Hoeve De Greef (herinventarisatie 2012) ()

Hoeve met losse bestanddelen uit de tweede helft van de 19de eeuw waarvan slechts het boerenhuis en de langsschuur resten. Ten noordoosten een naar het zuidwesten gericht boerenhuis en parallel hieraan ten zuidwesten een langsschuur en aangebouwde bergruimte. Met gras begroeid erf, aan de straatzijde afgezet met een haag.

De hoeve was in de 19de eeuw eigendom van de familie De Greef, deze familie zou hier al vanaf de 16de eeuw aanwezig zijn geweest. In 1853 werd op het kadaster een nieuwe hoeve geregistreerd op de locatie van een oudere hoeve (gebouwd en in gebruik genomen in 1852). Het woonhuis is gedateerd in een baksteen boven de deurlatei "J.D.G./ 1852". De langsschuur is gedateerd in de sluitsteen van de poort "JDG/ MCVS/ 1859" en op de imposten van de poort staan de initialen "FEDG", "JDG", verwijzend naar Jacobus De Greef en "MCVS" naar Maria Catharina Verspecht. In 1886 werd een vergroting van de hoeve opgetekend op het kadaster. Bij deze vergroting werd onder andere het dienstgebouw ten zuiden van de schuur geregistreerd. In het schrijnwerk van de poort van de schuur staan de jaartallen 1894, 1896, 1901 en een aantal initialen gegraveerd. In 1959 werd de afbraak van twee volumes geregistreerd zodat enkel de twee huidige gebouwen nog resteren van de aanvankelijk nagenoeg gesloten hoeve.

Verankerd bakstenen dubbelhuis van anderhalve bouwlaag en zeven traveeën onder kunstleien zadeldak. Beluikte rechthoekige muuropeningen met hardstenen dorpels. Op de halve verdieping rechthoekige muuropeningen onder houten lateien. Rechthoekige deur met een vlakke hardstenen omlijsting. Vernieuwd schrijnwerk. Bakstenen kordon op de borstwering. De zijgevels zijn bekleed met kunstleien. In het interieur is nog een opkamer bewaard met tegelvloer. Ook het schrijnwerk, de balkenstructuur en het gebint bleven bewaard.

Verankerde bakstenen tweebeukige langsschuur van vier traveeën onder zadeldak met golfplaten. Rechthoekige dubbele poort ingeschreven in een rondboogveld met hardstenen sluitsteen en imposten. In de noordoostgevel een rechthoekige deur onder houten latei en een kleine getoogde muuropening. In de zuidwestgevel kleine rechthoekige muuropeningen met betonnen omlijsting. Bewaard gebint.

Ten zuiden van de langsschuur aangebouwde bergruimte van twee traveeën onder een schilddak van golfplaten. De zuidelijke hoek is afgerond. De stal heeft op de begane grond twee rechthoekige muuropeningen onder houten lateien ingeschreven in een korfboogvormig veld en centraal hierboven nog een korfboogvormige en twee kleine rechthoekige muuropeningen. Luchtgleuven langs de zuidwestgevel. Mondelinge informatie meegedeeld op 23 september 2003.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Dilbeek, afdeling VII (Sint-Martens-Bodegem), 1853/11, 1886/19 en 1959/5.

Auteurs:  Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Verwinnen K. 2012: Hoeve De Greef [online], https://id.erfgoed.net/teksten/139757 (geraadpleegd op ).


Gesloten hoeve ()

Voormalige gesloten hoeve waarvan de beide stalvleugels werden gesloopt, zodat slechts het boerenhuis en de langsschuur resten. Boerenhuis van zeven traveeën met anderhalve verdieping en een zadeldak (kunstleien), in een baksteen boven de deurlatei gedateerd J.D.G. 1852. Rechthoekige vensters en deur met arduinen latei.

Langsschuur voorzien van een inrijpoort onder houten latei en bakstenen ontlastingsboog. De afgebroken stal was gedateerd 1856.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Hoeve De Greef [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39051 (geraadpleegd op ).