Teksten van Parochiekerk Sint-Gertrudis

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/39012

Parochiekerk Sint-Gertrudis (herinventarisatie 2012) ()

 

Historiek

Georiënteerde neogotische zaalkerk uit eind 19de, begin 20ste eeuw naar ontwerp van G. Veraart, plannen opgesteld vanaf 1898, de kerk werd ingewijd in 1907 en geregistreerd op het kadaster in 1907 ter vervanging van een oudere kleinere kapel. In het archief van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen zijn plannen bewaard aan de hand van architect Veraart (in de literatuur "Veraert" geschreven) uit 1906. In oorsprong was er rondom de oude kapel een kerkhof; heden grasveld ten zuiden en parkeerruimte ten noorden.

Volgens Verbesselt stond er reeds in de 9de eeuw een hofkapel te Sint-Gertrudis-Pede. De eerste vermelding van een kapel te Pede dateert uit 1380. In 1456 werd er door de hulpbisschop van Kamerijk een nieuwe kapel met kerkhof gewijd. Deze zou in 1536 vergroot zijn door de adellijke families Pipenoy en Bossuyt. Op een afbeelding volgens J. De Deken uit 1707 is een kapel met kruisvorm en vieringtoren zichtbaar. Uit een decanaal verslag van 1782 kunnen we afleiden dat aan de oude kapel nog een kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw gehecht was. Tijdens de Franse bezetting werd deze kapel in 1798 gesloopt. Een heropbouw van de kapel kwam er begin 19de eeuw samen met de bouw van het woonhuis van de kapelaan en reeds op het einde van de 19de eeuw voldeed deze kapel niet meer, waarna de huidige kerk werd gebouwd. De 19de-eeuwse kapel met westertoren staat afgebeeld op een schilderij dat zich in de pastorie bevindt.

Tot 1860 bleef Sint-Martens-Lennik de moederkerk. Bij koninklijk besluit van 20 oktober 1863 werd het kerkje erkend als kapel, afhankelijk van de hulpkerk Schepdaal. Pas in 1890 werd de kapel een zelfstandige parochiekerk bij aartsbisschoppelijk decreet.

Beschrijving

De plattegrond vertoont een eenvoudige, rechthoekige zaalkerk met een schip van vijf traveeën en een koor van twee traveeën met een rechte sluiting; ten noorden aangrenzend aan het koor de sacristie en ten zuiden een bergruimte; links en rechts van het koor aansluitend op het schip twee zijkapellen; boven de noordelijke zijkapel bevindt zich een vierkante toren; toegangsportaal aan de noordwestzijde met een kleine uitbouw van één rechte travee en links daarvan de vijfzijdige doopkapel. Ten zuiden tegen de kerk aangebouwde vierkante ruimte onder schilddak, niet weergegeven werd op de plannen van 1906, mogelijks later aangebouwd (?). Baksteenbouw onder leien bedakingen, met gebruik van blauwe hardsteen en simili voor de waterlijsten en de vensteromlijstingen, zandsteen en breuksteen voor de onderbouw en blauwe hardsteen voor de sokkelaflijning. Verder ook decoratief gebruik van verschillende metselverbanden en gebruik van sierankers. Houten kroonlijsten op houten consoles.

Westgevel met twee gekoppelde drielichten in een verdiept spitsboogvormig veld en een rozetvenster. Hardstenen gedenkplaat voor de oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog centraal tegen de gevel. Schip met gekoppelde spitsboogvensters in verdiepte velden met een overhoekse en rechte bakstenen fries. Portaal met puntgevel en een spitsboogvormig portaal geflankeerd door kleine overhoekse versneden steunberen. Aangrenzende doopkapel onder achthoekige spits en met kleine spitsboogvormige vensters. Vierkante toren van twee geledingen onder een ingesnoerde achthoekige naaldspits bekroond door een kruis met windhaan. Tegen de toren halfronde traptoren. Sacristie met uitgewerkte toegang en tweelichten die samen met het hoger gelegen raam vervat zitten in hetzelfde veld. Windbord aan de oostgevel van de sacristie. Groot drielicht in de oostgevel van het koor. Lagere bergruimten ten zuiden van het koor met smalle rechthoekige vensters en een klein rozetvenster.

Interieur

Sober witgepleisterd interieur waarvan de structurele elementen zoals raamomlijstingen en zuilen vrijgelaten zijn van een bepleistering. Op foto’s van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) is zichtbaar dat de kerk tot zeker in 1970 polychroom beschilderd was met onder andere imitatievoegen op de onderste wanddelen en figuratieve schilderingen op de oostelijke wand van het schip. Bakstenen spitbooggewelven met geprofileerde gordelbogen, de gewelven van het koor zijn vrijgelaten van een bepleistering. Tegen een pijler in de zuidoostelijke hoek gedenkplaat "Anno MCMVII/ L. Bens Pastoor/ A. Veraart Bouwmeester/ J.B. Raemdonck Aannemer".

Mobilair

De kerk heeft een neogotisch meubilair uit de bouwperiode met uitzondering van het altaar en de communiebank. Het houten barok hoofdaltaar is gedateerd "1638", op de altaartafel staat een medaillon met een pelikaan die zijn jongen voedt. Boven het altaar tabernakel uit de 18de eeuw met een reliëf van het Laatste Avondmaal en de figuren Geloof en Hoop. Eikenhouten communiebank uit de 19de eeuw hergebruikt als altaartafel, bestaande uit panelen met putti. Twee neogotische houten biechtstoelen en neogotisch houten preekgestoelte uit 1909, "Gift der inwoners van Ste-Gertrudus-Pede 1909". Hardstenen doopvont. Kruisweg aan de westzijde. Gedenkplaat voor twee slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog aan de westmuur. Bovenaan in het koor zijn het wapenschild van de familie van Pede (eigenaar van de watermolen in de 14de eeuw) en het wapenschild van de familie Estor (woonde in de 15de eeuw op het hof van Moersel) zichtbaar. Figuratieve glasramen in het koor met links een afbeelding van Sint-Gertrudis, rechts Sint-Martinus (patroonheilige van Sint-Martens-Lennik) en centraal een gekruisigde Christus met Heilige Jozef en Heilige Gabriël. De glasramen zijn een schenking van de familie Heymans uit 1909.

  • Archief Onroerend Erfgoed Brussel, Planarchief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Schepdaal, Sint-Gertrudis-Pede, Sint-Gertrudiskerk, Province de Brabant – Commune de Schepdael. Hameau de Pede-Ste-Gertrude. Construction d’une nouvelle Eglise paroissiale, 1906.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Dilbeek, Afdeling VI (Schepdaal), 1907/29.
  • COEKELBERGHS D. & JANSSENS W. (red.) 1981: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Brabant, Kanton Sint-Kwintens-Lennik, Brussel, 42-43.
  • VERBESSELT J. 1988: Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, Deel XXII, Lennik – Wambeek – Gooik. Het Diets Domein van de abdij Nijvel, Brussel.
  • VRANCKEN J. 1968: Het domein van Nijvel (vervolg), Eigen Schoon en De Brabander, 51, 10-11-12, 440-456.

Auteurs:  Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verwinnen K. 2012: Parochiekerk Sint-Gertrudis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/142200 (geraadpleegd op ).


Sint-Gertrudiskerk ()

Neogotisch gebouw van 1898, architect G. Veraert, ingewijd in 1907.

Mobilair. Zuilen van het hoofdaltaar gedateerd 1638.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Parochiekerk Sint-Gertrudis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39012 (geraadpleegd op ).