Tijdens het ancien régime bezat de op het eind van de 11de eeuw gestichte benedictinessenabdij van Vorst in het zuidwesten van Brabant vier belangrijke hoeves: het hof te Reinsberg, het hof te Ham en het hof te Reepingen in Vollezele en het hof Tasseniers in Galmaarden. Dit laatste vormde er het centrum van haar uitgestrekt grondbezit en was bovendien veruit het grootste hof van de regio. Sinds 1164 was de abdij van Vorst in het bezit van het hof Tasseniers toen ze het samen met het personaat van de altaren van Galmaarden en Meerbeek aankocht van de abdij van Sint-Winoksbergen in Frans-Vlaanderen. De benaming Tasseniers (Thasniert 1233, curtis de Tasseniert 1323) is volgens Lindemans afgeleid van het Franse thasnier (tasnière) wat dassenhol zou betekenen.
Volgens het kaartboek van de abdij uit 1631 bestond de hoeve uit een groot, zeer onregelmatig blok met weidegronden langsheen de Beverbeek en akkergronden. Ten westen lag een perceel genaamd ‘Den Bosch’. De hoeve zelf is er voorgesteld als een omvangrijke, onregelmatige structuur van in los verband gegroepeerde gebouwen met aan de noord- en zuidzijde een langgerekte waterpartij mogelijk duidend op een reeds deels verdwenen walgracht. Ten westen van het hof lag een grote boomgaard.
Op de kabinetskaart van de Ferraris ligt de hoeve ten noorden van Galmaarden, aan de rand van de kouter en vlakbij de Beverbeek. In het zuidwesten leidt een toegangsdreef naar de hoeve die omgeven is door een uitgestrekte boomgaard en achter het woonhuis een grote moestuin.
In de 19de eeuw is de toegangsdreef in het zuidwesten verdwenen. Vermoedelijk gebeurde dit simultaan met het bouwen van de Langsschuur in 1792, gezien de initiële toegang van de hoeve daarlangs verliep. De Atlas der Buurtwegen toont meerdere voetwegen die elkaar kruisen aan de rand van het hoeveperceel zoals de Hollebeekkauterweg en de Langveldweg. Langs de Damstraat liggen twee smalle vijvers die zichtbaar blijven tot het einde van de 19de eeuw.
In de eerste helft van de 20ste eeuw wijzigt de perceelstructuur en wordt het nieuwe hoeveperceel ten noorden en ten westen begrensd door een losweg. De voetwegen blijven behouden. Daarnaast zijn de historische poelen op de site vervangen door een bron op het perceel en een afgebogen aftakking die verder loopt onder de Damstraat richting de vallei. Er is een toename van weilandpercelen afgeboord met hagen en houtkanten ten koste van akkerland. Rondom de hoeve blijft de boomgaard behouden tot de jaren 1980. Tegen het einde van de 20ste eeuw is de boomgaard verdwenen. Ook de bomenrijen die de percelen onderling verdeelden, zijn grotendeels verdwenen. In 2017 werden de populieren langs de Damstraat en de toegangsweg tot de hoeve gekapt.
Beschrijving van het bouwkundig erfgoed op basis van inventarisatie uitgevoerd in 1975:
Mooi ingeplante hoeve met geplaveid erf toegankelijk langs een korte, met hagen afgeboorde canadadreef; vierkante hekpijlers in de bakstenen afsluitmuur. Sedert de afbraak van een vleugel na 1945 hoort ze tot het semi-gesloten hoevetype.
Boerenhuis met één bouwlaag en negen traveeën onder een zadeldak met klokkenruiter en geprofileerde daklijstbalkjes; de constructie klimt op tot 1688 (imposten) doch werd aangepast in 1821 (achterdeur); naderhand werd de voorgevel nog voorzien van een bekleding van schijnbaksteen en van een nieuwe plint. Rechthoekige vensters in geschilderde arduinen omlijstingen en een gelijkaardige deur die echter van een oudere omlijsting de imposten (gedateerd ANNO/ 1688) en de sluitsteen met wapenschild van de abdij van Vorst heeft hergebruikt. Achtergevel met getraliede vierkant omlijste venstertjes met sponning en een rechthoekige deur, tussen een kronkel in reliëf op de latei gedateerd 1821.
Lange stalvleugel (huis) afgedekt met een zadeldak (golfplaten), opklimmend tot de 18de eeuw. Geschilderde baksteenbouw met gebruik van zandsteen (plint) en arduin (beschilderde omlijstingen). Gevel geritmeerd door vierkante en rechthoekige muuropeningen (deurstijlen met negblokken) en dakvensters; korfboogpoort naar de weiden.
Ruime langsschuur onder zadeldak (pannen) met wolfseinden door middel van gesinterde stenen in de langsgevel gedateerd 1792. Zandstenen hoekstenen steigergaten en een korfboogomlijsting met negblokken in de zijgevel; rechthoekige deuren van arduin in de met bakstenen muizentand afgewerkte langsgevel.
Vandaag is de hoeve omgeven door weilandpercelen in de vallei. Ten westen van de hoeve loopt nog een onverharde voetweg. Het hoeveperceel wordt volledig begrensd door een meidoornhaag en deels door een jonge populierenrij. Ook langs de met porfier gekasseide toegangsweg werden populieren aangeplant langs de meidoornhaag. Een opgaande es markeert de erftoegang en wordt gebruikt om een smeedijzeren hek aan op te hangen dat toegang biedt tot de achterliggende weides. De poel en waterbron worden gemarkeerd door enkele knotwilgen. De waterbron loopt verder richting het oosten via een ondiepe gracht met enkele knotwilgen erlangs.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Verdurmen, Inge; Van Aerschot, Suzanne; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Verdurmen I. & Van Aerschot S. & Paesmans G. 2024: Hoeve Hof Tasseniers [online], https://id.erfgoed.net/teksten/433616 (geraadpleegd op ).
Voormalig landgoed van de abdij van Vorst die het in 1164 van de abdij Sint-Winoksbergen had gekocht; mooi ingeplante hoeve met geplaveid erf toegankelijk langs een korte, met hagen afgeboorde canadadreef; vierkante hekpijlers in de bakstenen afsluitmuur. Sedert de afbraak van een vleugel na 1945 hoort ze tot het semi-gesloten hoevetype.
Boerenhuis met één bouwlaag en negen traveeën onder een zadeldak met klokkenruiter en geprofileerde daklijstbalkjes; de constructie klimt op tot 1688 (imposten) doch werd aangepast in 1821 (achterdeur); naderhand werd de voorgevel nog voorzien van een bekleding van schijnbaksteen en van een nieuwe plint.
Rechthoekige vensters in geschilderde arduinen omlijstingen en een gelijkaardige deur die echter van een oudere omlijsting de imposten (gedateerd ANNO/ 1688) en de sluitsteen met wapenschild van de abdij van Vorst heeft hergebruikt.
Achtergevel met getraliede vierkant omlijste venstertjes met sponning en een rechthoekige deur, tussen een kronkel in reliëf op de latei gedateerd 1821.
Lange stalvleugel (huis) afgedekt met een zadeldak (golfplaten), opklimmend tot de 18de eeuw. Geschilderde baksteenbouw met gebruik van zandsteen (plint) en arduin (beschilderde omlijstingen). Gevel geritmeerd door vierkante en rechthoekige muuropeningen (deurstijlen met negblokken) en dakvensters; korfboogpoort naar de weiden.
Ruime langsschuur onder zadeldak (pannen) met wolfseinden door middel van gesinterde stenen in de langsgevel gedateerd 1792. Zandstenen hoekstenen steigergaten en een korfboogomlijsting met negblokken in de zijgevel; rechthoekige deuren van arduin in de met bakstenen muizentand afgewerkte langsgevel.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Hoeve Hof Tasseniers [online], https://id.erfgoed.net/teksten/39080 (geraadpleegd op ).