Teksten van Landhuis Oud Kasteel en aanhorigheden

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/39074

Landhuis Oud Kasteel en aanhorigheden ()

"Oud Kasteel", oorspronkelijk de zetel van de heerlijkheid, gelegen ten zuidoosten van de parochiekerk. Sinds het einde van de jaren 1960 ingericht als gemeentehuis, sterk gerestaureerd geheel in traditionele bak- en zandsteenstijl, in kern opklimmend tot de zeventiende eeuw. Het "oud kasteel" werd beschermd als monument bij besluit van 6 november 1961.

Historiek

In een schepenakte van 1533 ten tijde van het geslacht Doveryn, zie gemeente-inleiding, wordt er in Drogenbos al een kasteel vermeld: "een nieuw huys metten torre daer aen staende, stallen schueren, wagenhuyse...". In het testament van 1642 van Jan Niklaas Dubois, heer van Drogenbos is er sprake van "...het heerelyck huys met syne walle ende savoiren, stallinge, schuringe met eenen grooten hof ende boomgaert commende ter eenre aen het kerkhof, ter tweede met den uytersten tegen de straet..." Hieruit kunnen we opmaken dat het gelegen was aan het kerkhof zoals het nu nog bestaande complex. Voorts zijn er weinig archivalische of iconografische gegevens voorhanden.

Volgens R. Poreye werd het huidige complex opgericht als kasteel door de heren van Drogenbos in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Het zou geleidelijk gegroeid zijn door twee geïsoleerde torens te verbinden door een corps de logis; nadien werd nog een 7 meter brede vleugel toegevoegd met een lengte van 32 meter.

Toen de Soevereine Raad van Brabant op 27/10/1717 besliste Drogenbos toe te wijzen aan Marie-Henriette del Caretto y Grana, hertogin douairière van Arenberg, weduwe van hertog Filip Karel Frans van Arenberg, liet zij aansluitend een prachtig buitenverblijf bouwen tegenover de huidige hoofdingang van domein Calmeyn. Waarschijnlijk werd het oude kasteel toen omgevormd tot een woning voor de rentmeester met bijhorende hoevegebouwen, paardenstallen en een oranjerie. Van 1751 tot 1785 bleef het domein bewoond door conciërge en tuinman Joseph Wittouck. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Jacques. Tijdens de Franse Revolutie werden de bezittingen van de familie Arenberg aangeslagen; toen de eigendommen in 1806 opnieuw aan de familie kwamen, was haar financiële positie zodanig verzwakt dat de kasteelhoeve werd verhuurd en omgevormd voor verschillende functies. Zo heeft hier enige tijd een katoendrukkerij bestaan.

Tot circa 1930 zou het complex nog bewoond zijn door een huisbewaarder - boswachter. Nadien stond het vele jaren leeg; geleidelijk verdwenen de leien op het dak, waardoor het binnen regende, plankenvloeren en gebint werden aangetast; in de herhaaldelijk aangepaste muuropeningen waren nagenoeg alle vensters verdwenen. In de jaren 1960 drong een grondige restauratie zich op. Er werd gepleit om een "getrouwe oudheidkundige herstelling" uit te voeren. Bij gebrek aan archivalische en iconografische bronnen werden alle aanwezige bouwsporen nauwkeurig opgemeten en geanalyseerd als basis voor het latere restauratieontwerp, dat werd opgemaakt door de plaatselijke architect Maurice Sleewaegen. Bij de "wederopbouw" vanaf het einde van 1966, diende het bewaarde kruiskozijn met bovenliggende ontlastingsboog in de zuidelijke gevel als voornaamste basiselement voor het herstel van de vensters. Voor het ingangsportaal dat een vroeger venster verving inspireerde de architect zich op een analoog portaal (1617) dat toen bestond op het Marktplein te Zichem. De oude muren werden verstevigd met beton of gedeeltelijk afgebroken en heropgebouwd. Deze werken werden kadastraal geregistreerd in 1969. Vervolgens werd het complex op 20/09/1969 ingehuldigd als gemeentehuis.

Beschrijving

Vrijstaande, rechthoekige constructie met uitgespaarde noordoostelijke hoek, opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenstijl en opklimmend tot de zeventiende eeuw, doch met sporen van herhaaldelijke verbouwingen, onder meer aangetoond door het gebruik van diverse soorten baksteen en het voorkomen van vele bouwnaden; het geheel werd sterk gerestaureerd in de jaren 1960 naar aanleiding van de omvorming tot gemeentehuis.

Verankerde baksteenbouw, bestaande uit twee parallelle, doch aaneengesloten vleugels van twee bouwlagen respectievelijk onder links afgewolfd, leien zadeldak en een leien schilddak, beide overkragend met de nok parallel aan de straat en voorzien van dakkapellen, de westelijke vleugel vermoedelijk als latere uitbreiding. De oostelijke vleugel bestaat uit een gedeelte links van vijf traveeën met lijstgevel en een vierkant gedeelte rechts van twee traveeën; laatstgenoemd wordt afgedekt door twee kruisende zadeldaken met aan de vier zijden een trapgevel (vier treden en een topstuk); het gaat hier mogelijk om een ouder, oorspronkelijk torenvormig overblijfsel (één van de geïsoleerde torens aangehaald door Poreye?). Oorspronkelijk verwerking van Lediaanse zandsteen voor de plint, hoekblokken, omlijstingen van de muuropeningen en venstermonelen, bij de restauratie voor het grootste deel vervangen. De huidige kruiskozijnen met dubbele ontlastingsboogjes werden in de jaren 1960 hersteld naar het voorbeeld van het enige bewaarde kruiskozijn in de zuidelijke gevel. De oorspronkelijke muuropeningen waren meermaals aangepast en/of gedicht en verplaatst, maar door enkele bewaarde ontlastingsboogjes of andere sporen kon de plaats van de oorspronkelijke muuropeningen meestal vastgesteld worden. Inkomtravee gemarkeerd door een gedrukte rondboogpoort als kopie van een poort in Zichem; bekronende oculus met wapenschild van de gemeente. Travee hogerop uitlopend op een dakvenster met laadluik en windborden. Eenvoudige achtergevel met links een korfboogarcade, gedeeltelijk geopend bij de restauratie en refererend aan de voormalige aanwezigheid van een koetshuis; heden voorzien van grote rechthoekige vensters. Voorts kruiskozijnen en een kleine rondboogdeur waarvan het uitzicht aansluit bij de inkom in de voorgevel. Het bekronende venster is een toevoeging uit de jaren 1960.

Bij de restauratie in de jaren 1960 werd het interieur nagenoeg volledig ingericht in een eigentijdse stijl, aangepast aan de behoeften voor de functie als gemeentehuis. Enkel in het kabinet van de burgemeester, de trouwzaal en de ruimte voor de gemeenteraad voorzag Sleewaegen een haard en smeedijzerwerk als referentie aan het oorspronkelijke uitzicht. De zolder werd ingericht met een vergader- en een feestzaal.

De aangepaste 19de-eeuwse bijgebouwen gelegen achter het kasteel werden kadastraal geregistreerd als stal en koetshuis in 1877 en zijn nu ingericht als werkatelier. Het volume werd bewaard; de vensters werden echter volledig gewijzigd; de voorheen gekoppelde, rechthoekige benedenvensters werden vervangen door ruime rechthoekige; de getoogde bovenvensters werden ook vergroot en gewijzigd in rondbogige, zie oude foto's.

  • Kadaster Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Drogenbos, afdeling I, 1877/6, 1969/7.
  • Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Onroerend Erfgoed, Vlaams-Brabant, Dossier Oud Kasteel Drogenbos, Briefwisseling Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen.
  • Droogenbosch anno 1798. Een historische schets, Brochure 10de Open Monumentendag, 12 & 13 september 1998, p. 10-11.
  • Drogenbos. Een dorp tussen grootstad en platteland. Beelden van toen in foto’s en prentkaarten, Heem- en Geschiedkundige Kring, s.l., 1993, p. 6.
  • Europese invloeden in Drogenbos, Brochure 11de Open Monumentendag, 12 september 1999.
  • MARTENS P., Drogenbos in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972, nummer 56.
  • POREYE R., Drogenbos, son église et son vieux château, in Brabant, 1966, p. 13-15.
  • THEYS C., Geschiedenis van Drogenbosch, Brussel, 1942.

Bron: KENNES H. met medewerking van DAVELOOSE B. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Drogenbos, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB9, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2009: Landhuis Oud Kasteel en aanhorigheden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125936 (geraadpleegd op ).


Oud kasteel van Drogenbos ()

Voormalig "Oud" kasteel van Drogenbos, heden Gemeentehuis. Zetel van de plaatselijke heerlijkheid, gelegen ten zuidwesten van de kerk. In zijn huidige vorm is het een doodgerestaureerd gebouw van bak- en zandsteen in traditionele stijl, waarvan de kern vermoedelijk kan opklimmen tot de 17de of de eerste helft van de 18de eeuw.

Ingerichte aanhorigheden uit de 19de eeuw.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Landhuis Oud Kasteel en aanhorigheden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39074 (geraadpleegd op ).