De "hard" gerestaureerde molen is gelegen op de Dijle en werd gebouwd in 1470 als onderdeel van een groots geheel dat bestond uit zeven molens. In 1823 samen met drie andere door brand vernield; in november 1823 werd de Volmolen reeds hersteld en in de loop van 1949 en 1980 gerestaureerd. Volgens H. Sermeus vermoedelijk spuihuis, bedieningscentrale voor de regeling van de waterstand en het waterdebiet op de Dijle; in gebruik tot 1907 toen de afleidings-Dijle met het sluizenstelsel voltooid was.
Molen opgetrokken uit witte steen en hout onder zadeldak (leien, nok loodrecht op de straat); voorgevel met houten beplanking voorzien van windborden en topstuk; oculus. Blinde houten achtergevel. Bij de laatste restauratie werd het houtwerk volledig vernieuwd, behalve het onderste gedeelte met horizontale beplanking. Zijmuren elk rustend op een der twee bruggenhoofden met een reeks laatgotische spuibogen, volgens M. Kocken zogenaamd 't Gat. Mechanisme ontbreekt.
SERMEUS H., De houten huizen van Mechelen, Mechelen, 1981, p. 84-87.
Bron: EEMAN M., KENNES H. & MONDELAERS L. 1984: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Mechelen, Binnenstad, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 9n, Brussel - Gent. Auteurs: Eeman, Michèle; Mondelaers, Lydie; Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)