erfgoedobject

Hof ten Rode of Hof te Steenbrugge

archeologisch / bouwkundig element
ID
40177
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40177

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof ten Rode of Hof te Steenbrugge
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hof ten Rode
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Dit historisch belangrijke hof, waarvan de oorsprong vermoedelijk teruggaat tot een 13de-eeuwse motte, is vandaag een imposante gesloten hoeve met grotendeels 19de-eeuws gebouwenbestand en een bewaarde omwalde motteheuvel ten zuidoosten.

Historiek

Het Hof ten Rode is een belangrijke historische site die zou opklimmen tot de 13de eeuw. Volgens diverse literatuurbronnen lag hier de 'Borcht' gebouwd door de heren van Grimbergen, vermoedelijk als een verdedigingspost op de rand van een landbouw- en bosgebied, naderhand gebruikt als jachtpaviljoen. Het toponiem Borcht veld, zie Poppkaart, zou hiernaar kunnen verwijzen.

Op de Villaretkaart, waar het hof is aangeduid als cense Ryplef, is de typische 8-vormige omgrachting -eigen aan een mottesite met een opperhof en een neerhof- nog duidelijk zichtbaar. Dit is ook het geval op de Ferrariskaart van 1770-1778, waar er sprake is van C(en)se de Rode. Hoewel het 'kasteel' (opperhof) volgens de literatuur pas rond 1800 zou verdwenen zijn, is er op deze kaarten geen bebouwing meer weergegeven. Het huidige hof te Rode, het vroegere neerhof, is wel ingetekend in het noordwestelijke deel binnen de omgrachting, de cirkelvormige motte in het zuidoostelijke deel is in vier gesneden wat mogelijk wijst op de aanleg van een lusttuin. Deze toestand met grosso modo gelijkaardige inplanting van de gebouwen bleef tot na het midden van de 19de eeuw bewaard, zoals blijkt uit de Poppkaart waar het hof wordt aangeduid als ’t hof ten rhode F(er)me. In 1855 was het toen nog volledig omwalde goed eigendom van de familie de Merode. Dat was ook nog het geval toen in 1881 op het kadaster een 'nouvelle construction' werd ingetekend in eigendom van Carolus Antonius de Merode - de Westerloo, rentenier. Het betreft hier het verder beschreven woonhuis met jaarankers 1880. In hoever toen ook de andere gebouwen werden aangepast kon aan de hand van de mutatieschetsen niet uitgemaakt worden.

Vandaag vormt het hof een ruime gesloten hoeve waarvan het gebouwenbestand volgens de literatuurbronnen tussen 1880 en 1890 werd herbouwd. De ruime omgrachting en motteheuvel van het oorspronkelijke opperhof, bleven tot op vandaag bewaard ten zuidoosten van de hoeve. Het kasteeltje dat hier gelegen was zou volgens de literatuur verdwenen zijn omstreeks 1800 ten gevolge van de Franse bezetting, hoewel op de Villaretkaart en de Ferrariskaart al geen bebouwing meer wordt aangeduid. Bovendien geeft de weergave bij Ferraris veeleer de indruk van een lusttuin.

Beschrijving

Voor een groot deel omhaagd domein toegankelijk via een gekasseide weg ten zuidwesten van de hoeve. Vernieuwde houten toegangspoort tussen kalkzandstenen posten. Voortgaande op oude foto’s was hier voorheen een rondboogpoort, rechts geflankeerd door een dito voetgangerspoortje.

De gesloten hoeve met gekasseid erf omvat een boerenhuis en aansluitend een naar achter verspringende stal van negen traveeën ten zuidoosten van het erf, ten zuidwesten een vrijstaande stal en ten noordwesten en noordoosten een L-vormig volume bestaande uit respectievelijk een langsschuur en stallen. Het betreft verankerde bakstenen gebouwen; op het gekasseide erf met treurwilg verwijst een met gras begroeid gedeelte naar de oorspronkelijke plaats van de mestvaalt, zie ook oude prentkaart. In de zuidelijke hoek, haaks op het boerenhuis en bezijden de toegangsweg werd in 1880 een tweede woonhuis opgetrokken. De hoeve is nog in uitbating.

Naar de straat toe georiënteerd boerenburgerhuis door jaarankers 1880 gedateerd en kadastraal geregistreerd in 1881. Onderkelderde en decoratief uitgewerkte baksteenbouw van drie traveeën en twee bouwlagen met dubbelhuisopstand onder een zwart pannen zadeldak, nok evenwijdig aan de straat, gemarkeerd door gevelhoge spaarvelden afgelijnd door bakstenen hoekkettingen en bovenaan een fries met dropmotief. Voorgevel op gecementeerde plint met verdiepte deurtravee onder getoogde boog. Getoogde muuropeningen waarbij de al dan niet gekoppelde vensters voorzien zijn van een dropmotief onder de hardstenen lekdrempels. Vernieuwd schrijnwerk met kleinhouten en een rechthoekige deur met getoogd bovenlicht. Bovenaan krijgt de lijstgevel een bijkomend horizontaal accent door de aflijnende overhoekse baksteenfries. Het uitzicht van de zijgevels sluit hierbij aan, zij het in vereenvoudigde vorm. Voortgaande op oude foto’s bevond zich aan de zuidwestzijde een overdekt terras.

Palend aan de achterzijde van het boerenburgerhuis een witgeschilderde bakstenen boerenwoning met sterk verhoogde begane grond bestaande uit zeven traveeën en anderhalve bouwlaag onder rood pannen zadeldak, de nok haaks op de straat. Verspringende travee-indeling met rechthoekige vensters voorzien van hardstenen dorpels en een rechthoekige deur met houten latei; de rechtse vensters zijn gewijzigd. Door een lagere aanbouw is de boerenwoning verbonden met het boerenburgerhuis. In het verlengde een langgerekt, witgeschilderd stalvolume van anderhalve bouwlaag onder een rood pannen zadeldak, opgetekend op het kadaster in 1931. Rechthoekige deuren met houten lateien en getoogde ontlastingsbogen.

De overige dienstgebouwen worden geritmeerd door getoogde vensters met bakstenen lekdrempels en rechthoekige deuren en poorten met houten lateien waarvan de meeste voorzien zijn van een steekboogvormig bovenlicht, alle voorzien van ijzeren ramen met metalen roedeverdeling. Rechthoekige zoldervensters met houten dorpels.

Aan de erfzijde van de tweebeukige langsschuur van acht traveeën verwijst de momenteel gedichte rechthoekige aanbouw vermoedelijk nog naar de oude rosmolen die hier eertijds in gebruik was, zoals blijkt uit een postkaart van 1907. Volgens A. Bettesone werd de eerste mechanische dorsmolen hier geïnstalleerd rond 1890; deze werd in werking gebracht door de rosmolen die in gebruik bleef tot na de Eerste Wereldoorlog.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Meise, afdeling I (Meise), 1881/8, 1931/13.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Kaart van Villaret, Institut National de l’Information Géographique et Forestière, Sint-Mande (France), CH 292, uitgegeven 1745, schaal 1:14.400.
  • BETTESONE A. 2008: Geschiedenis over Rode-Eversem-Limbos en de parochie Sint-Brixius te Meise, Meise, 86-92.
  • DE CUYPER J. 2004: Meise. Van onder de toren van Sint-Brixius-Rode, 14-15.
  • STALLAERT C. 2007: Historische nota’s over Sint-Brixius-Rode, Berla 89, 14-18.

Auteurs: Van Damme, Marjolijn; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof ten Rode of Hof te Steenbrugge [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40177 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.