De Heidemolen in Malderen is een vroeg-18de-eeuwse korenmolen, van het type houten standaard- of staakmolen met open voet.
De Heidemolen vormde in de 14de eeuw samen met andere goederen een leen van de heren van Groenhoven. De molen was gelegen aan de heide van Malderen die reeds in 1232 in cijns werd gegeven door Hendrik, hertog van Brabant, en Arnold, heer van Grimbergen, aan de ingezetenen van Malderen. De windmolen werd verschillende malen verwoest en herbouwd. In 1717 wordt de windmolen beschreven in het 'Caertboeck van Malderen' door landmeter Jan van Acoleyen. Vanaf het begin van de 18de eeuw tot de eerste helft van de 20ste eeuw waren verschillende generaties van de familie Leemans molenaar van de Heidemolen.
De molen die in 1971 nog een nieuw houten wiekenkruis kreeg, diende in 1981 wegens gevaarlijk overhellen van de molenkast ondersteund te worden. Een hevige storm in 1990 blies de molen van zijn voetstuk. In 1994 werd de molen samen met het molenhuis onteigend door de gemeente Londerzeel en werd er beslist van de molen terug op te richten. In opdracht van de gemeente bouwde de firma Caers uit Retie in 1994-1995 de molen terug op in zijn oorspronkelijke vorm. Hierbij werden sommige delen van de oude molen gerecupereerd onder meer de staak, de steenbalk, een ijzerbalk, het luiwerk, de molenas, de aswielen en de staartbalk. Door de slechte toestand van het houten wiekenkruis, stond de molen sinds september 2006 stil. Het hekwerk en de windborden werden grotendeels verwijderd met het oog op (dringende) vervanging. In 2007, onder de druk van windstoten, knakte één van de einden van het houten wiekenkruis. Bijgevolg werd de rest van de wieken ook verwijderd. In 2009 haalde 't Gebinte Molenbouw uit Erpe-Mere de restanten van het gevlucht weg en plaatste in 2012 een nieuw houten wiekenkruis. Molenbouw de Jongh bv uit Veldhoven (Nl) startte in 2016 met een restauratie. De firma lichtte de molenkast van zijn standaard en plaatste hem op de grond. De door houtworm aangetaste standaard en steenbalk (beide uit de 18de eeuw) werden in de werkplaats in Veldhoven behandeld en hersteld, het slechte houtwerk van de open voet werd vervangen. In 2018 werd de restauratie afgerond.
De Heidemolen is een houten standaardmolen met open voet op stenen teerlingen, gelegen op een lage belt met een nieuw aangeplante haag. Naast de molen staat de vroegere molenaarswoning, nu ingericht als horecazaak. De molenkast heeft een licht overkragende, aan de windzijde afgewolfde zadeldakvormige kap op modillons, met op de nok een windvaan. De windzijde heeft een bedekking met eiken schaliën, de zijwanden en staartzijde hebben een smalle verticale beplanking. De staartzijde bevat de inkom met balkon, een korenluik en een luikap ter hoogte van de kapzolder. Het wiekenkruis is uitgerust met nieuwe houten pestelroeden. De staartconstructie bevat een staart met een trap met dubbele leuning die eindigt op het balkon. Het houten kruiwerk gebeurt door middel van een kruihaspel met ketting en kruipalen.
De molen is een tweezolder met bewaarde maalinrichting. Op tal van balken en molenonderdelen staan inscripties uit de tweede helft van de 18de en 19de eeuw: onder meer op de molenstaak het ingegrift jaartal "1779 INDOC" en op de gording "INDOCNS LEEMANS 1779" (molenaar Judocus Leemans), op de meelschuif onder meer de inscripties "HSV 1755", "IHDD 1755". De steenzolder herbergt twee koppels maalstenen.
De vroegere molenaarswoning, thans gerenoveerd tot een horecazaak, is een L-vormig later gecementeerd volume van één tot anderhalve bouwlaag onder verspringende zadeldaken (Vlaamse pannen). Het hoofdvolume telt drie traveeën, is verankerd en heeft getoogde muuropeningen en beluikte vensters. De kleinere muuropeningen ter hoogte van de zolderverdieping werden gedicht en nieuwe dakkapellen werden aangebracht. Achteraan is het gebouw uitgebreid met glazen uitbouwen.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. & De Sadeleer S. 2020: Heidemolen met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359670 (geraadpleegd op ).
Maakte in de 14de eeuw samen met andere goederen een leen uit dat door de heren van Groenhoven gehouden werd van het hertogdom Brabant. Gerestaureerde houten windmolen met goed bewaarde constructie doch herstelde wieken.
Op de molenstaak, ingegrift jaartal "1779 INDOC" en op de gording "INDOCNS LEEMANS 1779" (molenaar Judocus Leemans), in primitieve cijfer- en lettertekens die vaak verkeerdelijk worden gelezen; op de meelschuif, inscripties "HSV 1755", "IHDD 1755", enzovoort en nog talrijke jaartallen en initialen uit de tweede helft van de 18de eeuw en de 19de eeuw.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Heidemolen met molenaarswoning [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40101 (geraadpleegd op ).