Door drie gekandelaarde linden beschaduwde kapel van 1746. Naar verluidt opgericht in een periode van besmettelijke ziekte als halte op de bedevaartweg van Deerlijk naar Bottelare. Verankerd gewit bakstenen gebouwtje op gepikte plint, met twee traveeën onder zadeldak (pannen). Voorgevel met barokke in- en uitgezwenkte top en bekronend driehoekig fronton. Steekboogdeur in bakstenen omlijsting met oren en gebogen waterlijst met bekronende rondboognis voor heiligenbeeldje. Links en rechts hiervan, uitspringende zwartgeschilderde bakstenen jaarcijfers 17/46. Ronde oculus met ijzersmeedwerk, onder roodgeschilderde waterlijst onder driehoekig fronton met hartvormig anker in de top. Identieke oculi in de zijgevels. De drie lindes zijn op een rij geplant achter de kapel en hebben stamomtrekken van 116, 125 en 128 cm. De kapelbomen bieden de bezoekers van de kapel bijkomende beschutting tegen wind en regen. 

Mobilair. Gemarmerd barokaltaar (18de eeuw) toegewijd aan Sint-Anna met polychroom stenen beeld van Sint-Anna-ten-Drieën (18de eeuw), gepolychromeerd houten beeld van aanbiddende engel met palmtak, smeedijzeren kaarsenkroon, gedateerd 176(0) en 18de-eeuwse kaarsenstaander.