In kern traditioneel diephuis op de hoek van Groenplaats en Zwaluwstraat, dat minstens opklimt tot de 17de eeuw. Het pand werd volgens de bouwaanvraag uit 1858 in neoclassicistische stijl aangepast en verhoogd met een tweede verdieping. De oorspronkelijke trapgevel van zeven treden met overhoeks topstuk, werd in de eenledige top geopend door een drielicht met rondbogig middenluik. Opdrachtgever van de verbouwing was Charles Marie Sevestre, notaris van 1832 tot 1865, die een hotel betrok op het aanpalende perceel, aan de Groenplaats afgesloten door een hoge tuinmuur met koetspoort. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Hoekhuis van twee bij vier traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak (nok loodrecht op de straat, pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een winkelpui met zijportaal in de drie rechter traveeën, en een enkelhuisopstand met schijnvoegen in de drie linker traveeën. Verkleinende registers van rechthoekige bovenvensters, achtereenvolgens op cordonvormende en individuele lekdrempels met onderdorpel. De voorgevel en de brede door lisenen gemarkeerd aansluitende travee van de zijgevel, onderscheiden zich door geriemde vensteromlijstingen, voluutconsoles onder de lekdrempels en gietijzeren parapetten op de tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries en voluutconsoles onder de vernieuwde, oorspronkelijk houten kroonlijst met tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. De winkelpui is verbouwd.

Hoekhuis met drie bouwlagen onder schilddak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in neoclassicistische stijl uit het derde kwart van de 19de eeuw. Voorgevel van twee traveeën en één travee van de zijgevel met rechthoekige vensters in riemomlijsting. Consoles, waartussen casementen werden uitgewerkt, schragen de lekdrempels op de derde bouwlaag en de kroonlijst, laatstgenoemde ook voorzien van een tandlijst. Verbouwde begane grond en storende lichtreclames.