Het gotische koor van deze kerk, opgericht onder meer dank zij de financiële steun van de plaatselijke heren Marselaer, werd ingewijd in 1463. Aanpassing en vergroting van het schip in classicistische stijl in 1786, waardoor het uitzicht tot op heden werd bepaald.
Plattegrond: westtoren geflankeerd door kapellen ten noorden en ten zuiden, driebeukig schip van vijf traveeën en smaller koor van twee traveeën met driezijdige apsis, waartegen een rechthoekige sacristie werd aangebouwd.
Zandstenen koor (derde kwart 15de eeuw) en westtoren; bak- en hardsteen op een zandstenen sokkel voor de zijbeukgevels en de sacristie (vierde kwart 18de eeuw).
Westtoren op een doorlopende, afgeschuinde sokkel; diverse wijzigingen in het verband, onder meer ter hoogte van het steekboogvormig westvenster en voor de volledige verankerde hoogste bouwlaag, met rondboogvormige galmgaten, uurwerkplaten en galmborden; steigergaten onder de ingesnoerde naaldspits (leien); arduinen rondboogportaal met kwarthol beloop en sluitsteen onder een gebogen en gekorniste waterlijst met gestrekte uiteinden (vierde kwart 18de eeuw); rechts, een rechthoekig venstertje onder gebogen druiplijst.
Blinde westerngevel van baksteen op de reeds genoemde sokkel, voor de twee aanleunende zijkapellen onder leien lessenaarsdak. Breed steekboogvenster in een vlakke omlijsting met oren en druiplijst in hun noord- en zuidgevel (vierde kwart 18de eeuw).
De noord- en zuidzijbeukgevels rusten eveneens op een zandstenen plint en worden geritmeerd door rondboogvensters in vlakke hardstenen omlijstingen; ramen met ijzeren harnas. Kroonlijst met hiel-ojiefprofiel aangegeven door de schouderstukken van de oostpuntgevel afgewerkt met muurvlechtingen, vierde kwart 18de eeuw. Breed leien zadeldak.
Het gotisch koor (derde kwart 15de eeuw) vertoont nog gedichte spitsboogvensters onder meer in de zuidgevel (eerste westtravee), met afgeschuinde dagkant, afgelijnd door een waterlijst die wordt doorgetrokken ter hoogte van de steunbeerkop; de vensters van de tweede koortravee werden verbouwd tot rondboogvensters met vlakke hardstenen omlijstingen, imposten en lekdrempels gelijktijdig met de aanpassing van het koorinterieur (1782). Scherp leien zadeldak, afgewolfd met drie dakschilden aan de oostkant.
Lagere sacristie onder gebogen en afgesnuit leien zadeldak; bakstenen gevels met rechthoekige muuropeningen en vlakke omlijstingen van hardsteen (vierde kwart 18de eeuw).
Binnenin vertoont de opstand van de middenbeuk nog elementen van het laatgotische schip: spitsboogarcaden op zuilen met sokkel en ring en blijkbaar weggewerkt kapiteel onder de achtzijdige abacus met astragaal (16de eeuw?). Tongewelf geritmeerd door gordelbogen steunend op classicistische consoles die worden opgenomen in de gekorniste kroonlijst (1786).
De zijbeuken worden overkluisd door middel van pseudo-kruisribgewelven met brede gordelbogen rustend op classicistische consoles aan de middenbeukzijde en op gelijksoortige pilasters aan de noord- en zuidzijde (1786).
Tongewelf en halve koepel met gordelbogen en schijnribben in het aangepaste koor (1782).
Mobilair. Beelden uit de 18de eeuw, onder meer de patroonheilige (volkskunst); Barok, Louis XV- en Louis XVI-meubilair, onder meer een biechtstoel met barok reminiscenties, gedateerd 1742; monumentaal portiek-altaar met laat-barok inslag in de driezijdige apsis (1782), beeldnissen en centraal schilderij.