De huidige laatgotische Sint-Eligius- of Sint-Elooikapel, een bedevaartkapel, werd opgetrokken in 1652 en is gelegen op een ruim rechthoekig met gras begroeid en grotendeels omhaagd perceel, dat aan de zijde van de Nieuwelaan wordt afgeboord door een laag wit- en bakstenen muurtje met hekwerk en aan de andere zijden door lindebomen. Ze vormt de kern van Hasselt, een van oorsprong oud een voorheen geïsoleerd gehucht, al vermeld in de 12de eeuw en gelegen ten noorden van de dorpskern van Meise. Vandaag sluit deze omgeving door woonuitbreidingen min of meer aan bij het centrum. Een beeld met de voorstelling van De gave van Sint-Elooi van de hand van kunstsmid Paul Gregoir (Meise) staat opgesteld ten noorden van het koor; het werd gerealiseerd in roestvrij staal en in 2002 ingewijd door kardinaal Daneels naar aanleiding van het 350-jarige bestaan van de kapel. De naam van de kunstenaar en het jaar van de realisatie 1999, zijn verwerkt in de siermotieven van de mantel van Sint-Elooi. Een modern Mariakapelletje staat in de zuidwestelijke hoek.
Omwille van de bijzondere ligging van de Asselenberg bij een kruispunt van verschillende diverticula is de oorsprong van de kapel volgens de literatuur vermoedelijk een heidense bidplaats die in de 7de-8ste eeuw gekerstend werd door zendelingen die er onderricht gaven en het doopsel toedienden. Het feit dat ze gelegen is op de grens met Meise, Oppem, Wolvertem en Sint-Brixius-Rode verleende haar ook het bijzondere statuut van grenskapel.
De naam "Capella de Hasselt" wordt voor eerst aangetroffen in 1222. Ondanks het feit dat de kapel over een kerkhof beschikte (fruyt op ’t kerckhoff) heeft ze nooit het statuut van parochiekerk gehad. Ze beschikte immers niet over een doopvont en een tiendgebied. Er kon trouwens nog niet uitgemaakt worden of het ging om een kerkhof in de echte zin van het woord of om een plaatsnaam in de betekenis van ‘hof rond de kapel’.
De in oorsprong romaanse kapel werd zwaar beschadigd tijdens de beeldenstorm (omstreeks 1566) en pas in 1590 hersteld. In die periode is er ook voor het eerst sprake van de verering van Sint-Eloy. Onder impuls van de toenmalige pastoor van Meise Bartholomeus Gyssens en met hulp van de abdij van Grimbergen werd de toen bouwvallige kapel in het midden van de 17de eeuw heropgebouwd met behoud van bepaalde delen en toegewijd aan Maria en Sint-Elooi. De gevelsteen: "F.B.G.R./ A°1652" verwijst naar pastoor Frater Bartholomeus Gyssens reaedificavit. Sint-Elooi is de patroonheilige van de smeden, beschermer van het vee en pestheilige. De keuze heeft vermoedelijk te maken met het uitbreken van de pest in 1646, verspreid door rondtrekkende soldaten. Zijn relikwieën werden in 1754 van de dorpskerk naar hier overgebracht. Doorheen de eeuwen werden meermaals herstellingswerken uitgevoerd. Kort na de Eerste Wereldoorlog werd de kapel gerestaureerd en opnieuw gewijd in 1921. Bij de restauratiewerken in het begin van de jaren 1960 werd de kalk van de muren verwijderd evenals de koorlambrisering, de zoldering en vloer werden vernieuwd; het barokke altaar werd verwijderd. De laatste renovatiewerken werden uitgevoerd naar een ontwerp van architect Katelyn Verhasselt van 2012.
Voor de aanleg van de Nieuwelaan, aangevat voor de Eerste Wereldoorlog en door oorlogsomstandigheden pas beëindigd in 1921, werd een deel van het voormalige kerkhof onteigend in 1909. De opbrengst werd gebruikt om herstellingswerken aan de kapel uit te voeren.
Georiënteerde, eenbeukige kapel op rechthoekige plattegrond van drie traveeën uitlopend op een driezijdig koor. Het geheel is opgetrokken uit bak- en kalkzandsteen en gevat onder een leien zadeldak dat aan de westzijde bekroond wordt door een klokkentoren onder spits tentdak met afgeschuinde hoeken en smeedijzeren kruis. Gelijkaardig smeedijzeren kruis op de oostelijke nokpunt. Ritmerende speklagen, hoekkettingen, omlijstingen en vrij hoge, afgeschuinde onderbouw van kalkzandsteen. De westelijke puntgevel met eenvoudige rondboogpoort in een geprofileerde hardstenen omlijsting met flankerende halfzuiltjes, is tot de schouderstukken en aanzet van de dakhelling volledig opgetrokken uit kalkzandsteen, de verankerde top is van baksteen en wordt horizontaal geritmeerd door speklagen. Het kalkzandstenen deel zou een overblijfsel zijn van de oude romaanse kapel. Bovenaan bevindt zich de hoger vermelde gevelsteen. De noord- en zuidgevel worden elk geopend door een eenvoudig gedrukt rondboogvenster in kalkzandstenen omlijsting met Y-vormige tussenstijl. Gedichte rondboogdeur in een kalkzandstenen omlijsting met verankerde sluitsteen in de noordgevel, een overblijfsel van de oude kapel.
Interieur
Binnenin vertoont de kapel een eenvoudige eenbeukige ruimte met gedecapeerde wanden op een kalkzandstenen onderbouw; het gedrukte bepleisterde tongewelf is voorzien van geprofileerde pseudo-ribben die neerkomen op kraagstenen waaronder trekijzers zijn bevestigd. De barokke stucversiering draagt het jaartal 1688 en vertoont vereenvoudigde arabesken, imitatiesluitstenen met een rozet en de Heilige Geest in de apsis.
Het huidige altaar werd vervaardigd uit neogotische altaarretabels, naar verluidt afkomstig uit de Sint-Martinuskerk, ter vervanging van het barokke altaar dat verdween bij de binnenrestauratie in 1959. Doksaal met balusterafsluiting. Recent geplaatste kruisweg van de hand van Martin Bollé (Schaarbeek). De glasramen in de apsis stellen Sint-Elooi en Sint-Antonius voor. Recente smeedijzeren sierstukken en de attributen als een blaasbalg en een aambeeld verwijzen naar de patroonheilige. Koperen reliëf met de voorstelling van Sint-Eligius, getekend en gedateerd 'Fe 1957'.
Auteurs: Van Damme, Marjolijn; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. & Kennes H. 2018: Sint-Eligiuskapel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/297974 (geraadpleegd op ).
Bedevaartkapel, nu ingeplant bezijden de vroegere Provinciale baan en beschaduwd door hoge loofbomen. Mogelijke verblijfplaats van de laatste twee norbertinessen van de abdij van Nieuwenrode (1260), die dan ook vaak als stichters worden beschouwd.
De bouwvallige kapel werd in de loop van de 17de eeuw heropgericht op initiatief van de toenmalige pastoor van Meise: gedenksteen A 165.(?) onder de beginletters F.B.G.P. (?) - laatste letter ook gelezen als "R" als afkorting voor "Frater Bartholomeus Gysens reaedificavit" (bak- en zandstenen top van de westpuntgevel).
Bedevaartsoord ter ere van de patroonheilige der smeden, ook aanroepen als beschermer van het vee, vroeger jaarlijks bezocht op 6 december door boeren met hun paarden; afgebeeld gebouw op de bedevaartvaantjes uit de 17de eeuw.
Restauratie kort na de Eerste Wereldoorlog en nieuwe inwijding in 1921.
Eenvoudige plattegrond: kleine éénbeukige ruimte van drie traveeën uitlopend op een driezijdige apsis.
Zandstenen sokkels met afschuining; opgaand metselwerk van hetzelfde materiaal voor de onderbouw van de westgevel, tot aan de schouderstukken; voorts baksteenbouw met speklagen en hoekstenen van zandsteen.
De westpuntgevel bevat een hardstenen rondboogportaal geflankeerd door kapiteelloos geworden halfzuiltjes die zoals het geprofileerd beloop aan de dagkant uitlopen op geringde, semi-hexagonale sokkeltjes.
In de noord- en zuidgevels, een korfboogvormig tweelichtvenster ook aangebracht in de twee zijmuren van de apsis. Gedicht rondboogdeurtje van zandsteen met verankerde sluitstenen in de eerste travee van de noordgevel. Afgewolfd leien zadeldak met kleine westelijke dakruiter.
Binnenin: ingedrukt gewelf op kraagstenen waaronder de trekijzers zijn bevestigd; barokke stucversiering (gedateerd 1688?) met pseudo-ribben, imitatie-sluitstenen met rozet en vereenvoudigde arabesken; engelenfiguren in de apsis.
Mobilair: beeldengroep Liefdadigheid van Sint-Martinus, volkskunst 17de-18de eeuw.
Barok meubilair: hoofdaltaar, doksaal (tweede helft 17de eeuw), bidbank.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Sint-Eligiuskapel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40171 (geraadpleegd op ).