Traditioneel hoekhuis met getrapte dakvensters, van drie bij zes traveeën, twee bouwlagen en een insteekverdieping onder een geknikt zadeldak (pannen), uit de tweede helft van de 16de eeuw (1582). Gerestaureerd onder leiding van Steenmeijer architecten in 2018. Het pand vormt een eenheid met de aanpalende panden Groenplaats 18 en Groenplaats 19. De zijgevel grenst aan de doorgang naar het zuidportaal van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevels, een constructie in bak- en zandsteenbouw met speklagen en kwartholle negblokken, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. De oorspronkelijke bol- en kruiskozijnen werden in de eerste helft van de 19de eeuw aangepast tot rechthoekige vensters, met individuele en doorgetrokken, hardstenen lekdrempels. Drie identieke getrapte dakvensters van twee treden met schouderstukken en overhoeks topstuk doorbreken de kwartholle daklijst in de tweede vierde en dwars op van de laatste twee traveeën; rechthoekig luikgat met een latei op kraagstenen en een druiplijst.
De Kerkfabriek van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal liet in 1870 door de architect Joseph Schadde een klassieke houten winkelpui met pilasters en entablement aanbrengen over de eerste zes traveeën. Deze werd omstreeks 1900 doorgetrokken over de laatste twee traveeën, en aangepast met een afgeschuind hoekportaal. In 1910 verhoogde de architect Jules Bilmeyer de vensters van de eerste verdieping.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1870#116 en 1910#709.