Landhuis (herinventarisatie) ()

Voormalig omwald landhuis met oudere kern, zeker opklimmend tot begin 18de eeuw, in traditionele bak- en zandsteenstijl gelegen op de hoek van de Herdebeekstraat met de Rollestraat en ten noorden van de Pedebeek in een omhaagd domein. Buiten het landhuis is er ook nog een schuur ten noorden van de woning aanwezig als rest van een hoeve. Eveneens is er nog een eind 19de-eeuws bijgebouw aanwezig op het domein gelegen tegen de Rollestraat (Rollestraat nummer 86).

Van de voormalige omwalling blijft nu enkel een vijver, ten westen van de woning, over. Bij de inventarisatie in de jaren 1970 was de omwalling nog aanwezig. Het domein is toegankelijk via twee vernieuwde bakstenen hekpijlers met ijzeren hekken en een gekasseide oprit. Tegen de bakstenen pijlers staan gerecupereerde zandstenen zuiltjes met uitgewerkt kapiteel.

Historiek

Wauters vermeldt een "Hof te Kasseler", voorheen rond 1500 de "Mechelman" geheten naar zijn bezitters. Na 1600 werd het omgevormd tot speelhuis door Jacqueline Vandendoncq, weduwe van Godefroid Van Gelre. Volgens Verbesselt gaat het om dit goed en heeft deze site alle kenmerken van een feodale watermotte met een voorhof.

Volgens de literatuur en huidige eigenaar zou de woning afgebeeld staan, in de linker bovenhoek, op het schilderij "De parabel van de blinden" van Pieter Bruegel de Oude (circa 1568). Dit lijkt weinig waarschijnlijk. Op het schilderij staat de woning afgebeeld als een landhuis met trapgevels. Het landhuis is wel duidelijk afgebeeld op een figuratieve kaart met de goederen van de abdij van ter Kameren van 1716. Het staat er afgebeeld als een woning van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak. Deze afbeelding komt overeen met de noordgevel van het woonhuis, het enige verschil is dat er zich op de tekening boven de tweede travee een dakvenster bevond, dit is niet meer aanwezig.

Op de Ferrariskaart (circa 1770-1778) is de site nog niet omwald. Op het primitief kadaster (1830) is de omwalling wel aanwezig evenals de hoeve met losse bestanddelen. Een vergroting van het landhuis werd in 1883 opgetekend op het kadaster. De aanbouwsels tegen de noordgevel werden opgetekend evenals een nieuwe koetshuis (Rollestraat nummer 86). Het is niet bekend van wanneer de aanbouwsels ten oosten en westen van de centrale woningen dateren, in ieder geval van voor de jaren 1970. Op oude foto’s (niet gedateerd, maar van voor de jaren 1970) van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium is te zien dat het landhuis nog wit bepleisterd of geschilderd was. In de jaren 2000 (?) werd het geheel gerenoveerd en kwam er ook nog een extra uitbouw bij helemaal ten westen.

Ten noorden van de woning was er een hoeve met losse bestanddelen aanwezig (zichtbaar op de Ferrariskaart en op het primitief kadaster). Deze hoeve onderging in de 19de eeuw een aantal wijzigingen, hiervan blijft enkel nog de schuur ten zuiden over. Uit de literatuur blijkt dat op de site tot zeker in de jaren 1960 een bakhuis zou gestaan hebben van het enkelvoudige type met een schoorsteen, wat uitzonderlijk is voor de streek.

Beschrijving

Landhuis in traditionele bak- en zandsteenstijl onder pannen zadeldak, met aanbouwsels in neotraditionele stijl onder pannen en leien bedakingen. Het centrale woonhuis vormt de oudste kern en heeft vier traveeën en twee bouwlagen. Er werd gebruik gemaakt van witte zandsteen voor de speklagen, de hoekkettingen, de negblokken van de muuropeningen, de afzaat boven de plint en voor de omlijsting van de steigergaten. In de zuidgevel zijn verschillende bouwsporen zichtbaar van diverse gewijzigde muuropeningen. In oorsprong waren de muuropeningen kruiskozijnen, deze zijn alle aangepast met behoud van de negblokken. Heden hebben de in oorsprong beluikte rechthoekige muuropeningen hardstenen lateien onder bakstenen ontlastingsbogen. De noordgevel heeft een rechthoekige houten opgeklampte toegangsdeur met bovenlicht en een segmentboogvormige zandstenen omlijsting met sluitsteen en imposten. Tegen deze gevel verder aangebouwde volumes onder lessenaarsdaken en een ronde traptoren onder leien kegelvormige spits. Deze volumes hebben kleine rechthoekige muuropeningen, grotendeels met diefijzers, in de toren met een zandstenen omlijsting. In de laagste uitbouw zit een tweelicht met een uitgewerkte zandstenen omlijsting met driekwartzuiltjes op de tussenstijl. De zijgevels hebben muurvlechtingen en tegen de westgevel is een imposante schouw aangebouwd. In de oostzijgevel twee kleine rechthoekige muuropeningen onder houten lateien en met hardstenen lekdrempels. In de westzijgevel centraal twee rechthoekige muuropeningen met hardstenen dorpels.

Bewaarde interieurelementen zijn: balkenroosteringen, houten opgeklampte deuren, een schouw met natuurstenen gotische schouwwangen en een uitgewerkte latei met bas-reliëf, een hergebruikte hardstenen rondboogomlijsting en een natuurstenen wenteltrap.

Links en rechts van de woning aangebouwde volumes van één bouwlaag. Volume ten oosten van drie traveeën met in de zuidgevel een rondboogvormige deuromlijsting in zandsteen met imposten en twee rechthoekige vensters met negblokken in afkosen en een hardstenen lekdrempel. De noordgevel heeft één groot rechthoekig venster met een zandstenen omlijsting. Ten westen naast de woning een klein aanbouwsel met centraal een deur met puntgeveltje. In de zijgevel van deze aanbouw was in oorsprong een drielicht aanwezig dat hergebruikt werd in de zijgevel van de meest westelijke uitbreiding in neotraditionele stijl van na de jaren 1970.

Verankerde bakstenen schuur onder overkragend pannen zadeldak met rechthoekige muuropeningen in een geprofileerde natuurstenen omlijsting en in de kopse gevel een getoogde deuropening. Gebruik van zandsteen voor de hoekkettingen. Ten noorden van de schuur aangebouwde garage.

Klein eenvoudig vierkant bakstenen bijgebouw uit eind 19de eeuw, nu verbouwd tot woning (Rollestraat nummer 86), onder een overkragend pannen zadeldak (nok evenwijdig met de straat). Gesloten en beschilderde straatgevel. Getoogde toegangsdeur in de zijgevel, verder rechthoekige muuropeningen onder bakstenen ontlastingsbogen. Muurvlechtingen in de zijgevels.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling V (Itterbeek), 1883/7.
  • WEYNS 1968: Meldingswaardige bakoven IV, Onsheem, 22, 3, 110.
  • LAURENT R. 1996: De goederen van de abdij van Ter Kameren in Brabant. Kaartboek 1716-1720, Brussel, 63.
  • LEONARD G. 2002: Bruegel in de Pedevallei, Monumentenmap uitgegeven door het gemeentebestuur van Dilbeek naar aanleiding van Open Monumentendag op zondag 8 september 2002, Dilbeek.
  • VERBESSELT J. 1988: Itterbeek – Sint-Pieter en Sint-Anna-Pede, Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, deel XXI, De Dekenij Halle III. De Moederparochie Leeuw, Koninklijk Geschied- en Oudheidkundig Genootschap van Vlaams-Brabant, Brussel, 218.
  • WAUTERS A. 1971 (heruitgave van 1855): Histoire des environs de Bruxelles, Description historique des localités qui formaient autrefois l'Ammanie de cette ville, deel 2, Brussel, 40.

Auteurs:  Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/140391 (geraadpleegd op ).


Herenhuis ()

Omgracht, gerestaureerd herenhuis met traditionele kern in bak- en zandsteenstijl, opklimmend tot de 17de en 18de eeuw. Eénlaags gedeelte van drie traveeën en twee verdieping hoog gedeelte van vier traveeën, afgedekt met een zadeldak (pannen); zandsteen gebruikt voor de afschuining van de bakstenen plint, de hoekstenen omlijstingen en speklagen. Vensters met posten van negblokken, wijzend op voormalige kruiskozijnen. Zandstenen rondboogdeur met geprofileerde imposten in de voorgevel, en een steekboogdeur met imposten en sluitsteen in de achtergevel (tweede helft van de 18de eeuw). Bijbouwtjes onder lessenaarsdak tegen de achtergevel, en een ronde bakstenen toren uit dezelfde tijd als het hoofdgebouw. Aan de straatkant, de resterende sokkels van een gebouw: twee vierkante pijlers met afgeschuinde sokkel en hoekstenen van zandsteen, en rechts, een zeiltje met fraai gekapt kapiteel.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/38999 (geraadpleegd op ).