Neoclassicistische burgerhuis met een traditionele kern die minstens opklimt tot de 17de eeuw, en in 1861 door eigenaar J.B. Hoeykens in neoclassicistische stijl werd aangepast. De werken betroffen het aanpassen van de vensters, het toevoegen van de plint, lekdrempels en onderdorpels, en het verhogen met een tweede verdieping. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Het pand werd in 1928 opgesplitst in twee woningen.
Rijhuis van zeven traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel voorzien van muurankers, mogelijk deels in bak- en zandsteenbouw, rust op een hardstenen plint. De opstand beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, gemarkeerd door een middenrisaliet in de vierde en vijfde travee. Registers van rechthoekige vensters met individuele lekdrempels, op de bovenverdiepingen voorzien van onderdorpels en gietijzeren parapetten. Rechthoekige deuren met kleine rechthoekige stoep, de oorspronkelijke in de vijfde travee, een aangepast venster in de eerste travee. Van het klassieke hoofdgestel rest de gekorniste houten kroonlijst op klossen, en voluutconsoles in het risaliet.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1861#539 en 1928#31676.