Eclectisch Kasteel Rondenbos, ook bekend als Kasteel Bosquet, gebouwd in opdracht Frans Bosquet omstreeks 1903-1909 en sinds 1974 in gebruik als gemeentehuis. Het landhuis ligt in een riant landschapspark met typische landschappelijke aanleg uit het begin van de 20ste eeuw.
Tussen 1903 en 1909 werd Kasteel Bosquet door de Antwerpse houthandelaar Frans Bosquet opgetrokken. In 1912 werd het terrein vergroot door aankoop van het perceel op de hoek van de Alsembergsteenweg en de Beukenbosstraat. Op die plek stond herberg "De Keizer" die zeker al bestond in 1749. Het domein kreeg de huidige oppervlakte van bijna zeven hectaren. In 1914 werd de herberg vervangen door de conciërgewoning met stallen en een toegangspoort. Na de Eerste Wereldoorlog veranderde het goed verschillende keren van eigenaar om in 1933 eigendom te worden van de familie Eloy uit Brussel. Het goed werd bewoond tot 1939. Vervolgens werd het tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt door zowel Duitse als Engelse militairen . In 1946 was het in gebruik door de KAJ. De gemeente Alsemberg kocht het domein aan in 1973 en in 1974 werd het ingericht als gemeentehuis. In 1993-1994 werd het vergroot om meer plaats te bieden aan de gemeentediensten. Het ontwerp was van Valère Retour en L. Ravestijn. De tweede uitbreiding, de administratieve aanbouw en gemeenteraadszaal uit 2002, is naar ontwerp van Patrick Vonck. Op het dak van de nieuwbouw voorzag hij een amfitheater. De uitbreidingen werden grotendeels ondergronds gerealiseerd in de kelders en rond de funderingen van het kasteel waarbij de buitenmuren en troggewelven geïntegreerd werden in de nieuwe kantoren.
Het kasteel staat centraal in een rijk beboomd kasteelpark, ommuurd en voorzien van verschillende inkomhekken tussen bakstenen pijlers met hardstenen details. In de tuin bleven een vijver en imitatierotsen in cementrustiek bewaard. De hoofdingang met opvallend inkompaviljoen bevindt zich in de noordwestelijke hoek van het domein, op de kruising van de Alsembergsteenweg en de Beukenbosstraat.
Eclectisch kasteel met complexe plattegrond, centraal gelegen in het kasteelpark, met de voorgevel gericht op het noordwesten. Het gebouw telt drie traveeën en twee bouwlagen onder een leien mansardedak. Dubbelhuisstructuur met accent op de centrale travee, als toren uitgewerkt en vooraf gegaan door een grote trappenpartij. Het geheel is opgetrokken opgetrokken uit bak- en natuursteen waarbij de lijstgevels horizontaal belijnd door de muurbanden, het omlopende ijzeren balkon langs de voor- en zijgevels, een rondboogfries in de voorgevel en de fraai uitgewerkte kroonlijst. De hoekpenanten springen licht uit. De toegang tot het kasteel is gesitueerd in de toren in de voorgevel. De deur heeft een hardstenen omlijsting. De zij- en achtergevels zijn sober vormgegeven (muurbanden in gesinterde steen).
Het rijk opgevatte eclectische interieur getuigt van de persoonlijke smaak van de eigenaar. Het dubbelhuis heeft een centrale gang met een gepleisterde lambrisering met voegimitatie en een combinatie van tongewelven en vlakke plafonds. Aansluitend ligt de traphal met een rijkelijke gebeeldhouwde trap in neo-Lodewijkstijl. De hal is rijkelijk gedecoreerd tot op de zolderverdieping. Rond de gang liggen drie grote salons en enkele kleinere nutskamers die elke een eigen eclectische decoratie meekregen vooral geïnspireerd op de 18de eeuw. Op de bovenverdieping liggen sobere kamers met de oorspronkelijke plankenvloer, eenvoudige marmeren schouwen en stucplafonds. In de nutsruimtes bleef een ceramische tegelvloer bewaard net als faience tegen de wanden.
Aansluitend bij het kasteel werd een wintertuin opgetrokken met dezelfde vormentaal als het kasteel. Het halfronde zinken dak met de lichtkoepel werd in de loop van de 20ste eeuw vervangen door een plat dak. De wintertuin was oorspronkelijk rijkelijk beschilderd met marmerimitatie en werd verlicht door een lichtkoepel. Bij de afbraak van het dak moet ook de hele interieurdecoratie verwijderd of overschilderd zijn. Centraal staat een marmeren fontein en in twee hoeken plantenbakken in hetzelfde materiaal. Een fraaie mozaïekvloer met voorstelling van de dierenriem, de vier seizoenen, de vier elementen. Omheen het mozaïek ligt een marmeren vloer. De metalen buitendeur is voorzien van het wapenschild van Alsemberg in glas in lood.
De conciërgewoning met stallen op de hoek van de Alsembergsteenweg en Beukenbosstraat werd opgetrokken uit natuursteen en bestaat uit twee neobarokke vleugels met klokgevels, haaks op elkaar opgetrokken en verbonden door een spitsboogvormige poort. Hardsteen werd gebruikt voor de vensteromlijstingen, poort- en deuromlijsting, muurlijsten en plint. In de stallen, nu in gebruik als kantoren, bleven de voederbakken bewaard.
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Mertens J. 2017: Kasteel Rondenbos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203060 (geraadpleegd op ).
Kasteel van het einde van de 19de eeuw, opgetrokken uit bak- en natuursteen met verwerking van gesinterde baksteen, en afgedekt met een mansardedak (leien). Rijkelijk opgevat interieur met een gebeeldhouwde trap, stucwerk, mozaïek en lederbehang, alles in eclectische stijl. Gelegen in een omvangrijk bebost domein bezijden de steenweg; sedert einde 1974 in gebruik als gemeentehuis.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Kasteel Rondenbos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38862 (geraadpleegd op ).