Teksten van Kartonfabriek Ten Broeck en directeurswoning

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38866

Kartonfabriek Ten Broeck en directeurswoning ()

Watermolen Ten Broeck, later papiermolen, ook bekend als Ensdellemolen, reeds vermeld in de 14de eeuw en gelegen aan beide zijden van de Molenbeek.

Historiek

De Ten Broeck-molen was een banmolen van de hertog van Brabant. De inwoners van Alsemberg en Rode werden verplicht er hun graan te laten malen. De oudste vermelding dateert uit het eerste kwart van de 14de eeuw. In 1396 werd de molen in pacht gegeven aan Jan Varendey en de abdij van Zevenborren werd in 1401 eigenaar. Het goed werd in 1532 gesplitst in het Groot en het Klein Hof ten Broeck. Het Klein Hof behield de watermolen.

De molen ligt op de heuvelflank van de Molenbeek en niet in de vallei. Het water van de Leuzebeek werd ter hoogte van herberg de Zwaan gekanaliseerd en naar de molen geleid. De kanalisering gaat minstens terug tot het midden van de 17de eeuw. Toen was pachter Frans Robbelaerts verplicht tot het onderhouden van de dijken langs de 'Maelbeke'. De gekanaliseerde Leuzebeek kreeg de naam van Molenbeek en de weg die de beek volgde noemt nog steeds 'Dam'.

Bij de afschaffing van het klooster van Zevenborre in 1784 werd de molen eigendom van de 'Caisse de la Religion' en tijdens de Franse Revolutie werd hij door de staat aangeslagen. In 1802 werd de graanmolen als zwart goed verkocht aan Clement de Page uit Brussel. De ombouw van de watermolen tot papiermolen gebeurde omstreeks 1860 door G. Demeurs of door Gillis III Winderickx kort nadat deze laatste in 1860 de molen kocht. De molen had twee productieketens gespecialiseerd in strokarton. De productie werd opgestart in 1866. Gillis III installeerde er zeker de eerste stoomketel in 1867. In het kadasterarchief is er sprake van een kartonfabriek in 1886 en in 1904 van een 'kartonfabriek met watertuig'. Twee jaar later is er de vermelding 'kartonfabriek met stoomwerktuig'. Vaker komt de vermelding pakhuis en stal voor terwijl de eigenaars nijveraar worden genoemd. In 1887 werd een zeepfabriek toegevoegd, wat geen groot succes bleek te zijn. De kartonproductie stopte in het begin van de jaren 1960. Toen werd de papiermolen grotendeels ontmanteld.

Beschrijving

Het Hof Ten Broeck is gelegen op beide oevers van de Molenbeek en wordt ten noorden begrensd door de Losseweg en ten zuiden door Leuzebeek. De 18de-eeuwse gebouwen liggen op de noordelijke oever terwijl de 19de-eeuwse gebouwen op de zuidelijke oever van de beek liggen. Het 19de-eeuwse woonhuis in een omgevende omhaagde tuin ligt ten noorden van het molencomplex, aansluitend bij de Losseweg. De site is toegankelijk via een private weg van op de Steenweg naar Halle.

Op de noordelijke oever van de Molenbeek liggen de 18de-eeuwse gebouwen die de kern vormen van de watermolensite zijn geordend rond een klein erf. Het oudste gebouw ten noorden van het erf is een bakstenen gebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Het gebouw waarvan de oorspronkelijke functie niet bekend is, werd meermaals verbouwd, een laatste keer in 2005 waardoor momenteel enkel het volume bewaard bleef. Ten zuiden van het erf en aansluitend bij de Molenbeek staat de bakstenen watergraanmolen van negen traveeën en twee bouwlagen onder een oorspronkelijk overstekend pannen zadeldak met aandaken voorzien van vlechtingen en een bewaard schouderstuk op natuurstenen console. De dakoversteek van de zuidelijke gevel heeft een dakrand op geprofileerde modillons Het pand heeft in de noordelijke lijstgevel onregelmatige muuropeningen als gevolg van aanpassingen, een rechthoekige deur met hardstenen negblokken, afgeschuinde stijlen en een gebogen monolietlatei onder een bakstenen ontlastingsboog. Andere muuropeningen hebben dorpels en lateien in blauwe hardsteen of in hout. Historisch schrijnwerk uit de 18de en 19de eeuw bleef in de getraliede vensters bewaard. De plaats van het waterrad op de Maalbeek bleef bewaard net als de watergang die naast de molen loopt en twee turbines.

Nog steeds op de noordelijke beekoever volgden enkele 19de-eeuwse uitbreidingen ten westen van de 18de-eeuwse graanmolen. Een eerste uitbreiding dateert uit 1886 en bestaat uit een bakstenen nijverheidsgebouw van drie ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak. In de lijstgevel een grote rechthoekige doorgang onder een houten latei en segmentboogvormige ontlastingsboog die toegang geeft tot de watergang. Alle andere muuropeningen in deze gevel zijn segmentboogvormig. Aansluitend is er een lager volume van één bouwlaag en vervolgens een gebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak waarvan de functie onbekend is (kadastraal geregistreerd in 1892). De lijstgevels worden doorbroken door segmentboogvormige muuropeningen.

Aan de westzijde van het erf werd tussen 1893 en 1906 nog een gebouw opgericht. De oorspronkelijke functie van het kleine bakstenen gebouw van drie traveeën en één bouwlaag onder een half schilddak met een lange achterbouw, eveneens van een bouwlaag onder een half schilddak is onduidelijk. Momenteel is er een architectenbureau gevestigd. Het gebouw werd intern gerenoveerd.

Op de zuidelijke oever van de Molenbeek aansluitend bij de watergang staan een reeks bedrijfsgebouwen die opgetrokken werden door Egidius Winderickx, papiermaker, in 1869. Het nieuwbouwvolume was een water- en stoom kartonmakerij. Momenteel telt het gebouw één bouwlaag onder pannen zadeldak maar bouwsporen, onder andere zichtbaar in de oostelijke zijgevel, wijzen op een gebouw van oorspronkelijk twee bouwlagen. De (afgetopte) puntgevels hebben vlechtingen. De vensters zijn segmentboogvormig en hebben nog metalen schrijnwerk met roedeverdeling (type fabrieksraam). Een uitbreiding ten westen werd opgetrokken in 1884. Toen werd vermoedelijk een tweede (stoom) machine gebouwd. Het is eveneens een gebouw van één bouwlaag.

In 1904 werd ten zuiden een bakstenen industriële vleugel van één bouwlaag onder een pannen zadeldak gebouwd tegen de watergangvleugels. De bakstenen constructie heeft intern troggewelven. In de gebouwen bleven een aantal vliegwielen en twee maalkuipen bewaard. Op hetzelfde ogenblik werden een reeks kleinere bakstenen kantoorgebouwen opgetrokken. Er zijn zowel volumes met platte als met hellende pannen daken. Zowel de nijverheidsgebouwen als de de kantoorgebouwen werd begin 21ste eeuw gerenoveerd door architect Winderickx met het oog op het inrichten van een handelsfunctie.

Aan de ingang van het terrein een grote schoorsteen met conisch gebakken bakstenen. Net buiten de molen liggen de gedempte restanten van de Molenbeek. Het spaarbekken bleef bewaard.

In 1879 werd de directeurswoning opgericht door Augustus Winderickx. Het is een bakstenen burgerhuis (nummer 103-105), in een omringende omhaagde tuin. Het pand telt drie traveeën, een verhoogde begane grond en anderhalve bouwlaag onder pannen schilddak. Rechthoekige vensters met hardstenen boven- en onderdorpel, laatstgenoemde op de bovenverdieping doorgetrokken tot een cordonlijst. Rechthoekige deur in een hardstenen entablementomlijsting: uitgespaard ruitmotief met jaartal 1879. Het in oorsprong onbeschilderde bakstenen pand werd recent gerenoveerd.

  • Gemeentearchief Beersel, bouwdossiers, 1998/102 + 2018/1971.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Primitief kadaster Beersel en legger, afdeling II (Alsemberg), Sectie B&D, 1832.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Beersel, afdeling II (Alsemberg), 1874/5, 1879/8, 1884/11 1886/32, 1892/26, 1893/10, 1895/9, 1904/9, 1906/27, 1907/3bis, en 1923/4.
  • DE GELAS J. 1983: De Herisem molen Industrieel archeologische studie op basis van een bedrijfsarchief, Sint-Genesius-Rode.
  • DE GELAS J. 1984: De papiernijverheid in Brabant tussen de XVIe en de XVIIIe eeuw, Ucclesia 101, 7-9.
  • WINDERICKX E. 1999: De papiermolens tussen Zenne en Zoniën: de Herisemmolen te Dworp-Alsemberg, Eigen schoon en de Brabander 7-9, 243-266.
  • THEYS C. 1960: De geschiedenis van Alsemberg.
  • Inlichtingen verschaft door de eigenaar op 26 augustus 2016.

Auteurs:  Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Mertens J. 2017: Kartonfabriek Ten Broeck en directeurswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203126 (geraadpleegd op ).


Kartonfabriek en woonhuis ()

Kartonfabriek, omringd door 19de-eeuwse fabrieksgebouwen, oudere bakstenen constructie onder zadeldak (pannen), opklimmend tot de 18de eeuw en getypeerd door de aandaken met vlechtingen en een bewaard schouderstuk op natuurstenen consooltje; onregelmatige muuropeningen (talrijke verbouwingen), onder meer een rechthoekige deur afgewerkt met arduinen negblokken, afgeschuinde stijlen een een gebogen monolietlatei onder een bakstenen ontlastingsboog van een rollaag en een platte laag. Op de zuidoostzijde resten nog een paar geprofileerde houten modillons met diamantkopversiering (uitstekende dakrand).

Losstaand bakstenen woonhuis met drie traveeën verhoogde begane grond en een en een halve bovenverdieping onder schilddak (pannen), daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw. Rechthoekige vensters met arduinen boven- en onderdorpel, laatstgenoemde doorgetrokken als versierend kordon op de bovenverdieping. Rechthoekige deur in een arduinen omlijsting met hoofdgestel: uitgespaard ruitmotief met jaartal 1879.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Kartonfabriek Ten Broeck en directeurswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38866 (geraadpleegd op ).