Historische gesloten hoeve met gebouwen uit de 19de eeuw, gelegen op een omhaagd en beboomd domein met een met gras begroeid en gekasseid erf en een gekasseide oprit. De sterk gerenoveerde hoeve bestaat uit U-vormig ingeplante bestanddelen: een woonhuis ten oosten, de stallen en de inrijpoort ten noorden en een schuurtje en een garage ten zuidwesten. Ten zuiden is de hoeve afgesloten door een bakstenen muur, waardoor het geheel een gesloten karakter krijgt.
Het Personaatshof zou een voormalige afhankelijkheid geweest zijn van het kapittel van Kamerijk en sedert 1604 van het kapittel van Mechelen. De hoeve is reeds aanwezig op de een kaart uit begin 18de eeuw (landkaart van het Sint-Janshospitaal, 1712) en tot begin 20ste eeuw was het een semi-gesloten hoeve. Tijdens de 19de eeuw was de hoeve in handen van de familie Appelmans. Op het kadaster werd in 1860 de nieuwe constructie van het woonhuis opgetekend evenals een vergroting van de landbouwgebouwen. In 1886 werd opnieuw een vergroting van de hoeve opgetekend die volgens de leggers al tien jaar eerder in gebruik was genomen. Op de mutatieschets verschijnt dan het poortgebouw dat de verbinding vormt tussen de westelijke en de noordelijk vleugel. Pas in 1939 werd de hoeve op het kadaster opgetekend als een U-vormige hoeve door de afbraak van de zuidelijke stal en de gedeeltelijke afbraak van de westelijke vleugel met langsschuur waarvan enkel de langsgevel bleef staan, dit gebeurde volgens de leggers tien jaar eerder. Op het kadaster werd een laatste maal een wijzing geregistreerd in 1942. Toen werd de westelijke vleugel nogmaals aangepast. Tussen 2003 en 2010 werden de gebouwen sterk gerenoveerd.
De toestand van de erfzijde na de renovatie is niet gekend en wordt beschreven aan de hand van een plaatsbezoek in 2003. Grotendeels witgeschilderde bakstenen gebouwen uit de 19de eeuw onder pannen zadeldaken. Onderkelderd boerenhuis op een verhoogde begane grond van zeven traveeën en anderhalve bouwlaag, rechthoekige deels beluikte vensters met hardstenen dorpels, diefijzers voor de kleine vensters en in de zesde travee een rechthoekige deur met hardstenen omlijsting; vernieuwd schrijnwerk. Erfgevel met aangepaste muuropeningen, houten rolluikkasten bij de twee bewaarde vensters en een geprofileerde hardstenen kroonlijst boven de rechthoekige hardstenen omlijsting van de deur.
Poortgebouw met steekboogvormige inrijpoort en steekboogvormige voetgangersingang links van de poort. Op het dak staat een windwijzer met de initialen G en F. Aan de erfzijde heeft de poort een rechthoekige muuropening met houten latei. De hier aansluitende stalvleugel heeft een blinde gevel langs de noordzijde en rechthoekige muuropeningen onder houten of hardstenen lateien langs de erfzijde. Tegen de gevel is ook een aalpomp aanwezig en in het dak een opening met een houten duiventil. Het schuurtje in de zuidwestelijke hoek heeft een getoogde poorttoegang. De voormalige schuur aan de westzijde is heden een open opslagplaats overdekt met een lessenaarsdak.
- Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling VII (Sint-Martens-Bodegem), 1860/3, 1886/22, 1939/4 en 1942/8.
- ROMEYNS G. 1978: Het personaatshof te Sint-Martens-Bodegem, Bodegemse Kulturele Werkgemeenschap, Sint-Martens-Bodegem.
- WAUTERS A. 1971 (heruitgave van 1855): Histoire des environs de Bruxelles, Description historique des localités qui formaient autrefois l'Ammanie de cette ville, deel 2, Brussel, 56.