Teksten van Parochiekerk Sint-Brixius

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40173

Parochiekerk Sint-Brixius ()

Georiënteerde, longitudinale kruiskerk gelegen op de hoek van de 's Herenweg en de Hoefkantweg. Door het contrasterende materiaalgebruik van witte kalkzandsteen en zwarte leien, het verspringende dakenspel en het omringende kerkhof, heeft de kerk een sterk beeldbepalend karakter in het centrum van het gehucht.

Historiek

De vermelding van Rode komt voor in een brief van 1110 toen de Berthouts, heren van Grimbergen het 'altare de Mensce' samen met haar afhankelijkheden Oppem en Rode overdroegen aan bisschop Odo van Kamerijk. Meise kwam toen onder het patronaat van de kerk van Grimbergen. Toen in 1127 de abdij van Grimbergen werd gesticht, ging dit gepaard met de overdracht van hoger vermelde goederen (1132). In 1838 werd Sint-Brixius-Rode uiteindelijk onafhankelijk van de parochie Meise en kreeg het een eigen pastorie.

Al in de 11de eeuw is er sprake van een kerk met houten toren. In de 13de eeuw werd gestart met een stenen kerk die vooral in de 15de en 17de eeuw werd gewijzigd en uitgebreid. Zo werd de kerk gevoelig vergroot in 1655 met steun van graaf Eugeen de Berghe, heer van Sint-Brixius-Rode, zie wapenschild in de westgevel. Toen de kerk op het einde van de 19de eeuw erg bouwvallig was geworden, waren dringende herstellingswerken noodzakelijk. In de periode 1907-1908 onderging de kerk een grondige transformatie in neogotische stijl, uitgevoerd volgens de plannen van architect F. Symons (1869-1942). Vooral de vensters en de bedaking werden grondig aangepast. Voorheen had de kerk immers steekboogvensters die werden gewijzigd in neogotische spitsboogvensters met maaswerk. Het koor dat voorheen korter was en voorzien van het jaartal 1749, werd verlengd met een sacristie.

Oorspronkelijk was het kerkhof ommuurd door een hoge muur onder ezelsrug, voorzien van een ijzeren hek tussen hoger opgetrokken pijlers (zie oude prentkaarten).

Beschrijving

De plattegrond vertoont een driebeukig schip van twee ongelijke traveeën met ingebouwde westtoren, een transept van één uitspringende travee met vlakke sluiting, aan de zuidzijde door jaarankers 1655 gedateerd en een rechthoekig koor, naderhand verlengd met één travee voor de sacristie met vlakke sluiting, door jaarankers "A 1908" gedateerd; aanleunende dwarse koorkapellen, waarvan de zuidelijke kapel een jaarsteen 1655 draagt boven het venster.

Het geheel is volledig opgetrokken uit kalkzandsteen op een afgeschuinde sokkel en afgedekt met leien daken voorzien van een smeedijzeren kruis op de nok van het schip en het koor. Het verschil in de gebruikte kalkzandsteen verwijst duidelijk naar de restauratie in het begin van de 20ste eeuw De vierkante westtoren, gestut door versneden hoeksteunberen en vermoedelijk opklimmend tot de 14de eeuw, telt twee geledingen op een afgeschuinde sokkel en wordt afgedekt door een ingesnoerde leien naaldspits met kruis en windhaan. Eenvoudig korfboogvormig westportaal onder waterlijst met gestrekte uiteinden en hogerop een spitsboogvenster met vernieuwde omlijsting en neogotische tracering. Rechts van het portaal witstenen gedenksteen die de bouwgeschiedenis resumeert: Kerk Gebouwd in den XIII eeuw/ Vergroot in den XV en XVII eeuwen/ Hersteld in 1907/ Heere Pastoor Daniel Meert/ Bouwkundige Ferdinand Symons te Brussel/ Aannemers/ Gebroeders Couckte te Denderleeuw. In de bovenste geleding die wordt afgelijnd door een rij steigergaten, is er aan drie zijden een spitsboogvormig galmgat. In de westgevel van de zuidelijke zijbeuk zit een ingemetselde wapensteen van het geslacht de Berghe.

De zijbeuken onder lessenaarsdak, in oorsprong teruggaand tot de 17de eeuw, worden verlicht door neogotische spitsboogvensters met maaswerk, ter vervanging van de 18de-eeuwse steekboogvensters; ze zijn gevat in haakse pseudokapellen als resultaat van de vroeg-20ste-eeuwse aanpassing; ook elders zijn de oorspronkelijke vensters vervangen door gelijkaardige spitsboogvensters. In de oostgevel van het schip dat gekenmerkt wordt door een steil zadeldak, zit een oculus met vierpasmotief en in de kopse gevel van de sacristie een rechthoekig venster opgebouwd als een vierlicht onder gestrekte druiplijst en overkoepelende ontlastingsboog; geometrisch glas in lood.

Aan de zuidzijde is de sacristie toegankelijk via een rondboogdeur onder een licht vooruitspringend portaal met puntgevel en zadeldakje.

Interieur

De vroeg-20ste-eeuwse restauratie heeft ook een stempel gedrukt op het interieur: het geheel werd ontpleisterd zodat de witsteen opnieuw zichtbaar werd. De middenbeuk, die in kern zou teruggaan op de 15de eeuw, vertoont eenvoudige spitsboogarcaden naar de laatgotische zijbeuken; de zuilen zijn voorzien van lijstkapitelen en een polygonale basis. Neogotisch houten spitstongewelf boven het schip, half spitstongewelf in de zijbeuken en neogotisch uitgewerkt tochtportaal en doksaal. Sacristie van 1908 met eenvoudige houten lambrisering en wandkasten.

Mobilair

Schilderijen: uit de 17de en 18de eeuw van de Vlaamse School: Aanbidding der wijzen, Kroning van Maria, Bekoring van Jezus, Aanbidding van de herders, Het Bloemenwonder bij het lege graf; sedert 1989 twee 16de-eeuwse schilderijen met het leven van Sint-Brixius.

Beeldhouwwerken: gotische Madonna (16de eeuw), Heilige Barbara (gepolychromeerd hout, tweede helft 16de eeuw), Sint-Anna-ten-Drieën (terracotta, 17de eeuw) en een gepolychromeerd houten beeld van Sint-Brixius van omstreeks 1900.

Meubilair: neogotische, natuurstenen altaren. Medaillons van de vier kerkvaders afkomstig van het koorgestoelte, 18de eeuw. Eikenhouten lambrisering met ingewerkte medaillons van de twaalf apostelen, 18de eeuw. Panelen van de barokke communiebank (eik, 18de eeuw) opgesteld in het koor. Barokke biechtstoelen, 17de en 18de eeuw. Hardstenen doopvont met op de sokkel het jaartal 1587. Neogotische gepolychromeerde kruisweg. Glasramen: in het koor en transept enkele figuratieve glasramen met heiligen door de gebroeders Coucke (Brugge), 1908; elders negen glasramen met als thema Verbondenheid en Dialoog van Joost Caen (Schoten), 2007, dit naar aanleiding van het Brixius 100 project (1907-2007).

Kerkhof

Het kerkhof bleef in gebruik tot de vroege jaren 1970; nadien vonden de begravingen plaats op de begraafplaats van Meise. Het is aan de straatzijden omgeven door een laag kalkzand- en bakstenen muurtje. In de oostelijke hoek bleef nog een restant bewaard van de oorspronkelijke hoge bakstenen muur onder ezelsrug en een hekpijler met hardstenen voet, muurband en deksteen.

Talrijk bewaarde graven in blauwe hardsteen opklimmend tot de tweede helft van de 19de eeuw. In de as van het koor bevindt zich het neogotisch getinte grafmonument voor de familie Stuckens waarvoor een aanvraag gebeurde in 1878. Het bestaat uit een kalkzandstenen muur onder een hardstenen ezelsrug voorzien van een kruisbeeld onder zadeldakje met decoratieve windborden en een hardstenen gedenkplaat met het wapenschild van de familie. De overigens overwegend 20ste-eeuwse grafstenen zijn uitgewerkt in blauwe hardsteen of composietsteen met een variatie aan typologieën.

Naar aanleiding van de viering Brixius 100 (1907-2007) werd in de zuidelijke hoek een 25-jarige linde geplant, als referentie aan de eeuwenoude lindeboom waaronder recht werd gesproken; deze boom stond op de hoek van de ‘s Herenweg en de Birrebeekstraat en verdween in 1946.

  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, Beschermingsdossier DB000175, Sint-Brixiuskerk, Onuitgegeven bouwhistorisch onderzoek Sint-Brixiuskerk, GROOTAERS J. 2007.
  • BETTESONE A. 2008: Geschiedenis over Rode-Eversem-Limbos en de parochie Sint-Brixius te Meise, Meise, 137-146.
  • HEYVAERT J. 2005: Meise. Van oorsprong tot 1940, Meise, 154-167.
  • JANSEN J. & GEUKENS B.: 1980: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant, kanton Wolvertem, 33-34.
  • Informatie plaatselijk infobord.

Auteurs:  Van Damme, Marjolijn; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van Damme M. & Kennes H. 2018: Parochiekerk Sint-Brixius [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187552 (geraadpleegd op ).


Parochiekerk Sint-Brixius ()

Kleine zandstenen kerk met boeiend dakenspel ingeplant middenin het ommuurde kerkhof.

Een gedenksteen (eerste kwart 19de eeuw) in de westgevel, resumeert als het ware de bouwgeschiedenis: "Kerk Gebouwd in den XIII eeuw/ Vergroot in den XV en XVII eeuwen/ Hersteld in 1907/ Heere Pastoor Daniel Meert/ Bouwkundige Fernand Symons te Brussel/ Aannemers/ Gebroeders Couckte te Denderleeuw". Voor deze restauratie zou het kortere koor het jaartal 1749 hebben gedragen.

Heden bestaat de plattegrond uit een ingebouwde westtoren, een driebeukig schip van twee traveeën, een noord- en zuidtranseptarm met aanleunende dwarse koorkapellen (tweede helft 17de eeuw) en een verlengd koor met vlakke sluiting gedateerd 1908.

Vierkante westtoren op afgeschuinde sokkel; west-, noord- en zuidmuren gestut door op elkaar gestelde steunberen met drie versnijdingen - de westelijke vier - ter hoogte van de derde gemarkeerd door een omlopende cordonlijst; een spitsboogvormig galmgat per gevel, steigergaten en ingesnoerde naaldspits (leien). Korfboogvormig westportaal met laatgotische inslag onder spitsboogvormig tweelichtvenster met vernieuwde omlijsting en tracering; ingemetselde wapensteen der de Berghe's heren van Grimbergen. Noord- en zuidgevels van zandsteen op een afgeschuinde plint; het lessenaarsdak boven de zijbeuken wordt er onderbroken door twee kleine kapelgevels boven de vernieuwde spitsboogvensters (rondboogvensters voor de restauratie van het eerste kwart van de 19de eeuw).

Steil zadeldak boven de middenbeuk; oculus in de uitstekende oostpuntgevel. Uitstekende transeptarmen met vernieuwde drielichtvensters onder het jaartal 1655 (muurankers).

Dwarse koorkapellen onder leien zadeldak, de zuidelijke bovenaan gedateerd 1655; vernieuwd tweelichtvenster. Eerste koortravee gemarkeerd door een kleine kapelgevel met geprofileerd spitsboogvenster.

Toegevoegde koortravee onder leien zadeldak; vlakke koorsluiting met vrij geïnterpreteerd dubbelkruiskozijn en bovenvenster onder het jaartal 1908 (ankers).

De restauratie heeft dus een zware stempel gedrukt op het gebouw, ook op het interieur.

De middenbeuk, die in kern zou teruggaan op de 13de eeuw, wordt geritmeerd door vrij zware, kapiteelloze zuilen met achtzijdige dekplaat en een voetstuk met ojieflijst; eenvoudige spitsboogarcaden naar de laatgotische zijbeuken. Houten zoldering.

Halfzuilen tegen de oostelijke transeptmuren. Houten spitstongewelf boven de transeptarmen en zelfde overkluizing boven het koor.

Mobilair. Interessant beeldhouwwerk: onder meer gotische Madonna (16de eeuw), Sint-Barbara (Mechels, 16de eeuw), Sint-Anna-ten-Drieën (terracotta, 17de eeuw); rijk aandoend interieur, onder meer door de schilderijen uit 17de- en 18de eeuw, de lambriseringen uit de 18de eeuw (overgebracht uit de kerk van Boom?); barokke biechtstoelen (17de eeuw) en preekstoel; in het koor, vier medaillons met kerkvaders (18de eeuw) ingewerkt in het gestoelte (Boomse afkomst?); baroktafeltje gedateerd 1666 F.(rans) A.(dams)


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Parochiekerk Sint-Brixius [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40173 (geraadpleegd op ).