Geheel van drie gekoppelde meergezinswoningen in neoclassicistische stijl, gebouwd in opdracht van de heer J.B. Peeters-Van Dijck naar ontwerp door de architect Frans Claes uit 1892. Aan de Plantinkaai kwam in 1893 een tweede, gelijkaardig geheel van twee panden tot stand. Het ensemble is een representatief voorbeeld van de oorspronkelijke bebouwing aan de verbrede Scheldekaaien. Omstreeks 1993 werd het linker pand (Ernest Van Dijckkaai 23) gesloopt voor een nieuwbouwflat.
Frans Claes was in Antwerpen vermoedelijk actief van begin jaren 1880 tot omstreeks 1905. Hij liet een bescheiden, veeleer conventioneel oeuvre na, overwegend in neoclassicistische stijl.
De gekoppelde rijwoningen met bepleisterde en beschilderde lijstgevels van elk drie traveeën breed, omvatten vier bouwlagen onder een zadeldak. De cafépuien van de twee linker panden (nummers 23-24) vormden oorspronkelijk een rondboogarcade met diamantkopsleutels, waterlijsten op doorgetrokken imposten en geblokte pijlers; het bredere rechter pand (nummer 25) had een klassieke winkelpui met middenportaal en privé-inkom. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en kordonvormende lekdrempels, beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantieschema. Registers van rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen, tandlijst en consoles vormt de gevelbeëindiging.
Oorspronkelijk werd de begane grond ingenomen door een café of winkel, en de bovenverdiepingen door huurkwartieren, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Gekoppelde rijhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203830 (geraadpleegd op ).
Drie identieke rijhuizen van elk drie traveeën en vier bouwlagen onder plat dak uit 1892. Neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevels met rechthoekige vensters in riemomlijsting en met doorlopende lekdrempels. Laatstgenoemde horizontaliseren de gevelwand samen met de brede kordons die de verdieping markeren. Gevelbeëindiging door middel van kroonlijst met tandlijst, klossen en modillons; laatstgenoemde onderling verbonden door kordon. Verbouwde benedenverdieping.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Gekoppelde rijhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/3968 (geraadpleegd op ).