erfgoedobject

Stadhuis van Antwerpen

bouwkundig element
ID
4032
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4032

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als unesco werelderfgoed kernzone Stadhuis Antwerpen
    Deze aanduiding is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Stadhuis Antwerpen
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadhuis van Antwerpen
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek

Stadhuis, gebouwd ter vervanging van het oude schepenhuis uit het eerste kwart van de 15de eeuw. Eerste maal sprake van een nieuw stadhuis in 1541 volgens plannen van Domien de Waghemakere. Werken stilgezet na de aanval van Maarten van Rossum (1542). Nieuwe bouwplannen in 1560. Plannen opgesteld door een commissie van Antwerpse en vreemde kunstenaars waaronder Cornelis de Vriendt II genaamd Floris, Loys du Foys, Nicolo Scarini en Willem Paludanus. Cornelis Floris de Vriendt had de leiding over de werken die duurden van 1561 tot 1564. Plechtige inhuldiging van het stadhuis in 1565; winkels en magazijnen op gelijkvloerse verdieping reeds in gebruik van 1562 af. Binnenplaats (nu trapzaal) werd gebruikt als opslagplaats van de stadsartillerie.

Brand van het stadhuis tijdens de Spaanse Furie (1576). Alleen de buitenmuren bleven overeind; wederopbouw van 1579 af. Binnenhuis ingericht tijdens de 17de en de 18de eeuw. Plundering van het stadhuis door Franse troepen, veel van het mobilair werd verbrand (vierde kwart van de 18de eeuw). Herstel in loop van de 19de eeuw, grondige wijzigingen binnen in het stadhuis onder meer verbouwing van de binnenplaats tot trapzaal en aanpassing van verscheidene zalen aan de moderne instellingen (hoofdverdieping).

Beschrijving

Gebouwd op een rechthoekig grondplan met een uitbouw aan voorgevelzijde in de stijl van de handelshallen zoals het Tapissierspand (1551-52) en het Hessenhuis (1563). Oorspronkelijk drie beuken, ieder al gedekt met een zadeldak, middenbeuk was geopend in een kleine binnenplaats. Het Antwerpse stadhuis bracht voor de eerste maal in de Nederlanden een synthese tussen de gotische bouwtraditie en de gevelordonnantie van de Italiaanse renaissance, met vernieuwende elementen zoals de horizontaliserende gevelopbouw met toepassing van de klassieke ordes, vrij vlakke gevelwand ten opzichte van het meer plastisch uitgewerkt en verticaliserend middenrisaliet en de picturale toepassing van de bouwmaterialen. Voorgevel, brede lijstgevel met parement van roze marmer, arduin en wit-gele zandsteen van acht traveeën aan weerszijden van het drie traveeën breed licht uitspringend middenrisaliet. Drie en een halve bouwlaag onder een hoog licht geknikt dak (leien) waarop een dubbele rij dakkapellen en versierde schoorstenen. Horizontalisme gebroken door een topgevel van drie bouwlagen boven het middenrisaliet.

Benedenverdieping in bossagewerk van roze marmer met per travee een rondboogvormige poort met een arduinen sluitsteen, in middenrisaliet diamantvormige arduinen sluitstenen. Zijvleugels met twee strenge pilasterorden op sokkels, Dorisch op tweede en Ionisch op derde bouwlaag. Vlakken tussen de platte pilasters worden ingenomen door kruiskozijnen, links en rechts van middenrisaliet kloosterkozijnen. Boven de vensters loopt telkens een fries, op de tweede bouwlaag versierd met trigliefen; arduinen kordonlijst tussen de bouwlagen. Overgang naar het dak door een open mezzanino op een kroonlijst met klossen (zie Italiaanse palazzi), balustrade op halve hoogte van de pilasters versierd met vergulde leeuwenkoppen; een kroonlijst op modillons schraagt het ingebogen dak. Koperen adelaars met opengespreide vleugels op hoeken van het dak.

Rijk uitgewerkt risaliet van drie traveeën uitstekend boven het dak met een driehoekig opgaande topgevel, deze uitbouw is als het ware combinatie van een renaissance-voorhal en een middeleeuwse hal- of raadhuistoren. Geprofileerde kroonlijsten tussen de bouwlagen steunend op driekwartzuilen met sokkel, opgebouwd naar klassieke ordonnantie. Rondboogvensters met een balustrade op de tweede en derde bouwlaag, tussen de vensters gekoppelde Dorische driekwartzuilen op de tweede en Ionische op de derde bouwlaag; middendeel van de penanten opgevuld met nissen onder medaillons: halfverheven beeldhouwwerk met allegorische figuren in de zwikken. Topbekroning begint ter hoogte van de open galerij van de zijvleugels, gevelritme en gevelgeleding van het risaliet worden vernauwend naar boven toe aangehouden. Eerste geleding van drie traveeën gemarkeerd door Korintische driekwartzuilen middenin het wapen van koning Filips II, uiterst links het wapen van het oude hertogdom Brabant en uiterst rechts het wapen van het markgraafschap Antwerpen; dit is het blazoen van de stad met erboven de keizerlijke adelaar. Tussen de drie vergulde wapens, rondboognissen met de beelden van de deugden van de stadsmagistraat: Iustitia en Prudentia (Rechtvaardigheid en Wijsheid). Tweede bouwlaag bestaande uit een centrale nis met Onze-Lieve-Vrouwebeeld van Filips de Vos (vierde kwart van de 16de eeuw), dit beeld kwam in 1587 in de plaats van het oorspronkelijke Brabobeeld. Tussen de twee composietzuilen aan beide zijden van de nis, blindnissen onder oculus. Op de hoeken van de vorige bouwlaag obelisken naast allegorische figuren. Derde bouwlaag van één travee onder een driehoekig fronton, portiektravee en balustrade, geflankeerd door pilasters met kariatidenkapiteel; jaartal 1564 in fronton. Hoeken boven tweede bouwlaag opgevuld met gevleugelde leeuwen. Voluten bovenop de driehoekige af dekking, op top een grote rijksadelaar op voetstuk en een achterwaarts lopende balustrade.

Achtergevel van drieëntwintig traveeën en zijgevels van negen traveeën volgen zelfde ordonnantie als zijvleugels van de voorgevel. Bossagewerk op eerste geleding van achtergevel, uitgevoerd in arduin in plaats van roze marmer.

Interieur

Binneninrichting van stadhuis uit de 19de eeuw. Verbouwingen onder leiding van architecten Bourla (eerste helft van de 19de eeuw), J. Schadde (derde kwart van de 19de eeuw) en P. Dens (derde en vierde kwart van de 19de eeuw). Erezaal of Leys- zaal ingehuldigd in 1870, met historische taferelen versierd door kunstschilder H. Leys. Kleine Leyszaal, vroegere trapzaal, met muurschilderingen overgebracht uit het huis van H. Leys (vierde kwart van de 19de eeuw). Trouwzaal met twee albasten kariatiden van Cornelis Floris, na brand van 1576 hersteld door Raphaeël Van den Broeck (1593). Bij schouw albasten fries uit 1618 van Jan van Mildert. Muurschilderingen door Gentse schilder Victor Lagye (tweede helft van de 19de eeuw). Raadszaal in Lodewijk XIV-stijl. Achter raadszaal, schouw toegeschreven aan Cornelis Floris de Vriendt. Sinds 1824 in het kabinet van de burgemeester, schouw uit het voormalig Hotel de Moelnere (eerste helft van de 16de eeuw); toegeschreven aan Petrus Coecke (eerste helft van de 16de eeuw) uit Aalst.

  • CORBET, A., Cornelis Floris en de bouw van het Stadhuis van Antwerpen, Antwerpen, 1937.
  • DUVERGER, J., Cornelis Floris II en het stadhuis te Antwerpen. In: Gentsche bijdragen tot de kunstgeschiedenis, dl. VII, 1941, p. 37-72.
  • LEURS, S., Het Antwerps Stadhuis, In Buiten, 21 juli 1923, p. 340-343.
  • PRIMS, F., Het Stadhuis van Antwerpen, Geschiedenis en beschrijving, Antwerpen, 1941.

Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Op het Schoon Verdiep zijn twee gedenkplaten aangebracht voor het tijdens de Eerste Wereldoorlog gesneuvelde stadspersoneel, naar ontwerp van Emiel Van Averbeke en uitgevoerd door Clément Jonckheer. Ze werden in 1924 geplaatst tegenover het Kabinet van de Burgemeester, afwijkend van het initiële ontwerp uitgevoerd in Tercésteen. In 1929 is sprake van een verplaatsing naar de meer publieke voorzaal aan noordzijde. Bovenaan is het gekleurde stadswapen weergegeven, waaronder in vergulde letters de namen van de gesneuvelden volgens hun respectievelijke stadsdienst. Het stadsmagazijn bewaart (thans nog?) het gipsmodel voor rozetten en stadswapen, en de mallen voor het gieten van de bronzen rozetten.
  • DE CLERCQ L., MACLOT P. & VAN GINNEKEN I. 2012: Onuitgegeven nota bouwhistorische studie Stadhuis Antwerpen, deel I: Het historische onderzoek via archivalia, iconografie en literatuur, Antwerpen, 448-449.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadhuis van Antwerpen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4032 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.