Gelegen achter de kerk op de zandige buitenbocht van de Leie en voorheen omwald. Eén der oudste landbouwnederzettingen van de gemeente, zeker vanaf de 12de eeuw in bezit van de Gentse Sint-Baafsabdij. Tussen circa 1200 en 1221 in het bezit van burggravin Margaretha van Kortrijk. Sinds 1565 overgedragen aan het bisdom en zogenaamd "Cappittelgoet" In 1797 als nationaal goed verkocht.
Gerestaureerd en aangepast woonhuis van het neerhof, opklimmend tot de 17de eeuw. Oorspronkelijk witgekalkte erfgevel op gepikte plint bestaande uit een "hooghuis" van twee traveeën met onderkelderde kamer en zadeldak tussen zijtrapgevels (rechter zijtrapgevel vooraan verdwenen) en een "laaghuis" van vijf traveeën met twee teruggeplaatste getrapte dakvensters, onder zadeldak (pannen) met rechts zijaandak met vlechtingen. Vernieuwde houten kruiskozijnen met luiken en spiegelboogvormige deur in vlakke omlijsting onder druiplijstje.
Achtergevel aan de Leie met links vleugel van twee traveeën met puntgevel met aandak en vlechtingen onder mank zadeldak en bij de restauratie van 1944 door architect Valentin Vaerwyck toegevoegde symmetrische puntgevel rechts achter het "hooghuis" met uitgebouwde erker onder lessenaarsdakje, geïnspireerd op de traditionele landelijke villastijl.
Grotendeels aangepast interieur met bewaarde balken en grote haard. Laatste resten van de grote tiendschuur, palend aan de kerkhofmuur, kort na de Tweede Wereldoorlog afgebroken. Opgravingen circa 1978-80 lieten toe het complex te situeren in de late middeleeuwen met verbouwingen circa 1640.
- Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, dossier 1359.
- VAN DER PLAATSEN P., Opgravingscampagne "Latem Kerkplein" 1979, verslag met enkele voorlopige resultaten, in Heemkring Scheldeveld, Jaarboek IX, 1979-80, p. 171-187.
- VERHULST A.E., De Sint-Baafsabdij te Gent en haar grondbezit (VIIe-XlVe eeuw), Brussel, 1958, p. 564-566.