Voor het eerst vermeld in 1593. Achterin gelegen omgrachte hoeve met losse bestanddelen, toegankelijk vanaf de oude heerweg via een populierendreef. IJzeren hek met één bewaarde gemetste hekpijler. Woonhuis ten noorden en ruime schuur met stallen ten zuiden van het met gras begroeide en met vloersteen van de afgebrande parochiekerk verharde erf, aan de oost- en noordzijde afgebakend met een meidoornhaag. Boerenwoning met woongedeelte van drie bakstenen en vier gewitte traveeën en aansluitend twee staltraveeën onder één zadeldak (pannen, nok parallel met de straat), in kern daterend uit de 18de eeuw (links bakstenen travee na de Eerste Wereldoorlog heropgebouwd). Respectievelijk licht getoogde en rechthoekige vensters met luiken. Centrale spiegelboogdeur in rode en zwarte bakstenen omlijsting met oren, op neuten en met bekronend druiplijstje. Bouwnaad tussen woon- en stalgedeelte, linker gevel met twee gekoppelde getoogde deurtjes. Armpomp ervoor. Achtergevel met haakse uitbouw achter de middentravee. Ten zuiden, ruime bakstenen dwarsschuur en stallen met gewitte erfgevel en overstekend zadeldak (pannen, nok parallel met de straat). Rechthoekige deuren en hoge in het dak verhoogde poort. Ervoor mestvaalt.