Eertijds stond hier het "Hof van Grimbergen" (in de 16de eeuw), eigendom van Willem van Berghes, aartsbisschop van Kamerijk. Nadien in het bezit van Godfried van Berghes, heer van Berghes (in de 17de eeuw) en in 1717 van Ridder van den Branden, heer van Reeth.
Heden indrukwekkend eclectisch breedhuis in 1912 opgetrokken (volgens M. Kocken), en op plint gesigneerd "F. Hemelsoet, architecte Bruxelles". Dubbelhuis van twee bouwlagen en drie traveeën onder pseudo-mansardedak. Lijstgevel met natuurstenen parement, verticaal belijnd door kolossale gegroefde Ionische pilasters op geblokte sokkels met wormornament; souterrain voorzien van getraliede rechthoekige vensters. Rijkelijk versierde voorgevel met talrijke neobarokke en neorococo-ornamenten: rankwerk, cartouches, festoenen, hoornen des overvloed, vrouwenfiguren en maskers. Bredere rechtervenstertravee afzonderlijk uitgewerkt en hoger opgetrokken onder koepelvormige bedaking: gebogen drielicht op de begane grond, bel-etage met fraaie gebogen erker, erboven ellipsvormig oculus onder gebogen frontonbekroning. Overige traveeën: rechthoekige bovenvensters in geringde omlijsting. Centrale travee met deur gevat tussen Toscaanse pijlers op hoge sokkels onder geprofileerde rondboogomlijsting met sluitstuk waarin initialen HR (?); zeer decoratief smeedwerk aangebracht op deurpanelen, bovenlicht en gebogen balkonleuning. Hoofdgestel met fries van casementen en festoenpanelen onder tandlijst en kroonlijst op modillons. Aflijnende attiek met geajoureerde balustrade. Zolderverdieping met rondboogvensters onder geprofileerde booglijst met gestrekte uiteinden.
Interieur: fraai beschilderde muurwanden en plafonds in hal en salons, versierd met panelen en verguld stucwerk. Imposante marmeren trap met gietijzeren leuning uitgevoerd door de Lierse kunstsmid L. van Boeckel.