Geheel van twee neoclassicistische burgerhuizen, volgens de bouwaanvraag uit 1855 opgetrokken in opdracht van de heer Dillen. Het betreft mogelijk procureur Vincent Henri Dillen. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Rijwoningen van drie bouwlagen en elk drie traveeën onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen uitstralend boven de muuropeningen op de begane grond, en een geprofileerde hardstenen plint. Horizontaal geleed door de brede, geprofileerde en gekorniste puilijst, en symmetrisch van opzet, wordt de pui gemarkeerd met licht vooruitspringende hoekrisalieten, waarin rondboogdeuren in geprofileerde omlijsting. Registers van rechthoekige vensters, op de begane grond getralied, op de eerste verdieping vanaf de puilijst, op de lage tweede verdieping met individuele lekdrempels. Van het klassiek hoofdgestel rest de houten kroonlijst op klossen. Bewaarde houten vleugeldeuren met ijzeren waaier in het bovenlicht.