erfgoedobject

Stadswoning

bouwkundig element
ID
3884
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/3884

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadswoning
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Stadswoning
    Deze bescherming was geldig van tot

Beschrijving

De stadswoning telt drie traveeën en twee bouwlagen en is voorzien van een 18de-eeuwse halsgevel.

Historiek

De Milsenstraat is een smalle gebogen straat die zich uitstrekt van de Hoogstraat tot aan de Gebroeders Verhaegenstraat. De gronden tussen de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk en de stadsvest werden eertijds het Milsenveld genaamd naar de oude Mechelse familie Milsen. Deze bewoonde het zogenaamde Milsenhof dat zich situeerde op de locatie van de huidige ursulinenschool (Milsenstraat 18).

De historische plannen van de Mechelse binnenstad die respectievelijk in 1581, 1649 en 1745 werden opgesteld geven een straatbeeld weer dat hoofdzakelijk is opgebouwd uit een opeenvolging van naast elkaar gelegen diephuizen.

De aanwezigheid van valse plafonds en voorzetwanden laat niet toe om uit te maken of er in het geval van het huidige Milsenstraat 6 sprake is van een oudere kern die in de 18de eeuw van een nieuwe voorgevel werd voorzien, dan wel dat het pand in de 18de eeuw integraal als enkelhuistype opgericht werd.

Een fotografische opname uit 1942 biedt een verhelderend beeld van de vrijwel originele 18de-eeuwse toestand van de voorgevel. Het betrof een (wit?)geschilderde gevel op donker- geschilderde (zwart?) plint met beluikte rechthoekige vensters op de gelijkvloerse verdieping. Een rechthoekige deur met bovenlicht en (natuurstenen?) tussendorpel op consooltjes verleende toegang tot het gebouw. De eerste verdieping was opengewerkt met drie getoogde vensteropeningen in een vlakke omlijsting van baksteen.

De voorgevel werd gemarkeerd door doorgetrokken pilasters met duidelijk geprononceerd basement en ovaal- en halfovaalvormige motieven op de gelijkvloerse en de eerste verdieping, de pilasters omlijstten de borstweringen aldaar. Verder werd de voorgevel gekenmerkt door zandstenen onderdorpels, aanzetstenen en een doorgetrokken druiplijst.

De tweeledige geveltop werd afgelijnd door zandstenen banden met voluten en opengewerkt met een getoogd zoldervenster onder een druiplijst, tussen doorgetrokken, zich verwijdende stijlen. De ramen op de gelijkvloerse en de zolderverdieping waren opgedeeld met dunne, waarschijnlijk ijzeren roeden. De tweevleugelramen met roedeverdeling en vast bovenlicht waren eenvoudig geprofileerd. Volgens diezelfde foto uit 1942 was het dak bedekt met in de nok aangestreken Vlaamse, gegolfde pannen. Een kadastrale mutatieschets uit 1845 maakt duidelijk dat het volume op perceel 973 sinds het optekenen van het Primitief Kadastraal Plan omstreeks 1824 in twee gesplitst was, respectievelijk percelen 973 en 973 bis. Mogelijk was deze ingreep een gevolg van het afsplitsen van een winkelruimte aan de straatzijde. In 1845 werden beide perceelsdelen opnieuw samengevoegd.

Omstreeks 1879 werd een bestaande constructie achter het perceel afgebroken en gedeeltelijk als binnenplaats geïncorporeerd. Deze binnenplaats werd omstreeks 1976 volledig volgebouwd door de toevoeging van een balkvormig volume van drie bouwlagen.

In 1951 werd aan de toenmalige eigenaar Frans Maertens toestemming verleend om de gelijkvloerse verdieping open te werken en te voorzien van een moderne winkelpui. De plannen hiertoe werden opgesteld door architect Flor Janssens uit Mechelen. Blijkens deze ontwerpen werd de gevelopstand op het gelijkvloers, bestaande uit een deuropening en twee vensteropeningen, vervangen door een winkelpui met geïntegreerde deuropening bekleed met zwarte tegeltjes.

Later werd de gevel opnieuw gerestaureerd en werd de winkelpui vervangen door rechthoekige vensters en een rechthoekige deur zonder bovenlicht).

Beschrijving

Het pand dient zich aan als een diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak bedekt met mechanische pannen. Sterk beeldbepalend is de eertijds gewitte, heden gedecapeerde 18de-eeuwse halsgevel. De voorgevel is op de eerste verdieping opengewerkt met getoogde vensters in een vlakke omlijsting van baksteen, geflankeerd door doorgetrokken pilasters die de borstweringen omlijstten. Zandsteen werd aangewend voor de onderdorpels, aanzetstenen en de doorgetrokken druiplijst. De tweeledige geveltop wordt afgelijnd door zandstenen banden met voluten en opgewerkt door een getoogd zoldervenster onder een druiplijst, tussen doorgetrokken, zich verwijdende stijlen. Het gelijkvloers is opengewerkt met twee rechthoekige vensters en een rechthoekige deur zonder bovenlicht.

De opengewerkte (gelijkvloerse verdieping) en vermoedelijk in grote mate heropgemetste achterpuntgevel gaat vrijwel volledig schuil achter een recentere balkvormige toevoeging, die een uitbreiding voorzag van de bestaande leefruimten op de onderscheiden etages.

In het interieur is de historische structuur nog aanwezig. De plafondroosteringen met moer- en kinderbalken op de gelijkvloerse verdieping en de dakconstructie zijn ingekapseld; zeker van de dakconstructie wordt verwacht dat ze nog vrij authentiek is. Op de eerste verdieping werd het plafond verlaagd. De spiltrap met ijzeren spil en houten treden tussen de gelijkvloerse en de zolderverdieping biedt een mogelijke referentie aan de situering van de oorspronkelijke spiltrap.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002394, geografisch pakket Mechelen, (BRENDERS F., 2005).

Auteurs: Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/3884 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.