Teksten van Pastorie van Onze-Lieve-Vrouw-Boodschapparochie

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/40215

Pastorie van Onze-Lieve-Vrouw-Boodschapparochie ()

Pastorie in classicerende barok, gebouwd in 1733 (zie gevelsteen), ten tijde van pastoor Joannes Baptist Provoost. Voor de bouw werd een oudere pastorie afgebroken. De pastorie is gelegen op enige afstand van de kerk. Recent werd aan de zuidzijde een nieuw ontmoetingscentrum gebouwd.

Historiek

De kerk van Meuzegem ontstond vermoedelijk als hofkerk op het einde van de 8ste of het begin van de 9de eeuw. In 1112 werd ze door Odo, bisschop van Kamerijk geschonken aan de abdij van Dielegem te Jette. Het gevolg van deze overdracht was dat de parochie vanaf dat moment bediend werd door de witheren (norbertijnen) van Dielegem. Dit verklaart ook waarom een kleine parochie als Meuzegem een relatief ruime en rijker uitgewerkte pastorie bezit.

In de loop van de 16de eeuw is de pastorie tweemaal afgebrand. De eerste maal zou de brand veroorzaakt zijn door werklieden. Het gebouw werd toen snel opnieuw opgetrokken en bemeubeld door pastoor van Coudenberghe. Dit gebeurde voor 1574 aangezien deze pastoor toen prelaat werd in de abdij van Dielegem. Ten gevolge van de Tachtigjarige Oorlog brandde de pastorie enige jaren later opnieuw af. De toenmalige pastoor Joannes Wassenhove was niet in staat de pastorie dadelijk weer op te bouwen en nam zijn intrek in de kerk. Het was zijn opvolger pastoor Joannes Boons, die verantwoordelijk was voor de heropbouw in 1609. In een 17de-eeuws jaarverslag van de parochie wordt de pastorie beschreven als oud maar in een goede staat; in hetzelfde verslag is er voor het eerst ook sprake van de tuin. In 1733, ten tijde van pastoor Joannes Provoost werd de pastorie afgebroken om plaats te maken voor de huidige, hoewel recent onderzoek wijst in de richting van een grondige verbouwing van de pastorie van 1609. Eigenaardig is wel dat er op het kadaster in het jaar 1866 sprake is van een vergroting en een 'reconstruction totale', waarbij twee vrijstaande volumes muteren naar één ruimer volume; als jaar van ingebruikneming wordt 1858 vermeld. Ook in de Atlas van de Buurtwegen worden twee vrijstaande volumes weergegeven. Desondanks is er geen enkele verwijzing te vinden naar een nieuwbouw, noch in historische bronnen, noch in het bouwtechnische onderzoek. Volgens G. Gantois zou het kunnen gaan om een foutieve inkleuring van wat gebouw was en wat tuin; een eenvoudige omkering toont aan dat het inderdaad zou gaan om hetzelfde gebouw. Vermoedelijk werd de pastorie halverwege de 19de eeuw wel verbouwd, waarbij mogelijk de indeling en de vensters werden aangepast. Een algemene restauratie werd uitgevoerd naar een ontwerp van 1999 van architect Erik Van Hoeck in samenwerking met E. Van Lembergen, vanaf 2006 overgenomen door Gisèle Gantois.

Beschrijving

De pastorie betreft een vrijstaande, witgekalkte constructie van vijf traveeën en één bouwlaag onder een vrij groot, leien zadeldak met een klokkenruiter. Als bouwmateriaal werd baksteen gebruikt afgewisseld met kalkzandsteen voor onder meer de afgeschuinde onderbouw, de geprofileerde kroonlijst, speklagen en bandvormige registers. De typische dubbelhuisopstand wordt vooraan geaccentueerd door een ruim driehoekig fronton met een mijterboogvenster tussen gevelstenen met vermelding 'ANNO' en '1733'. Het profiel van de aflijnende kroonlijst wordt herhaald in het fronton. Voor de verankering van de inwendige balkenstructuur werden smeedijzeren lelieankers aangewend. De voormalige kruiskozijnen met dubbele ontlastingsboogjes werden in de loop van de 19de eeuw aangepast tot beluikte, rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempels en lateien en voor die periode typisch schrijnwerk met grote roedeverdeling. Ook de oorspronkelijke inkom werd gewijzigd als rechthoekige deur in een vlakke omlijsting onder waterlijst; uitgewerkt bovenlicht met ijzeren roeden en bewaard cilinderglas.

In de achtergevel bleef het authentieke 18de-eeuwse rondboogdeurtje bewaard. Het is gevat in een omlijsting met uitspringende imposten, sluitsteen en ingegrifte zwikken; het wordt bekroond door een rechthoekig bovenlicht met ijzeren roeden. Ook hier werden de voormalige kruiskozijnen vervangen naar analogie met de voorgevel.

Zijtuitgevels met aandaken, geopend door oorspronkelijk beluikte steekboogvensters in een natuurstenen omlijsting met kwarthol beloop; dito zolderluiken. In de zuidelijke zijgevel bijkomende deur met bovenlicht in de vorm van een bolkozijn.

Interieur met traditionele dubbelhuisindeling, bestaande uit een centrale gang met aan weerszijden symmetrisch geschikte vertrekken. Bewaarde 18de-eeuwse elementen als paneeldeuren, stucplafonds, schouwen, wandschildering in de vorm van een lambrisering, gewelfde kelder, eikenhouten gebint met telmerken.

De voortuin van de pastorie omvat meerdere alleenstaande bomen waaronder enkele taxussen.

  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten, Meise, afdeling II (Wolvertem), 1866/94.
  • Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant, beschermingsdossier DB000745, pastorie Meuzegem; Restauratiedossier, Historisch onderzoek, architecten E. Van Lembergen en E. Van Hoeck (s.d.), archiefnummer 4855; Bouwhistorische nota met het oog op herbestemming, 2010, architect G. Gantois, doos 43.38.
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • GROOTAERS J. 2006: Bouwhistorische verkenning van de pastorie van Meuzegem, Berla 85, 5-11.
  • LEFEVRE J., VERHASSELT L. & T’KINT J. 1978: Geschiedenis van Wolvertem, Affligem.
  • SAERENS P.L. 1983: De pastoors van Meuzegem, Berla 1, 8-9.

Auteurs:  Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie van Onze-Lieve-Vrouw-Boodschapparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/187699 (geraadpleegd op ).


Pastorie ()

Pastorie gedateerd in gevelstenen Anno/ 1733; een duidelijk voorbeeld van de interpenetratie van classicistische en traditionele elementen. Eénlaags dubbelhuis van vijf traveeën, afgedekt met een zadeldak (kunstleien) voorzien van een klokkenruitertje en de voorgevel uitlopend op een driehoekig fronton met dakvenster. Bak- en zandsteenbouw met afgeschuinde plint, een brede geprofileerde kroonlijst die eveneens het fronton omlijst en verticale banden die de gevel afzetten en de vensters omlijsten met een typisch rasterwerk. Voormalige kruisvensters met sponning aan de posten, heden beluikt en met roedeverdeling.

Rechthoekige deur in een van druiplijst voorziene omlijsting met gesmeed ijzeren waaier. In de achtergevel, een rondboogdeurtje met uitspringende imposten en sluitsteen, ingeschreven in een omlijsting met ingegrifte zwikken en bekroond met een vierkant bovenlichtje; eveneens voormalige kruisvensters omlijst met rasterwerk. In de gecementeerde linkerzijgevel, drie steekboogvensters in de top en sporen van een kruisvenster gevat tussen cordons.


Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs:  De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie van Onze-Lieve-Vrouw-Boodschapparochie [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40215 (geraadpleegd op ).