Traditioneel diephuis genaamd “de Swane", waarvan de oorsprong minstens opklimt tot het tweede kwart van de 14de eeuw, in het bezit van het geslacht Van der Elst. Het brandde volledig af tijdens de Spaanse Furie in 1576, en werd in 1580-1581 heropgebouwd door Jan van Kestelt. In 1633 verkochten Peeter Rijmeersch en Christina Swijns het pand aan het Passementwerkersambacht, die het tot de opheffing door het Franse Bewind als gildehuis gebruikten. Tijdens de eerste helft van de 19de eeuw werd de gevel in neoclassicistische stijl aangepast met vervanging van de geveltop door een bijkomende verdieping, maar behoud van het barokpoortje. Omstreeks 1900 vestigde de Stad Antwerpen hier enkele politiediensten, als uitbreiding van het aanpalende hoofdcommissariaat in “den Os”. De voor- en achtergevel van het gebouw werden vrij gereconstrueerd naar een ontwerp door de architect Gaston Laporte uit 1953, onder supervisie van stadsarchitect Ferdinand Peeters uitgevoerd in 1954. In dezelfde periode tekenden beide ook voor de heropbouw van de gevelrij aan de zuidzijde van de Grote Markt.
Diephuis van vier traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien). De trapgevel van tien/negen treden met overhoeks topstuk, heeft een parement uit bak- en natuursteen, met een kwarthol geprofileerde sokkel en negblokken, speklagen en een wigvormig ontlastingssysteem, voorzien van smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Het opengewerkte gevelfront met een skeletstructuur, is opgebouwd uit registers van gekoppelde kruiskozijnen op begane grond en bovenverdiepingen en bolkozijnen op de insteekverdieping, alle met druiplijst; diefijzers op de begane grond en cordonvormende lekdrempels op de bovenverdiepingen. De drieledige, door waterlijsten gemarkeerde geveltop wordt in het eerste register geopend door een rondboogluik met diamantkopsleutel en imposten tussen kruiskozijnen met druiplijst; rechthoekig drielicht met lager middenluik en druiplijsten in het tweede register, rechthoekig luik en balkgat in de top. Barokke rondboogpoort in een geblokte omlijsting uit blauwe hardsteen met jaartal “A. 1631”, mogelijk herkapt naar het oorspronkelijke model bij de reconstructie van de gevel. Geprofileerd, spiegelbogig beloop voorzien van neuten, imposten en een gegroefde sluitstee met jaartal, onder een gekorniste, gestrekte waterlijst op voluten. Achtergevel: gereconstrueerde trapgevel met een bak- en natuursteenparement.
- ASAERT G. 2005: Honderd huizen aan de Grote Markt van Antwerpen. Vijf eeuwen bewoningsgeschiedenis, Zwolle/Antwerpen, 217-220.