Hoeve met losstaande bestanddelen gegroepeerd rondom een deels verhard en beplant binnenerf met centrale ronde duiventoren.
Ten noordwesten, woonhuis van zes traveeën onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat), in zijn huidige vorm daterend van circa 1875. Verankerde gewitte erfgevel op grijsgeschilderde plint. Rechthoekige vensters met wit- en bruingeschilderde luiken en licht getoogde deur in bruingeschilderde omlijsting in de derde travee. Rechts aanleunende stallen onder doorlopend zadeldak (pannen).
Midden op het erf, heden door bloemen en struiken omgeven ronde duiventoren van witgekalkte bakstenen op gepikte plint, onder strooien kegeldak. Naar verluidt oorspronkelijk een mestput, hoger opgetrokken met afbraakmateriaal van de in 1860 afgebrande kerk van Nazareth. Rechthoekig deurtje aan de zuidzijde, verder enkele ongelijke rechthoekige openingen en twintig vluchtgaten onder het overstekende dak.
Ten noordoosten, links aangebouwde stallen onder zadeldak (pannen, nok parallel aan de straat), rechts met sporen van vlechtingen wijzend op een oudere kern. Gewitte gevels op gepikte plint met kleine muuropeningen.
Ten zuidoosten, gewitte bakstenen dwarsschuur onder zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) met sporen van een lager dak in rechter zijpuntgevel, ondersteund door een steunbeer. Erfgevel met grote rechthoekige poort.
Ten zuiden, aan de straat gelegen, volledig begroeid bakhuis (nok parallel aan de straat).
- DEPRAET O.S. 1966: Duiventorens in Oost-Vlaanderen, Oostvlaamsche Zanten XLI.5, 201.