De heerlijkheid Budingen wordt sedert de 15de eeuw vermeld als bezit der familie Rolin; in 1530 wordt ze verworven door J. de Marnix langs wiens familie ze einde 16de eeuw vervalt aan het geslacht de Lutzerat; in 1743 wordt het goed gekocht door P.A. Walckiers, in 1799 door F.B. Ottevaere en in 1832 door J.B. 't Serstevens, langs wie het door huwelijk in het bezit kwam van de familie de Jonghe d'Ardooie.
Het huidige gebouw in classicistische stijl dateert van 1743 doch werd in neoclassicistische getinte stijl enigszins aangepast in 1896 (beide jaartallen in het gevelfronton), kort nadat de baan Halle-Edingen werd aangelegd, zodat de vroegere verbindingsdreef met de aloude Brabantsebaan (Halle-Gaasbeek) buiten gebruik geraakte (enkele oude beuken in het park en twee hekpijlers wijzen het tracé). De vermoedelijk tot dan meer eenvoudige achtergevel werd naar het model van de voorgevel met arduin bekleed (duidelijk verschil van steensnede), en toen werden ook de bestaande zadeldaken verbouwd tot het huidige mansardedak (leien).
U-vormig gebouw met twee bouwlagen van vijf traveeën met vooruitspringende hoekrisalieten van twee traveeën.
De gevels worden verticaal geleed door hoekpilasters met ingediepte voegen en horizontaal geritmeerd door twee registers van hoge steekboogvensters. Middentraveeën bekroond met een fronton.
Het huidige staatsieplein is toegankelijk via hekken gevat tussen arduinen pijlers en is geflankeerd door wagenhuizen geleed door bakstenen pilasters en rondbogen.
Ten noorden sluit daarbij de kasteelhoeve aan.