Hoeve, mogelijk hof ter Candriessche, zoals vermelding van 1617 tot 1700, later zogenaamd "het lammeke" in gehucht Candries; nadien naamsverwisseling. De oorsprong van de hoeve klimt minstens op tot 1281. Van de oude inplanting getuigt een poel bij oude wilgen als overblijfsel van een gracht(?).

Verbouwd hoevetje met enkele oudere behouden elementen; in de voor- en achtergevel, een zandstenen deurtje met lateiconsooltjes; sporen van zandstenen cordons in de beraapte voorgevels; een steil zadeldak (pannen) en een schouderstuk.

In de zijpuntgevel met breukstenen sokkel bevindt zich een ingemetseld, in lokale natuursteen uitgewerkt nisvormig, barok kapelletje met sporen van beschildering. In 1645, zie opschrift, werd het aangebracht tegen de nieuwgebouwde stalvleugel door de toenmalige eigenaar Servaes Godts, meier van Steenokkerzeel en Humelgem van 1645 tot 1670. De spitsboognis op bewerkte kraagstenen, gevat tussen Korinthische zuiltjes met bloemmotief op de zwikken, zijn bekroond met een entablement met druiplijst en het opschrift “1645/ Ter eeren Goodts en/ zijn glorie Marias/ groote victorie en tot/ Servaes Godts memorie”. Er staat ook een recent Mariabeeldje.