Castelhof (2012) ()

Historische site met bebouwing uit de 20ste eeuw gelegen in een boomrijk park, toegankelijk via een lange oprijlaan en gelegen ten noordwesten van de dorpskern en tussen de spoorlijn Brussel – Aalst en de Molenbeek. Ten oosten wordt het domein begrensd door de andere Molenbeek (afkomstig van de Zierbeek en de Plankenbeek in Schepdaal) die ten noordoosten van het domein samenvloeit met de Molenbeek die uit Dilbeek komt. In het park staan enkele bomen uit de 19de eeuw. Het complex bestaat uit vier vleugels rond een kleine gesloten binnenkoer. Ten noordwesten ligt de grote (noord-zuid georiënteerde) kapel van 1951, deze is verbonden met het complex door een oost-west georiënteerde vleugel.

Historiek

Het complex is ontstaan uit een middeleeuwse motte, als voormalige zetel van het leen van de heren van Dongelberg, die een deel van Bodegem bezaten. Eind 16de eeuw had de motte zijn defensief karakter verloren en werd het geheel in 1590 beschreven als "huis van plaisantie". De jaarankers op de binnenkoer "1642" verwijzen misschien naar deze periode. Op een figuratieve kaart van 1712 van de goederen van het Brusselse Sint-Janshospitaal heeft het goed een U-vormig grondplan. De structuur van de feodale motte was nog aanwezig onder de vorm van twee eilandjes (een rechthoekig eiland met het neerhof en een cirkelvormig eiland met het kasteel) binnen een zelfde omgrachting. Tussen het kasteel en het neerhof was er een verbinding aanwezig via een ophaalbrug. Op andere kaarten uit 1708 en 1713 zien we nog een L-vormig grondplan in tegenstelling tot de kaart uit 1712 (de kaart van 1713 geeft een oudere toestand weer). Deze toestand is ook nog zichtbaar op de Ferrariskaart van circa 1770-1778. De toegang tot het domein lag toen in de Sint-Martinusstraat, vanop deze straat vertrok een dreef naast de Molenbeek richting het Castelhof. Deze toegang tot het domein verdween bij de aanleg van de spoorweg. Er is nog een schilderij bewaard (in het bezit van vzw Veeweyde) uit de eerste helft van de 18de eeuw dat het Castelhof voorstelt onder Philippe de Vequemans, die in 1741 overleed, en op dat ogenblik eigenaar was van het goed. Het Castelhof werd er afgebeeld als een U-vormig omgracht complex afgesloten door een muur en twee torentjes met toegangsbrug en een neerhof met twee langgestrekte volumes.

Tot 1749 bleef het goed in eigendom van de heerlijkheid Dongelberg, die het in leen gaf aan een plaatselijke leenman, door de eeuwen heen krijgen zo verschillende families Bodegem in hun bezit. Maar vanaf dan zal het Castelhof zijn rol als zetel van de heerlijkheid verliezen. De familie de Fierlant zal na afstand gedaan te hebben van de heerlijkheid van Dongelberg wel haar bezittingen in Bodegem behouden, waaronder het Castelhof en de watermolen.

Rond 1815 wordt het Castelhof eigendom van Prosper Bilaut, hij zal een belangrijke rol spelen in Bodegem en er burgemeester zijn van 1847-1854. In 1830 ten tijde van het primitief kadaster was het water uit de ringgracht verdwenen. In 1890 verdwenen de twee vleugels van het neerhof en werd het Castelhof afgebroken en heropgebouwd als een "romantisch-pitoreske herenboerderij". Op het kadaster werden deze wijzigingen in 1893 geregistreerd als een gedeeltelijke afbraak. Het Castelhof werd toen een U-vormig complex, geopend naar het oosten. Deze toestand is ook zichtbaar op een prentkaart van voor de Eerste Wereldoorlog. Het was een hoeve met traditionele elementen zoals trapgeveltjes, torentjes, ornamenteel houtwerk (windborden, luifels en balkons) en pannen daken met vorstkammen. In 1903 werd het domein verkocht en bood het complex tot 1917 onderdak aan de consul van Noorwegen, Charles-Joseph de Gomrée de Morialmé. Deze zal een nieuw woonhuis, "het Noors huis" genoemd, bouwen (de zuidelijke vleugel, deels afgebroken voor de bouw van de kapel en de verbindingsvleugel). In 1904 werden deze nieuwe wijzingen op het kadaster geregistreerd als vergroting. Tussen 1917 en 1918 was het goed in handen van Piette Swaelens en Emerence de Tavernier. Armand Antoine Wauters werd in 1918 de volgende eigenaar en maakte er een varkenskwekerij van, daarna zal er een fabriek voor schoensmeer ondergebracht worden. In 1945 werd nogmaals een vergroting geregistreerd op het kadaster. De hoeve kreeg nu zijn gesloten karakter en er werd een serre (ten oosten) en een schuur (ten noorden) gebouwd.

In 1949 werd het goed gekocht door de missiecongregatie "Witte zusters van Afrika", die het in 1950 als noviciaat en retraitehuis liet inrichten. De hoeve uit 1890 werd grotendeels behouden, maar de elementen zoals windborden en balkons werden verwijderd. Aan het versoberde Castelhof werd ook een nieuwe vleugel met een neogotische kapel gebouwd, ontworpen door Daniel Lipszyc in 1951 (zie gevelsteen). Geregistreerd op het kadaster in 1952. Deze respecteerde de harmonie met het hoofdgebouw. Later zullen de zusters het klooster ook inrichten als rustoord voor oudere zusters en werd het gebruikt voor retraites en bezinningsdagen. Sinds 1998 is het domein eigendom van de gemeente. In 2003 zijn er verschillende verbouwingen gebeurd, deze zijn nog niet voltooid. Heden is de gemeentelijke jeugddienst er gevestigd, de kapel is ontwijd en wordt gebuikt als polyvalente zaal.

Nummer 104 op de Molenstraat is omsloten door het domein van het Castelhof en werd geregistreerd op het kadaster in 1935 (ingebruikname in 1936). Deze neotraditionele woning was misschien ooit een bijgebouw van het domein Castelhof (?).

Beschrijving

De gebouwen zijn verschillende malen verbouwd en aangepast aan hun nieuwe functies en hebben heden een 20ste-eeuws uitzicht. Van de oudere bebouwing (17de tot en met de 19de eeuw) zijn geen sporen meer zichtbaar, ondanks de jaarankers "1642" op de binnenkoer en de verschillende bouwsporen in de gevels. Witgeschilderde bakstenen gebouwen onder leien zadeldaken, met uitzondering van de noordelijke vleugel die een pannen schilddak heeft. Algemene kenmerken van de vier vleugels rond de binnenkoer zijn: gecementeerde en breukstenen plinten, dakkapellen, trapgevels, noordvleugel met steunberen aan de zuidgevel en rechthoekige, getoogde en gedrukte rondboogvormige muuropeningen met deels bewaard schrijnwerk en een metalen roedeverdeling. Lage verbindingsvleugel tussen de vleugels en de kapel onder leien zadeldak met dakkapellen, voorts spitsboogvormige muuropeningen.

Moderne witgeschilderde bakstenen noord-zuid georiënteerde zaalkapel met ronde apsis onder leien dak, beperkt uitstekende dwarsbeuk en drie ronde uitbouwen aan de koorzijde onder kegelvormige spitsen. De voor- of noordgevel wordt geflankeerd door twee ronde torentjes onder kegelvormige spitsen, spitsboogvormige toegang en een groot rondvenster omringt met negen kleinere ronde vensters in de puntgevel. Voornamelijk lange rechthoekige muuropeningen.

Interieur

Het interieur is meerdere malen aangepast. Heden wordt het aangepast aan de functie als jeugdcentrum. Uit de periode dat de zusters het goed in bezit hadden, blijven nog een marmeren vloer in de inkomhal over en een trap die ze volgens mondelinge bron zouden gekregen hebben van koning Leopold III.

De kapel heeft een zwarte tegelvloer met blote bakstenen muren en een bepleisterd en beschilderd spitstongewelf. Een aantal interieurelementen van de kapel is behouden gebleven ondanks de ontwijding: een ingebouwde preekstoel, een doopvont en de biechtstoel. Achter het koor is een rondgang aanwezig met ingebouwde kasten. De glasramen van de kerk zijn naar ontwerp van J. Colpaert van 1952 (gesigneerd).

  • Mondelinge informatie van jeugdcentrum (15 juni 1010).
  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling VII (Sint-Martens-Bodegem), 1893/6, 1904/8, 1935/2, 1945/4 en 1952/6.
  • DENEEF R. & WIJNANT J. 2005: Dilbeek (Sint-Martens-Bodegem): Castelhof in: DENEEF R., WIJNANT J., ROMBOUTS N., IMBERT D., GOOSSENS B., PAESMANS G., DE MAEGD C., VAN LIEDEKERKE M., COPRIAU P., CLAEYS T., EVERAET E. & PAESSENS W. 2005: Historische tuinen en parken in Vlaanderen. Pajottenland - zuidwesten van Vlaams-Brabant, M&L Cahier, 11, Brussel, 98-100.
  • ROMEYNS G. 1979: Het Castelhof te Sint-Martens-Bodegem, Eigen Schoon en De Brabander, 62, 1-2-3, 61-90.
  • ROMEYNS G. 1979: Het Castelhof te Sint-Martens-Bodegem, Eigen Schoon en De Brabander, 62, 4-5-6, 183-193.
  • S.N. 1990: Het Castelhof & Molenhoeve, Brochure uitgegeven door het gemeentebestuur van Dilbeek naar aanleiding van Open Monumentendag op zondag 9 september 1990, Dilbeek.
  • STEENHORST M., VERHASSELT P. & VERHASSELT M. 2006: Het Castelhof te Sint-Martens-Bodegem, Brochure uitgegeven door het gemeentebestuur van Dilbeek naar aanleiding van Open Monumentendag op zondag 10 september 2006, Dilbeek.
  • WAUTERS A. 1971 (heruitgave van 1855): Histoire des environs de Bruxelles, Description historique des localités qui formaient autrefois l'Ammanie de cette ville, deel 2, Brussel, 48-65.

Auteurs:  Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verwinnen K. 2012: Castelhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/139690 (geraadpleegd op ).


Castelhof ()

Voormalig kasteel, zogenaamd Castelhof, ten tijde van de inventarisatie klooster (Molenstraat nummer 2). Zetel van de plaatselijke heerlijkheid, afhangend van Dongelberg, vermeld sedert 1296.

Complex van witgekalkte gebouwen onder pannen- en leien daken, waarvan de ankers 1642 wijzen op de oude oorsprong, doch geen zichtbare bouwkundige elementen uit die tijd; het huidige aspect dateert uit verbouwingen en vergrotingen in de loop van de 20ste eeuw.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Castelhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39030 (geraadpleegd op ).