Zo genaamd naar het sedert de 13de eeuw vermelde Pajottenlandse geslacht Bree-Eik; als hoeve vermeld sedert 1406, en alsdan in het bezit van de familie van Heetvelde, nadien door vererving eigendom van de familie de Mol: in 1680 verworven door L.J. de Pape wordt het goed in 1837 verkocht door diens nakomelingen aan J.B. 't Serstevens, wiens familie het nog bezit. Heden is het een enorme gesloten hoeve met witgekalkte gebouwen van baksteen uit de 18de en 19de eeuw gegroepeerd rondom twee geplaveide binnenplaatsen; belangwekkend omwille van het omvangrijk volume, zeer mooi gelegen te midden van uitgestrekte akkers.
Ten westen, overluifelde rondbooginrijpoort uit midden 18de eeuw, net geprofileerde en geringde omlijsting van arduin bekroond met een gekorniste druiplijst. Links, aanpalend boerenhuis van zeven traveeën met één bouwlaag en zadeldak (kunstleien) met vier houten dakkapellen, opklimmend tot de eerste helft van de 18de eeuw of zelfs 17de eeuw (nog oudere kern?) doch met verbouwingen. Aangepaste rechthoekige vensters met erboven behouden dubbele ontlastingsbogen van een bakstenen rollaag, wijzend op vroegere kruisvensters. Rechthoekige deur met smalle omlijsting van arduin (19de eeuw). Laatste travee ten noorden met twee bouwlagen en een overwelfde kelder.
Op de noordoost- en zuidoostzijde, stalvleugels met zadeldaken (pannen of kunstleien) en wolfseinden in de noordoostvleugel; rechthoekige muuropeningen van arduin (19de eeuw); de zuidoostvleugel vormt de grens tussen beide binnenplaatsen. Langsschuur op de zuidwestzijde onder stomp zadeldak (golfplaten) en met ijzeren gebint, heropgebouwd na brand van de eerste schuur tijdens de Tweede Wereldoorlog; schuurpoort met betonnen latei doch posten van arduin.
Tweede binnenplaats toegankelijk ten zuiden langs een poortgebouw met zadeldak (kunstleien), uit midden 18de eeuw; arduinen rondboogpoort met negblokken, imposten en sluitstenen. Ernaast, in de zuidwestvleugel, éénlaags boerenhuis van zeven traveeën met zadeldak (pannen), in een gevelsteen naast de deur gedateerd 17..(?). Steekboogvensters in omlijstingen met negblokken van arkose; het uiterst rechtse gewijzigd tot deur. Rondboogdeur van arkose voorzien van imposten. Rechthoekige vensters met boven- en onderdorpels van arduin (19de eeuw) in de achtergevel.
Langsschuur ten zuidoosten onder zadeldak (kunstleien) met wolfseinden, uit de 18de eeuw; inrijpoort met vernieuwde latei van baksteen en posten met negblokken van arkose; over de hele lengte van de langsgevel, een bijgebouw onder lessenaarsdak gestut door een reeks stijlen met schoorstukken en ankerbalken (met baksteen dichtgemetseld). Een bakstenen muur bakent de binnenplaats aan de noordzijde af. Alleenstaand bakhuis ten zuiden.