is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadswoning
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Stadswoning
Deze bescherming was geldig van tot
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadswoning
Deze vaststelling was geldig van tot
De stadswoning telt drie traveeën en twee bouwlagen en bewaart de top van een 18de-eeuwse halsgevel.
De Milsenstraat is een smalle gebogen straat die zich uitstrekt van de Hoogstraat tot aan de Gebroeders Verhaegenstraat. De gronden tussen de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk en de stadsvest werden eertijds het Milsenveld genaamd naar de oude Mechelse familie Milsen. Deze bewoonde het zogenaamde Milsenhof dat zich situeerde op de locatie van de huidige ursulinenschool (Milsenstraat 18).
De historische plannen van de Mechelse binnenstad die respectievelijk in 1581, 1649 en 1745 werden opgesteld geven een straatbeeld weer dat hoofdzakelijk is opgebouwd uit een opeenvolging van naast elkaar gelegen diephuizen.
Van Milsenstraat 6 bleef een en fotografische opname uit 1942 bewaard dieeen beeld geeft van de toen vrijwel originele 18de-eeuwse toestand van de voorgevel. Het betrof een (wit?)geschilderde gevel op donker- geschilderde (zwart?) plint met beluikte rechthoekige vensters op de gelijkvloerse verdieping. Een rechthoekige deur met bovenlicht en (natuurstenen?) tussendorpel op consooltjes verleende toegang tot het gebouw. De eerste verdieping was opengewerkt met drie getoogde vensteropeningen in een vlakke omlijsting van baksteen. De voorgevel werd gemarkeerd door doorgetrokken pilasters met duidelijk geprononceerd basement en ovaal- en halfovaalvormige motieven op de gelijkvloerse en de eerste verdieping, de pilasters omlijstten de borstweringen aldaar. Verder werd de voorgevel gekenmerkt door zandstenen onderdorpels, aanzetstenen en een doorgetrokken druiplijst.
De tweeledige geveltop werd afgelijnd door zandstenen banden met voluten en opengewerkt met een getoogd zoldervenster onder een druiplijst, tussen doorgetrokken, zich verwijdende stijlen. De ramen op de gelijkvloerse en de zolderverdieping waren opgedeeld met dunne, waarschijnlijk ijzeren roeden. De tweevleugelramen met roedeverdeling en vast bovenlicht waren eenvoudig geprofileerd. Volgens diezelfde foto uit 1942 was het dak bedekt met in de nok aangestreken Vlaamse, gegolfde pannen.
Een kadastrale mutatieschets uit 1845 maakt duidelijk dat het volume op perceel 973 sinds het optekenen van het Primitief Kadastraal Plan omstreeks 1824 in twee gesplitst was, respectievelijk percelen 973 en 973 bis. Mogelijk was deze ingreep een gevolg van het afsplitsen van een winkelruimte aan de straatzijde. In 1845 werden beide perceelsdelen opnieuw samengevoegd. Omstreeks 1879 werd een bestaande constructie achter het perceel afgebroken en gedeeltelijk als binnenplaats geïncorporeerd. Deze binnenplaats werd omstreeks 1976 volledig volgebouwd door de toevoeging van een balkvormig volume van drie bouwlagen.
In 1951 werd aan de toenmalige eigenaar Frans Maertens toestemming verleend om de gelijkvloerse verdieping open te werken en te voorzien van een moderne winkelpui. De plannen hiertoe werden opgesteld door architect Flor Janssens uit Mechelen. Blijkens deze ontwerpen werd de gevelopstand op het gelijkvloers, bestaande uit een deuropening en twee vensteropeningen, vervangen door een winkelpui met geïntegreerde deuropening bekleed met zwarte tegeltjes.
Het interieur van het pand onderging in de loop der jaren meerdere wijzigingen. Bij de restauratie in 2006 bleek dat inwendig zo goed als geen elementen van een oudere kern bewaard bleven. Ook de gevel werd gerestaureerd, waarbij de winkelpui vervangen werd door rechthoekige vensters en een rechthoekige deur zonder bovenlicht.
Het pand dient zich aan als een diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak bedekt met mechanische pannen. De voorgevel met 18de-eeuwse halsgevel is op de eerste verdieping opengewerkt met getoogde vensters in een vlakke omlijsting van baksteen, geflankeerd door doorgetrokken pilasters die de borstweringen omlijstten. Zandsteen werd aangewend voor de onderdorpels, aanzetstenen en de doorgetrokken druiplijst. De tweeledige geveltop wordt afgelijnd door zandstenen banden met voluten en opgewerkt door een getoogd zoldervenster onder een druiplijst, tussen doorgetrokken, zich verwijdende stijlen. Het gelijkvloers is opengewerkt met twee rechthoekige vensters en een rechthoekige deur zonder bovenlicht.
De opengewerkte (gelijkvloerse verdieping) en vermoedelijk in grote mate heropgemetste achterpuntgevel gaat vrijwel volledig schuil achter een recentere balkvormige toevoeging, die een uitbreiding voorzag van de bestaande leefruimten op de onderscheiden etages.
Auteurs: De Houwer, Veerle; Brenders, Francis
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)