Teksten van De witten Schilt

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/3979

De witten Schilt ()

Historiek

Traditioneel diephuis genaamd “de witten Schilt", waarvan de oorsprong minstens opklimt tot begin 15de eeuw, in het bezit van onder meer de families De Wilde, Van Hove, Bode en Le Felon. Het brandde volledig af tijdens de Spaanse Furie in 1576, en werd in 1584 heropgebouwd door de drogist Jan Bode. In 1866 liet de heer Donner het pand door de architect Heliodore Leclef verbouwen tot een pakhuis van twee traveeën en vier bouwlagen, achter een neoclassicistisch gevelfront. De Stad Antwerpen kocht het pand in 1881 aan.

Het gebouw werd gesloopt en heropgebouwd als onderdeel van het nieuwe Volkskundemuseum, naar ontwerp van architect Henri Van Dijk uit 1951, uitgevoerd door het aannemersbedrijf Stevens in 1952-1955. Van dit nieuwbouw- en restauratieproject maakten ook de vier aanpalende panden Gildekamersstraat 2 tot 4 en 6 deel uit. Met uitzondering van de zorgvuldig geschoorde renaissancegevels van "de Lelie" en "de Mane", werd het volledige huizenblok gesloopt en vervangen door een eigentijds museumgebouw, met een structuur uit gewapend beton en doorlopende vloerniveaus zonder niveauverschillen. Beide bewaarde gevels werden gerestaureerd, de overige naar de bestaande opstand of vrij gereconstrueerd, net als de achtergevels. Het destijds vervallen huizenblok was al in 1935 met afbraak bedreigd, voor de bouw van een kantoorcomplex voor de stadsadministratie, een plan dat op georganiseerd protest stuitte van talrijke erfgoed- en architectenverenigingen verenigd in het Verweercomiteit voor de Gildekamersstraat, en uiteindelijk werd afgevoerd.

Het Volkskundemuseum, in 1907 opgericht als eerste folkloremuseum in België op basis van de collectie van de dichter Max Elskamp, was oorspronkelijk gevestigd in de Heilige Geeststraat en vanaf 1935 in een vroegere meisjesschool in de Sint-Andriesstraat, die begin 1945 werd geteisterd door een vliegende-bominslag. Het Volkskundemuseum opende zijn deuren in de Gildekamersstraat op 29 maart 1958, en was hier gevestigd tot 2007, waarna de collecties werden geïntegreerd in het nieuwe Museum aan de Stroom (MAS). De gebouwen werden samen met deze van het vroegere Etnografisch Museum aan Suikerrui en Kaasstraat in 2016-2018 heringericht tot het DIVA, het museum voor edelsmeedkunst, juwelen en diamant.

Henri Van Dijk studeerde af als architect in 1912, en was van 1920 tot 1930 geassocieerd met zijn vader Frans Van Dijk. Vervolgens nam hij de praktijk over, en voltooide een reeks projecten die al eerder waren aangezet, zoals de vergroting van het Gerechtshof aan de Britselei. In opdracht van Albert Kreglinger stond hij tussen 1947 en 1949 in voor de heropbouw van de huizen "de Pauw" en "den bonte Mantel" op de hoek van Grote Markt en Wisselstraat. In 1956 kreeg Van Dijk van de Stad Antwerpen opdracht een Etnografisch Museum te ontwerpen op de percelen palend aan het Volkskundemuseum, op de hoek van Gildekamersstraat en Zilversmidstraat. De plannen en het bestek werden in 1961 door de gemeenteraad goedgekeurd, maar naar het einde van de jaren 1960 afgevoerd.

Architectuur

Diephuis van vier traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien). De trapgevel van elf treden met overhoeks topstuk heeft een volledig natuurstenen parement met een kwarthol geprofileerde sokkel, voorzien van muurankers met gekrulde spie. Voor de reconstructie werd teruggegrepen naar iconografische bronnen, daterend van vóór de verbouwing tot pakhuis in 1860. Het opengewerkte gevelfront met een skeletstructuur, is opgebouwd uit registers van gekoppelde kruiskozijnen met druiplijst, gemarkeerd door doorgetrokken waterlijsten. De penanten van de pui en insteekverdieping zijn versierd met beslagwerk, wortelmotieven en diamantkoppen, afgewerkt door een klassiek entablement met gelede architraaf, fries en kroonlijst; smeedijzeren traliekorven op de begane grond en kelderluik in de sokkel. Rondboogdeur in een natuurstenen omlijsting naar barok model in de rechter travee, met geblokte pilasters en archivolt, afgewerkt door een voluutsleutel en een gekorniste, gestrekte waterlijst. De tweeledige, door waterlijsten gelede geveltop, wordt geopend door twee drielichten: rechthoekig middenluik met latei op kraagstenen tussen kruiskozijnen alle met druiplijsten in de eerste geleding, rondboogluik met diamantkopsleutel en -imposten tussen rechthoekige zijvenstertjes onder een balkgat in de tweede geleding. Achtergevel: vrij gereconstrueerde trapgevel met een natuur- en bakstenen parement.

  • ASAERT G. 2005: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen. Vijf eeuwen bewoningsgeschiedenis, Zwolle/Antwerpen, 223-226.
  • HUYBRECHS J. 1994: Frans Van Dijk Architect te Antwerpen, Antwerpen, 216-220.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De witten Schilt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/297787 (geraadpleegd op ).


De Witten Schilt ()

Voormalig huis "den Witten Schilt". Diephuis van vier traveeën en drie verdiepingen + insteekverdieping afgedekt met zadeldak (leien), gebouwd circa 1580, en vrij gereconstrueerd in 1952-55.

Trapgevel met vernieuwd zandstenen parement; geprofileerde plint onderbroken voor keldermond en -vensters.

Verticaliserende werking van de gekoppelde kruiskozijnen, licht gemilderd door geprofileerde puilijst en doorlopende kordons. Trapgevel - bekroond door overhoeks topstuk - geopend met drielichten: rechthoekig middenluik met latei op consoles geflankeerd door kruiskozijnen; hierboven rondboogvormig middenluik met sluitsteen en imposten met diamantkop, tussen rechthoekige zijvenstertjes.

Penanten van de benedenverdieping versierd met beslagwerk en diamantkoppen: vensters voorzien van tralies.

Neobarokke ingangsomlijsting: geblokte rondboogdeur voorzien van sluitsteen, geprofileerde imposten en neuten en bekroond door gekorniste druiplijst.

Achtergevel: vrij gereconstrueerde trapgevel met zand- en bakstenen parement in 1952-55.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De witten Schilt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/3979 (geraadpleegd op ).