Semi-gesloten hoeve genaamd "Noordhof". Gebouwd met traditioneel boerenhuis uit de 18de eeuw (1750-60 volgens bewaarde akten) en hoevegebouwen uit de 19de eeuw rondom de twee zijden van de binnenplaats, en met een notelaar bij de ingang. Eénlaags boerenhuis (nok loodrecht op straat) van vier traveeën met zadeldak (pannen); witgekalkt baksteenmetselwerk met gecementeerde plint en een brede kwartholle bepleisterde daklijst. Drie behouden kruisvensters van zandsteen met getralied bovenlicht, slagvensters en een dubbele ontlastingsboog van gesinterde bakstenen. Rondboogdeur in een omlijsting met kwarthol beloop, uitspringende imposten en sluitsteen.
Getraliede kloosterkozijnen in de achtergevel. Met vlechtingen afgewerkte zijpuntgevels voorzien van top- en schouderstukken; in de straatgevel nog een duiventil, een niskapelletje en rondboogvensters (19de eeuw).
Links, in het verlengde, bakstenen stal onder zadeldak (pannen) uit de 19de eeuw; voorgevel verrijkt met speklagen van gesinterde baksteen, overhoekse muizentand en voorzien van steekboogvormige vensters en deuren van baksteen uit de 19de eeuw. Ertegenover, langsschuur onder zadeldak (golfplaten), op een ingemetselde steen aan de erfzijde gedateerd "LDMDT 1853" baksteenmetselwerk geritmeerd door bakstenen pilastertjes; rechthoekige inrijpoort onder houten latei met een breed, segmentboogvormig ontlastingssysteem van meerdere streklagen bakstenen. Ernaast, karrenhuis met zadeldak (pannen), uit de 19de eeuw; drie korfbogen van baksteen (twee dichtgemetseld) met zandstenen imposten.