Café in neotraditionele stijl op de hoek van Braderijstraat en Zilversmidstraat naar een ontwerp door de ingenieur-architect Walter Van Kuyck uit 1901. Opdrachtgever was de Zeeuwse tekenaar-scheepsbouwer Joannes Van der Klip (°Kampen, 1858) die zich in 1881 vanuit Middelburg te Antwerpen gevestigd had. Hij trad er in 1884 in het huwelijk met Anna Catherina Van den Broeck (°Antwerpen, 1862), en kreeg twee zonen Henri en Jean, en een dochter Antoinette geboren in 1886, 1887 en 1892. Van 1894 tot eind 1900 woonde het gezin in Temse. Op dit perceel bevond zich eertijds het huis "d' Eeckhorenken" gebouwd in 1587 door Joos Limbos. "In Het Huwelijksbootje" werd gerenoveerd als onderdeel van het woonproject “De Zeven Schaken” op de hoek van Braderijstraat en Zilversmidstraat, naar een ontwerp door de architecten Driesen, Meersman en Thomaes uit 1999, uitgevoerd vanaf 2000.
"In Het Huwelijksbootje" geldt als het debuutwerk van Walter Van Kuyck, die in de vroege jaren 1900 ook het Moederhuis in de Vinkenstraat ontwierp. Het oeuvre van de ingenieur-architect bestaat in deze periode hoofdzakelijk uit burgerhuizen, stadsvilla's en landhuizen in stijl variërend van cottage en gematigde art nouveau, tot de klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. Tot deze laatste categorie behoren de eigen woning in de Jan Blockxstraat uit 1905, en het monumentale woon- en handelspand Coetermans uit 1906 op de hoek van Leysstraat en Jezusstraat. Zijn sleutelwerk uit het interbellum is de imposante Koloniale Hogeschool in art-decostijl aan de Middelheimlaan.
Ondiep hoekgebouw van één bij vier traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de Zilversmidstraat, leien) met getrapt aandak. De trapgevel aan de Zilversmidstraat en de lijstgevel aan de Braderijstraat, hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in Vlaams verband, met smeedijzeren sierankers. Van witte natuursteen is gebruik gemaakt voor de pui en plint, speklagen, waterlijsten, hoekkettingen, kruiskozijnen, negblokken, steigergaten en topstukken. De hoekpenant is over de eerste twee bouwlagen getrapt afgeschuind, opgevangen door gelede kraagstenen. Rechthoekige deuren met middenkalf op kraagstenen en getralied bovenlicht, het caféportaal overhoeks en de privé-inkom uiterst rechts. Verder bestaat de cafépui uit brede korfboogvensters met een geprofileerde waterlijst op doorgetrokken imposten; een tondo waarin een gebeeldhouwd reliëf dat een zeilschip met een echtpaar onder een maan- en sterrenhemel verbeeldt, verwijst naar de huisnaam. Registers van enkele of dubbele kruiskozijnen en kloosterkozijnen vanaf geprofileerde waterlijsten in de bovenbouw. De tweeledige, getrapte geveltop van zeven treden met schouderstukken en overhoekse pinakels waarop bolornamenten, wordt geopend door een drielicht: centraal rondboogluik met diamantkopsleutel en imposten, geflankeerd door kloosterkozijnen. Bekronende cartouche met bouwjaar 1901 en een rechthoekig luik. De zijgevel wordt gemarkeerd door twee getrapte dakvensters van drie treden met schouderstukken en een overhoeks topstuk waarop een bolornament; rechthoekige opening met druiplijst en balkgat.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1901#769 en 86#990394; foto PB#2534; vreemdelingendossier 481#46928.