Voormalige gesloten kasteelhoeve in neotraditionele bak- en zandsteenstijl met vier grote vleugels rond een gekasseid erf, gebouwd in opdracht en naar ontwerp (?) van Pelgrims de Bigard in de eerste helft van de 20ste eeuw. Gelegen ten noorden van het kasteel van Groot-Bijgaarden en in het beschermde landschap hiervan (datum besluit: 20-10-1947). De hoeve is toegankelijk via een poortgebouw centraal in de oostelijke gevel, links en rechts hiervan paardenstallen. De vleugel parallel hieraan ten westen omvat centraal een woonhuis met aan beide zijden paardenstallen. De noordelijke vleugel omvat een dwarsschuur. De zuidelijke vleugel ten slotte was ingericht als wagenhuis en paardenstallen. Twee toegangspoortjes onder trapgeveltje verbinden de vleugels: één in de zuidwestelijke hoek en één in de noordoostelijke hoek. In de noordwestelijke hoek is er een hek als afsluiting tussen de twee vleugels.
Op de locatie van de huidige hoeve stond tot begin 20ste eeuw geen grote hoeve, enkel een kleinere constructie die afgebroken werd (zie 19de-eeuwse historische kaarten). De oude hoeve van het kasteel was gelegen tegen het poortgebouw van het kasteel en werd afgebroken begin 20ste eeuw (afbraak geregistreerd op het kadaster in 1927). In 1909 verschenen de noordelijke en westelijke vleugels op het kadaster als een "reconstruction total" volgens de leggers met een ingebruikname in 1908. In 1910 wordt de hoeve op het kadaster uitgebreid met een haaks volume tegen de noordelijke vleugel. Een gevelsteen, in de later gebouwde zuidvleugel, met opschrift "renovit/ 1911/ R. Pelgrims" herinnert aan de eerste bouwperiode. Volgens geschriften van Pelgrims werd de hoeve gebouw met afbraakmaterialen afkomstig van gesloopte gebouwen gelegen aan de Kustberg in Brussel waar vandaag het Paleis voor Schone Kusten gelegen is.
Pas in 1952 verschijnen de oostelijke en zuidelijke vleugel op het kadaster. Ten slotte wordt er achter de westelijke vleugel in 1967 een grote loods geregistreerd. Het geheel is nu in gebruik als manege.
Bakstenen gebouwen van één bouwlaag overwegend onder overkragende pannen zadeldaken op houten modillons gevat tussen zijtrapgevels (behalve de westvleugel); gebruik van zandsteen voor plint, omlijstingen, hoekkettingen, trapgevels, steigergaten en muurbanden. Op verschillende plaatsen werden sierankers aangebracht. Op de vier hoeken van de hoeve een ronde toren met leien kegeldak. De hoeve heeft aan de buitenzijde weinig muuropeningen waardoor ze een gesloten indruk geeft.
De oostelijke vleugel, geregistreerd op het kadaster in 1952, heeft centraal een hoger poortgebouw onder leien schilddak met grote gedrukte rondboogpoort in omlijsting met imposten en sluitsteen. Boven de poort hardstenen wapenschild en boogfries op consoles met kopjes van zandsteen. Aan de erfzijde kruiskozijn op de eerste verdieping en een dakvenster. De stallen aan beide zijden van het poortgebouw hebben gedrukte rondboogdeuren en vierkante muuropeningen aan de erfzijde. Aan de straatzijde kleine smalle rechthoekige lichtspleten.
De westelijke vleugel, uit begin 20ste eeuw, heeft centraal een vooruitspringend onderkelderd woongedeelte van drie traveeën en één bouwlaag onder een geknikt pannen schilddak met centraal een laadvenster. De muuropeningen bestaan uit kruiskozijnen en een steekboogvormige deur met gestrekte tussendorpel. Opmerkelijke sierankers. Interieur met gerecupereerde gotische schouw waarvan de schouwwangen versierd zijn met een hoofdje. Links en rechts van het woonhuis lagere stallen onder geknikt pannen schilddak: links vier traveeën met gedrukte rondboogdeuren in een recente omlijsting met imposten en sluitstenen en rechts twee segmentboogvormige deuren en kleine rechthoekige vensters. Voorts bewaard schrijnwerk. Gesloten achtergevel met kleine segmentboogvormige muuropeningen met diefijzers. Stallen met troggewelfjes tussen ijzeren I-profielen.
De noordelijke vleugel, uit begin 20ste eeuw, met dwarsschuur en haakse aanbouw ten noorden op T-vormige plattegrond heeft segmentboogvormige muuropeningen met sluitstenen en imposten en laadvensters, de zuidelijke gevel heeft een segmentboogvormige en een rechthoekige poort. In de noordwestelijke zijgevel is een kruiskozijn aanwezig. De zuidelijke vleugel, geregistreerd op het kadaster in 1952, heeft langs de erfzijde rechthoekige kleine vensters en segmentboogvormige deuren voor de stallen en twee dakvensters met trapgeveltjes. Verder hardstenen rondboogarcade (van het oorspronkelijk wagenhuis?) op hardstenen tussenzuilen. De gevel aan de buitenzijde heeft lichtspleten; in de aanbouw één deels toegemetste segmentboogvormige deur met diefijzers.
- Archief Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, dossiers Kasteel van Groot-Bijgaarden, Restauratie van de donjon, bouwhistorisch onderzoek (Stefan Vidts).
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling IV (Groot-Bijgaarden), 1909/9, 1910/6, 1927/17, 1952/32 en 1967/39.
- COSYN A., Grand-Bigard. Notice descriptive, Publication du Touring-Club de Belgique, Bruxelles, 1910, 20.
- DENEEF R. & WIJNANT J. 2005: Dilbeek (Dilbeek, Groot-Bijgaarden): Kasteel van Groot-Bijgaarden, in: DENEEF R., WIJNANT J., ROMBOUTS N., IMBERT D., GOOSSENS B., PAESMANS G., DE MAEGD C., VAN LIEDEKERKE M., COPRIAU P., CLAEYS T., EVERAET E. & PAESSENS W. 2005: Historische tuinen en parken in Vlaanderen. Pajottenland - zuidwesten van Vlaams-Brabant, M&L Cahier, 11, Brussel, 62.