De historische gesloten hoeve Potaardehof klimt in kern op tot de tweede helft van de achttiende eeuw. De hoeve bewaart haar beeldbepalende ligging binnen een open agrarisch landschap. Wel onderging de hoeve verbouwingen en werden de noord- en zuidvleugel met de voormalige inrijpoort ingekort aan de oostzijde en werd de oostvleugel gesloopt.
Op de Villaretkaart (1745-1748) wordt er een L-vormige bebouwing weergegeven op deze locatie. De Ferrariskaart (1771-1778) geeft de “Cse Pothaerde” weer als een hoeve met losse bestanddelen, waarbij de drie volumes U-vormig zijn ingeplant met een opening van het erf aan de zuidzijde. Dit vormt een voorloper van de hedendaagse inplanting. J. Willems dateert de hoeve omstreeks 1772, wat hiermee kan overeenstemmen. Bovendien is op de schuurpoort de inscriptie 1772 (of 1779) afleesbaar. De hoeve bewaart haar U-vormige inplanting ook in de 19de eeuw, zoals zichtbaar op het primitief kadasterplan van circa 1830 en op de midden-19de-eeuwse historische kaarten. Op deze kaarten wordt ze benoemd als ‘De Potaerde Ferme’. In 1865 registreerde het kadaster een vergroting van de hoeve met een zuidelijke vleugel, waardoor de gesloten vorm ontstond. Deze uitbreiding vond minstens drie jaar eerder plaats.
In 1943 registreerde het kadaster onder landbouwer Lodewijk Vanden Haute – Van Hende opnieuw een “agrandissement”, die minstens drie jaar eerder plaatsvond. De plattegrond van de bebouwing werd verfijnd, waarbij onder meer een aanpassing in de noordoostelijke hoek, een overdekt volume tegen de zuidzijde en de overdekte poortdoorgang in de zuidvleugel werden ingetekend. De hoeve behield dit gesloten karakter tot op het einde van de 20ste eeuw. De oostvleugel werd daarna vervangen door een recentere stal, de oostelijke zijde van de noord- en zuidvleugel - inclusief de overdekte inrijpoort - verdween, en ten westen en zuidwesten van het complex kwamen nieuwe hoevegebouwen tot stand. Ook een 19de-eeuws bakhuis verdween.
De voorheen gesloten hoeve bewaart momenteel nog een U-vormig ingeplante oudere bebouwing. Ten noorden bevindt zich de boerenwoning met een vernieuwd en ingekort dienstgebouw in haar verlengde ten oosten. Ten westen wordt het nagenoeg vierkante erf afgesloten door een ouder woongedeelte, dat aansluit bij de boerenwoning, en links geflankeerd wordt door de historische schuur. Zowel de noord- als westvleugel vertonen sporen die opklimmen tot de 18de eeuw. De zuidzijde bewaart nog een restant van een langgestrekte dienstvleugel uit het derde kwart van de 19de eeuw, die opengewerkt is aan de erfzijde en dienst doet als wagenhuis. Aan de oostzijde van het erf werd een nieuwe open koeienstal gebouwd, die het oorspronkelijke karakter wijzigde.
De verankerde bakstenen hoevegebouwen zijn wit gekalkt op een gepikte plint. De eenlaagse volumes zijn gevat onder pannen zadeldaken, waarbij het dakbedekking van de noordvleugel werd vernieuwd.
De boerenwoning omvat vijf traveeën en werd voorheen aan de oostzijde geflankeerd door een stal. Deze werd gesupprimeerd en vervangen door een klein dienstgebouw. De geprofileerde houten modillons die de dakrand ondersteunen, verwijzen naar de oude kern. De rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempels en lateien, waren oorspronkelijk beluikt; hun 19de-eeuws schrijnwerk werd vernieuwd. In de linkertravee bevindt zich een houten steekboogdeurtje onder een hardstenen latei. Boven de deur zijn sporen van kalkzandsteen bewaard. Het aandak van de westelijke zijpuntgevel verdween bij de vernieuwing van het dak, maar sporen van muurvlechtingen zijn wel nog zichtbaar.
Inwendig bewaart de woning tongewelfde kelders en werd het dak vernieuwd met behoud van het oude houten dakspant.
Aan de westzijde staat de boerenwoning in verbinding met een haakse vleugel met oude kern die gedeeltelijk doorloopt in het ruimere, hoger opgetrokken volume van de aanpalende schuur. De 18de-eeuwse kern is zichtbaar in de aandaken en muurvlechtingen in de zijpuntgevels van zowel het woongedeelte als de schuur. De noordelijke zijgevel van de vleugel bevond zich op het moment van herinventarisatie (2015) in een mindere bouwfysische toestand en de achtergevel van het volume wordt gestut. Aan de erfzijde zijn twee rechthoekige vensters met zandstenen posten met negblokken, sporen van kalkzandstenen speklagen en steigergaten bewaard, die eveneens verwijzen naar de 18de-eeuwse kern. Ook in de achtergevel zijn gelijkaardige natuurstenen elementen bewaard, waaronder een rechthoekig venster met kalkzandstenen posten, geflankeerd door een houten latei van een dichtgemaakte muuropening. De vensters in de voor- en achtergevel van dit volume bewaren houten T-ramen.
De schuur is opgevat als een dwarsschuur van vijf traveeën met enkel aan de erfzijde de bewaarde schuurpoort; aan de achterzijde werd de opening dichtgemaakt. De rechthoekige schuurpoort, onder een houten latei en met bewaarde kalkzandstenen poortstijlen, refereert eveneens naar de 18de eeuw. Op de poort zijn verschillende initialen en het jaartal 1772 (of 1779) vermeld. Ook het houten dakspant bewaart telmerken. De zuidelijke zijpuntgevel is geopend met verluchtingsgaten.
Van de zuidelijke vleugel resteren heden enkel de vier traveeën ten westen van de vroegere inrijpoort. Volgens gegevens ten tijde van de inventarisatie in 1975 bewaarde die poort ook resten van kalkzandstenen posten met negblokken. Het volume is opengewerkt aan de erfzijde als wagenhuis; het dak wordt ondersteund door bewaarde houten stijlen.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verhelst J. 2019: Gesloten hoeve Potaardehof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/312022 (geraadpleegd op ).
"Potaardehof", gesloten hoeve met nagenoeg vierkante binnenplaats, in kern opklimmend tot de 18de eeuw doch verbouwd. Rechthoekige inrijpoort met resten van zandstenen posten met negblokken, opgenomen in een lage vleugel afgedekt met een pannen zadeldak dat, aan de open erfzijde gestut wordt door een rij houten stijlen.
Ertegenover, eenlaagse bakstenen vleugel met boerenhuis en dienstgebouw in het verlengde, onder zadeldak (kunstleien en pannen), in kern opklimmend tot de 18de eeuw, aangeduid onder meer door de geprofileerde houten modillons en de licht steekboogvormige vensters uit de 19de eeuw.
De haakse vleugel links, bewaart twee rechthoekige vensters met zandstenen posten, sporen van een speklaag van zandsteen en resterende poortstijlen van zandsteen (dwarsschuur), wijzend op een kern uit de 18de eeuw. Sommige der zijpuntgevels met vlechtingen. Haakse vleugel rechts, recent. Alleenstaand bakhuisje uit de 19de eeuw.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: De Maegd C. & Van Aerschot S. 1975: Gesloten hoeve Potaardehof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/40318 (geraadpleegd op ).