erfgoedobject

Hoeve Vandienant

bouwkundig element
ID
38899
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38899

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Vandienant
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Gesloten hoeve
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Goed bewaarde gesloten hoeve uit het tweede kwart van de 19de eeuw op de kruising van de Sollenberg en de Watermolenstraat. Omgeven door bewaarde huiskavels met weilanden en resten van een hoogstamboomgaard.

Historiek

Op de site stonden conform de Ferrariskaart uit 1771-1778 al een aantal gebouwen omringd door boomgaarden en landerijen. De percellering ervan bleef tot vandaag nagenoeg ongewijzigd. Mogelijk gaan de nivellering van het erf en de fundamenten van het woonhuis en de stallen aan de zuidzijde van het erf terug op die oudere fase. Het primitief kadasterplan toont een erf met eromheen drie vrijstaande gebouwen: ten noordwesten op de hoek van de Sollenberg en de Watermolenstraat een volume met L-vormige plattegrond, ten oosten en ten zuiden van het erf twee volumes die de kern vormen van de huidige hoevegebouwen.

In 1834 (jaartal in de deurlatei) werd de hoeve herbouwd of sterk verbouwd. Het kadasterarchief meldt een ‘reconstruction totale’ in 1835 voor rekening van Gillis Vandienant. Op dat moment werden drie vrijstaande gebouwen ingetekend: een langgestrekt volume aan de noordzijde van het erf, parallel met de straat, een haaks volume aan oostzijde van het erf, en een L-vormig gebouw in de zuidwestelijke hoek. In 1902 volgde een uitbreiding door Felix Crokaert-Wyns met een vleugel die het erf aan zuidzijde in het verlengde van de schuur volledig afsluit.

Mogelijk is er een band met de naastliggende Sollenbergmolen vermits in beide panden een latei voorkomt met de inscriptie E.V.D. A.M.E.V.C. De molen is gedateerd 1811, de hoeve 1834. De band tussen beide is voorlopig onduidelijk.

Beschrijving

De hoeve, in oorsprong met losse bestanddelen, ligt ingebed in de helling van de Sollenberg Momenteel betreft het een gesloten hoeve die bestaat uit een gekasseid erf met daarrond aan de noordzijde het woonhuis en het aansluitende poortgebouw op het laagste punt en grenzend aan de straat Sollenberg. De stallen en de schuur aan de zuid- en oostzijde van het erf zijn hoger ingeplant en deels ook in de heuvel ingegraven. De westzijde van het erf wordt afgesloten door een lage bakstenen muur bekroond met een ijzeren hek en een kleiner dienstgebouw. Een overdekte toegang met trap geeft toegang van de Watermolenstraat naar het erf. Op het erf bleef de centrale mestvaalt bewaard. Het geheel betreft eenvoudige, verankerde bakstenen gebouwen onder zadeldaken. Natuursteenfragmenten zichtbaar in de plint van het woonhuis, in de schuur en in de fundamenten van de gebouwen langs de Watermolenstraat zijn mogelijk nog afkomstig van de hoevegebouwen die hier in de 18de eeuw stonden.

Het boerenhuis van 1834 met een omheinde voortuin aan Sollenbergzijde, is zoals gebruikelijk naar het zuiden georiënteerd. Het telt vijf/zes traveeën en twee bouwlagen onder een kunstleien zadeldak tussen aandaken met vlechtingen. Als gevolg van het verloop van de Watermolenstraat is het pand aan het erf (zes traveeën) breder dan aan de straatzijde, die slechts vijf traveeën telt. Sobere lijstgevels op lage natuurstenen plint, met rechthoekige muuropeningen voorzien van hardstenen dorpels, ontlastingsbogen en luikduimen. Onder de kroonlijst zijn gedichte steigergaten zichtbaar. Strak ingedeelde straatgevel, met centraal een laaddeur. Een moosgat en met hardsteen omlijste, rechthoekige keldergaten in de drie rechter traveeën van de straatgevel, geven de plaats van de onderliggende kelder aan. De voordeur in een vlakke hardstenen omlijsting, vooraf gegaan door twee hardstenen treden, zit in de derde travee van de erfgevel. De latei draagt de inscriptie E.V.D. A M.E.V. C/ ANNO 1834. De muuropeningen in de linker travee van de erfgevel zijn gedicht of blind. Beide zijpuntgevels vertonen dezelfde karakteristieken.

Ten oosten aansluitend bij het woonhuis, doch met duidelijke bouwnaad tussen beide, ligt een drie traveeën tellende vleugel met de inrijpoort onder een pannen zadeldak met oostelijk aandak. De travee aansluitend bij het woonhuis fungeert als karrendoorrit en omvat rechthoekige poorten onder houten latei, aan erfzijde met bovenliggende laaddeur. Aan de straatzijde zijn twee lichtgleuven. Aan erfzijde werd rechts een tweede poort onder houten latei voorzien, eveneens met laaddeur. Witte natuurstenen hoekneggen aan de beide poorten ter versteviging.

De oostzijde van het erf wordt afgesloten door een muurtje en een stalvleugel, mogelijk met kern van voor 1830, maar grotendeels met 20ste-eeuws metselwerk. In de muur een rechthoekige doorgang onder houten latei met erboven een bakstenen ontlastingsboog. Hierdoor kreeg men rechtstreeks toegang tot de omgevende weilanden. De stalvleugel telt vier traveeën onder een recent vernieuwd pannen dak, voorheen eveneens tussen aandaken met vlechtingen en topstuk, zie foto van de eerste inventariscampagne. De rechthoekige staldeuren zijn gevat in een vlakke hardstenen omlijsting, de twee laadluiken bovenaan hebben houten stijlen. Het aanbouwsel links is van latere datum.

Aan de zuidzijde van het erf staat de hoevevleugel die opgetrokken werd in 1902. Het is een vijf traveeën tellende vleugel onder pannen zadeldak met overstek aan erfzijde. In de rechter travee geeft een rechthoekige kardoorrit toegang tot de achterliggende weilanden. Centraal in de gevel zit een rechthoekige deur in een hardstenen omlijsting. Laaddeuren verlenen toegang tot de schelf. In de achtergevel zijn verluchtingsgaten zichtbaar.

In de zuidwestelijke hoek van het erf staat een tweebeukige langsschuur die qua inplanting opklimt tot 1834. Ze telt vier traveeën onder een vernieuwd pannen zadeldak (nok dwars op de straat) met overstek aan erfzijde. Ook hier waren er voorheen aandaken met vlechtingen en een topstuk; de vlechtingen bleven hier bewaard. In de zijpuntgevel aan de Watermolenstraat zit een rechthoekige poort onder een houten latei en een rondboogvormige ontlastingsboog. Het uilengat in de top is omlijst met gesinterde baksteen.

Ten westen, langs de Watermolenstraat, een niet precies gedateerde vleugel die mogelijk ook tot 1834 teruggaat. Het is een stal van vier traveeën onder een zadeldak. Opmerkelijk is dat de verluchtingsgaten langs de straatzijde voorzien zijn van dorpels in ijzerzandsteen. Aanbouwen aan de erfzijde maken het onmogelijk om die zijde adequaat te beschrijven. Aansluitend rechts een onderkelderd volume van twee bouwlagen op vierkante plattegrond eveneens onder een pannen zadeldak. Een met ijzerzandsteen omlijst keldervenster is zichtbaar langs de Watermolenstraat. De zijpuntgevels hebben vlechtingen.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Beersel, afdeling IV (Huizingen), 1835/7 en 1902/3.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid tot 1:25.000.

Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Vandienant [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38899 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.