Tot 1274 vormde Essene samen met Hekelgem een enkele parochie, geschonken aan de abdij van Hekelgem begin 12de eeuw.
Inplanting op een heuvel met omringend, gedesaffecteerd kerkhof. Grosso modo, neoclassicistisch gebouw van bak- en natuursteen op volgende plattegrond: ingebouwde westtoren met vroeggotische kern uit 13de of 14de eeuw, een driebeukig schip van vijf + één traveeën, gedateerd 1835 (zuidelijke zijbeuk) en een koor van twee traveeën met driezijdige apsis en gevelsteen 1851; sacristieën ten noorden en ten zuiden.
Vierkante westtoren van zandsteen, gestut door korte steunberen met driedubbele versnijding, geprofileerd kordon onder de spitsboogvormige galmgaten met galmborden (13de of 14de eeuw); ingesnoerde leien naaldspits. Vrij eenvoudige barokdeur met geprofileerd beloop, uitgewerkte sluitsteen en imposten met opschrift ANNO/ 1664. De rondboogvormige bovenvensters met ijzeren roedeverdeling werden aangebracht tijdens de opbouw van het schip (1835).
Aanleunende zijbeuken: westgevel met zandsteenbekleding op een afgeschuinde sokkel; rondboogvensters zoals in de toren. De noord- en zuidgevels van baksteen rusten eveneens op een dergelijke sokkel; bouwnaad tussen de vijfde en de zesde travee naar het oosten. Rondboogvensters in vlakke arduinen omlijstingen met lekdrempels, imposten en een smalle sluitsteen. Hogere, maar doorlopende sokkel (terreinhelling) onder het koor met blinde apsis, afgelijnd door hoekstenen.
Breed leien zadeldak boven het volledige en vrij hoge schip, waardoor de toren, vanuit het oosten, een ietwat gedrongen, ingezonken uitzicht biedt.
Binnenin, grote scheiboog tussen toren en schip; boven het doksaal, kruisribgewelf opgevangen door kraagstenen met uitgewerkt figuurtje aan de westzijde en door geprofileerde consoles aan de schipzijde.
Eenvoudige pseudo-basilicale opstand: Toscaanse zuilen op achtzijdig voetstuk, korfboogvormige arcaden en sterk ingedrukt gewelf in de middenbeuk; plafonds op moerbalken in de zijbeuken.
Pseudo-kruisribgewelf boven de apsis die geritmeerd wordt door composietzuilen en heiligennissen en afgelijnd door een neoclassicistisch hoofdgestel.
Mobilair. Beeldjes van Sint-Antonius en Sint-Rochus, volkskunst (17de eeuw?); barok en classicistische meubilair, onder meer de preekstoel (17de eeuw) en de communiebank (eerste helft 18de eeuw).
Talrijke grafplaten onder meer aangebracht tegen de westgevel en het koor (eerste helft 18de eeuw en 19de eeuw).