe van Stanislas de Robiano doet in 1948 afstand van haar deel in de eigendom waardoor de hoeve in bezit komt van Ludovic de Meeus- de Robiano die ze in 1958 verkoopt. Sindsdien is de familie Cnudde eigenaar en uitbaters van het landbouwbedrijf.

Beschrijving huidig voorkomen

Het zogenaamde Hof te Groene Walle is een hoeve van het semigesloten type met woonhuis ten zuiden en in L-vorm aansluitende schuur en stallen ten noorden en ten oosten omheen een met gras begroeid binnenerf. Een ijzeren hek aan gewitte vierkante pijlers op gepikte plint en piramidale bekroning geeft toegang in de zuidoosthoek. Een imposante gemengde haag omsluit de moestuin in het zuidoosten.

Ten zuiden, haaks op de straat ingeplante vrijstaande boerenwoning van oorspronkelijk zeven, nu negen traveeën onder laaghellend en achteraan mank pannen zadeldak, in zijn huidige vorm uit de 18de eeuw met mogelijk oudere kern, minstens opklimmend tot de 17de eeuw en een 19de-eeuwse uitbreiding. Behouden rechter aandak, nu gecementeerd en linker zijpuntgevel met sporen van vlechtingen. Verankerde, gewitte gevels op gepikte plint. Erfgevel met rechthoekige vensters in vlakke omlijsting op arduinen dorpels voorzien van groengeschilderde persiennes; enkele bewaarde luikklemmen in de vorm van een paardenkopje. Rechthoekige deur met bovenlicht, in vlakke, groengeschilderde omlijsting. Witgeschilderde opgeklampte houten deur met deurtrekker in de vorm van een uitgestoken hand die een staaf vastklemt. Aflijnende geprofileerde daklijst onderbroken door roodgeschilderde muurankers en hollijst onder de hanggoot. Links aangebouwde twee traveeën met twee bouwlagen onder laag zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat), toegevoegd in 1885. Erfgevel met laag deurtje van het melkhuisje in de rechter travee en twee rechthoekige vensters in groengeschilderde omlijsting op de bovenverdieping. Achteraan zichtbare linker zijgevel van oude kern met opkamervenster met behouden getralied kloosterkozijn, vierkant zoldervenstertje en getralied houten kozijn in de uitgebouwde achterkeuken. Uitgebouwde achtergevel van vijf traveeën onder doorgetrokken mank pannen dak. Rechthoekige opgeklampte groengeschilderde houten deur met deurlichten en deurtrekker in de vorm van een uitgestoken hand die een staaf vastklemt. Rechts latere stalletjes en berging onder lessenaarsdak. Binnenshuis bleef de oude boerenwoning goed bewaard, met alle originele elementen zoals vloeren, schouwen, haard met bordenlijst, Leuvense stoof, balkenlagen, opgeklampte deuren enzovoort.

Ten oosten, naast het hek en parallel aan de straat is een lange 19de-eeuwse stalvleugel ingeplant met verankerde gewitte gevels op gepikte plint, met aflijnende getrapte daklijst en afgedekt door een pannen zadeldak. De erfgevel is van links naar rechts doorbroken door een getoogde deur voor de koestallen met kleine venstertjes, een rechthoekige poort, een vierkant venstertje en een getoogde poort van de huidige paardenstal. Een kleine muurnis onder mijterboog met Onze-Lieve-Vrouwebeeldje is bovenaan de muur rechts aangebracht. De verankerde straatgevel vertoont sporen van een gedichte poort, een deels bewaarde aalpomp en vierkant venstertje met luik aan hengsels met ijzeren beslag. In de paardenstallen zijn nog de ruiven en gemetste voederbakken bewaard.

Ten noorden, haaks aansluitend voederkot met stallen en grote dwarsschuur met rechthoekige poort, onder overstekend pannen zadeldak ondersteund door schoorstukken. Achtergevel met staldeur en gelijkaardige rechthoekige poort. Voederkot met bakstenen troggewelven en schouw. Schuur met bewaarde binnenstructuur met merkwaardig eikenhouten ankerbalkgebint met twee stijlen, pennen en telmerken. Aansluitend open wagenhuis en stalletjes onder overstekend zadeldak met schoorstukken en laadluik onder pannendakje boven het wagenhuis. Verspringende blinde achtergevel. Linker zijpuntgevel met berging onder lessenaarsdak en zolderluik.

Landschappelijke waarde van het Hof te Groene Walle

De erfgoedwaarde van de site zit niet alleen vervat in het bouwkundig erfgoed op zich, maar ook in het restant van de aansluitende onbebouwde gronden, die vanuit het Hof werden en nog steeds worden bewerkt. Het betreft meer bepaald een moestuin en boomgaard met deels geschoren haag, weilanden met knotwilgenrijen en een akker met elzenhoutkant. De geschoren haag is van het erfhaagtype, die niet of minder als veekering dienst deed, maar eerder de neerhofdieren binnenhield. Ze bestaat uit een menging van diverse soorten, onder andere éénstijlige meidoorn, haagbeuk en taxus, recent overgroeid door klimop.

Boerderij en bijbehorende gronden vormen samen een zeer waardevol relict van het traditionele agrarische landschap van Binnen-Vlaanderen, meer bepaald van het uitgestrekte heidegebied, het Scheldeveld. Dit landschap is in de onmiddellijke omgeving van het Hof volledig ingenomen door 20ste-eeuwse dorpsuitbreiding van De Pinte. De bijbehorende cultuurgronden verhogen aanzienlijk de (cultuur-)historische getuigeniswaarde en de belevingswaarde van de site.

Zoals de naam van het Hof ook aangeeft, was het Hof oorspronkelijk omwald. Deze wal werd gedempt tussen circa 1775 (kaart van de Ferraris) en circa 1835 (primitief kadaster). De lokalisatie van de wal is nog afleesbaar in het landschap als ondiepe depressie.

  • Kadaster Gent, archief.
  • Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nummer 390.
  • VAN TWEMBEKE J., persoonlijke notities.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002350, Hoeve Hof te Groene Walle.
Auteurs:  Bogaert, Chris
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof te Groene Walle [online], https://id.erfgoed.net/teksten/134957 (geraadpleegd op ).


Hof te Groene Walle ()

Hoeve van het semigesloten type met woonhuis ten zuiden en in L-vorm aansluitende schuur en stallen ten noorden en oosten op een met gras begroeid binnenerf, met ijzeren hek aan gewitte vierkante pijlers in de zuidoostelijke hoek.

Oorspronkelijk woonhuis van zeven traveeën onder mank zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat), rechts met gecementeerd aandak, links met sporen van vlechtingen, minstens opklimmend tot de 18de eeuw. Verankerde, gewitte gevels op gepikte plint. Rechthoekige vensters op arduinen dorpels en groene persiennes. Rechthoekige deur met bovenlicht, in geschilderde omlijsting. Linkse zijgevel met opkamervenster met behouden getralied kloosterkozijn en uitgebouwde keuken achteraan. Links aangebouwde twee traveeën met twee bouwlagen onder laag zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat), toegevoegd in de 19de eeuw. Staldeurtje op de begane grond, rechthoekige vensters in geschilderde omlijsting op de bovenverdieping. Rechts varkensstallen onder lessenaarsdak.

Ten oosten, naast het hek, verankerde gewitte stallen onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op en parallel aan de straat) met haast blinde straatgevels en getoogde en rechthoekige openingen aan erfzijde. Ten noorden aansluitende stallen en schuur met open gebint, onder verspringend zadeldak met laadvenster. Stallen ten westen gesloopt.


Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof te Groene Walle [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38495 (geraadpleegd op ).