De Koutermolen, gebouwd circa 1876, is een bewaarde molenromp die teruggaat op een korenmolen, van het type bovenkruier, stenen bergmolen (beltmolen). De molen werd gebouwd ter vervanging van een standaardmolen die in 1876 omwaaide. Aan de straatzijde staat een molenaarswoning, mogelijk in kern teruggaand tot dezelfde bouwfase, maar uitgebreid tijdens het interbellum en aangepast tot zijn huidige vorm omstreeks 1953.
De oudste molen op de Kouter dateerde van 1406. In dat jaar liet Peter Pipenpoy, heer van Merchtem, een windmolen bouwen. De familie Pipenpoy bezat zo drie molens op het Merchtemse grondgebied, namelijk deze Koutermolen en twee watermolens (Langeveldmolen en Binnenmolen). Peter Pipenpoy verwierf omstreeks 1430 het banrecht over de drie molens van Merchtem en Peizegem, waardoor inwoners werden verplicht hier hun graan te laten malen. Na verwoesting omstreeks 1582 werd de houten windmolen heropgebouwd. De drie molens bleven tot in het eerste kwart van de 19de eeuw in het bezit van de heren van Merchtem. In 1876 waaide de windmolen echter omver. Molenaar Lodewijk Vande Velde-Steppé, de nieuwe eigenaar van de molenberg, liet volgens kadastergegevens in dat jaar een stenen windgraanmolen bouwen, evenals een molenaarswoning, schuin ingeplant ten opzichte van de straat. De molen draaide voor het eerst op 17 januari 1877. Hoewel er omstreeks 1909 een stoommachine werd geïnstalleerd, bleef de molen in eerste instantie malen op basis van windkracht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, meer bepaald begin september 1914, werd de molen door Belgische soldaten in brand gestoken. Een recent granieten gedenkteken, gelegen aan de overzijde van de straat, herinnert aan deze gevechten en herdenkt de dood van ruiter Jules Alfred Savoye (11/09/1987 – 01/09/1914). Het monument werd opgericht onder impuls van de Vereniging Oud Soldaten van Peizegem en de Patroullieurs en ingehuldigd op 1 september 2013, zie opschrift. Na de oorlog werd de molen niet meer hersteld en werd er met een motor gemalen. Het kadaster registreerde in 1931 een mutatie van zowel de molen als de woning, namelijk respectievelijk een omvorming van de molen tot een motorgraanmolen en een vergroting van het woonhuis, beide minstens twee jaar eerder al gerealiseerd. Vanaf 1936 maalde de toenmalige molenaar René De Block met een dieselmotor, die nadien werd aangevuld met een motor met twee cilinders. De molenaarswoning werd aangepast tot zijn huidige vorm omstreeks 1953. De activiteit van de molen viel stil tegen het vierde kwart van de 20ste eeuw, waarna het binnenwerk omstreeks 1980 werd verkocht aan een maalderij in Bambrugge. Enkele restanten van de moleninrichting zijn bewaard. In 2001 werd de molenromp hersteld aan het exterieur, met vernieuwing van het dak, evenals de steenzoldervloer.
Momenteel rest nog een achter het molenhuis gelegen conische witgekalkte bakstenen molenromp van een beltmolen op een met gras begroeide belt, afgezet met muurdammen met zandstenen hoekstenen. De romp onder vernieuwd plat dak heeft getoogde muuropeningen op één verticale lijn geplaatst.
De zoldervloeren zijn er nog, maar het draaiend werk (maalinrichting) is grotendeels verwijderd, met uitzondering van een koppel maalstenen. In de latere bakstenen uitbouw van de molen zou nog een vrij intacte dieselmotor van het Engels merk Blackstone bewaard zijn.
De molenaarswoning is een bakstenen breedhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder een vernieuwd zadeldak (kunstleien) met een zijdelingse uitbouw van één bouwlaag onder een afgewolfde bedaking (pannen). De voorgevel, een deel van de zijgevel en de uitbouw zijn bekleed met een parement van gele baksteen en hebben rechthoekige muuropeningen.
Auteurs: Verhelst, Julie; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verhelst J. & De Sadeleer S. 2020: Site Koutermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/360834 (geraadpleegd op ).
Windmolen van het bovenkruiertype waarvan enkel de romp bewaard bleef, gebouwd omstreeks 1876 ter vervanging van een houten standaardmolen. Aan de straatzijde staat een molenaarswoning, mogelijk in kern teruggaand tot dezelfde bouwfase, maar uitgebreid tijdens het interbellum en aangepast tot zijn huidige vorm omstreeks 1953.
De oudste molen op de Kouter dateerde van 1406. In dat jaar liet Peter Pipenpoy, heer van Merchtem, een windmolen bouwen. De familie Pipenpoy bezat zo drie molens op het Merchtemse grondgebied, namelijk deze Koutermolen en twee watermolens (Langeveldmolen en Binnenmolen). Peter Pipenpoy verwierf omstreeks 1430 het banrecht over de drie molens van Merchtem en Peizegem, waardoor inwoners werden verplicht hier hun graan te laten malen. Na verwoesting omstreeks 1582 werd de houten windmolen heropgebouwd. De drie molens bleven tot in het eerste kwart van de 19de eeuw in het bezit van de heren van Merchtem. In 1876 waaide de windmolen echter omver. Molenaar Lodewijk Vande Velde-Steppé, de nieuwe eigenaar van de molenberg, liet volgens kadastergegevens in dat jaar een stenen windgraanmolen bouwen, evenals een molenaarswoning, schuin ingeplant ten opzichte van de straat. De molen draaide voor het eerst op 17 januari 1877. Hoewel er omstreeks 1909 een stoommachine werd geïnstalleerd, bleef de molen in eerste instantie malen op basis van windkracht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, meer bepaald begin september 1914, werd de molen door Belgische soldaten in brand gestoken. Een recent granieten gedenkteken, gelegen aan de overzijde van de straat, herinnert aan deze gevechten en herdenkt de dood van ruiter Jules Alfred Savoye (11/09/1987 – 01/09/1914). Het monument werd opgericht onder impuls van de Vereniging Oud Soldaten van Peizegem en de Patroullieurs en ingehuldigd op 1 september 2013, zie opschrift. Na de oorlog werd de molen niet meer hersteld en werd er met een motor gemalen. Het kadaster registreerde in 1931 een mutatie van zowel de molen als de woning, namelijk respectievelijk een omvorming van de molen tot een motorgraanmolen en een vergroting van het woonhuis, beide minstens twee jaar eerder al gerealiseerd. Vanaf 1936 maalde de toenmalige molenaar René De Block met een dieselmotor, die nadien werd aangevuld met een motor met twee cilinders. De molenaarswoning werd aangepast tot zijn huidige vorm omstreeks 1953. De activiteit van de molen viel stil tegen het vierde kwart van de 20ste eeuw, waarna het binnenwerk omstreeks 1980 werd verkocht aan een maalderij in Bambrugge. Enkele restanten van de moleninrichting zijn bewaard. In 2001 werd de molenromp hersteld aan het exterieur, met vernieuwing van het dak, evenals de steenzoldervloer.
De witgekalkte bakstenen molenromp is ingeplant op een aarden motte met grasbegroeiing en muurdammen met zandstenen hoekstenen. Het volume wordt geopend door steekboogvormige muuropeningen en wordt afgedekt door een vernieuwd plat dak. De molenromp is voorzien van een latere aanbouw.
Inwendig zijn slechts enkele restanten van de moleninrichting bewaard, namelijk de steenzoldervloeren en een koppel maalstenen. In een bijgebouw is een dieselmotor van het merk Blackstone bewaard.
De molenaarswoning is een bakstenen volume van twee bouwlagen en dito traveeën onder een vernieuwd zadeldak.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verhelst J. 2017: Site Koutermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194482 (geraadpleegd op ).
Windmolen van het bovenkruiertype uit de 19de eeuw waarvan de witgekalkte bakstenen romp met steekboogvormige muuropeningen behouden bleef. Aarden motte met grasbegroeiing en muurdammen met zandstenen hoekstenen. Nieuwe garagepoort en recente aanbouw.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Site Koutermolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40289 (geraadpleegd op ).