Driebeukige kruisbasiliek in neogotische stijl, gedateerd 1903 (koorkap). Laat-gotische westertoren in regelmatig zandsteenverband, boven het portaal gedateerd 1656. Het omringende kerkhof werd vervangen door een grasveld met geasfalteerde opritten.
De vierkante westtoren is geflankeerd door aanleunende zijkapellen onder hoge lessenaarsdaken; in kern zouden ze nog gotisch zijn met aanpassingen van circa midden 17de eeuw. Hoge vernieuwde sokkel en vijf doorlopende waterlijsten die de horizontale geledingen markeren en de versnijdingen van de hoeksteunberen aflijnen; hoge licht ingesnoerde naaldspits (leien) met neogotische dakkapellen, boven een kroonlijst op kwartronde kraagstenen (vernieuwde steunmuren). Korfboogportaal met geprofileerd beloop onder een hard uitgewerkte druiplijst (restauratie); halfronde gevelsteen met vermeld jaartal in een geprofileerde omlijsting met bekronend palmetmotief, het geheel afgetekend door de eerste, omgebogen waterlijst. Rondboogvormig westervenster, lichtgleuven op de derde bouwlaag en twee rondboogvormige galmgaten per wand van de klokkenverdieping; aflijnende waterlijsten.
Recente halfronde traptoren tegen de zuidwand (eerste kwart 20ste eeuw?).
Mobilair. Kopie van de in 1946 gestolen gotische Madonna die op het voetstuk 1525 gedateerd was.
Meubilair in overgangsstijl renaissance-barok 17de eeuw; biechtstoelen gedateerd 1659, zuidzijbeuk en twee verzorgde kopieën; houten hek met getorste spijlen.