Ruime vierkantshoeve, voormalige abdijhoeve van het convent der monniken van Cantimpré. Gewitte bakstenen gebouwen uit begin 19de eeuw gegroepeerd rondom de geplaveide binnenplaats. Overluifelde inrijpoort onder houten latei.

Boerenhuis van anderhalve verdieping met acht traveeën onder een met klokkenruiter bekroond zadeldak (kunstleien). Verhoogde begane grond met rechthoekige arduinen venster- en deuromlijstingen en een rondboogvormige kelderdeur van arkose. Arduinen vensteromlijstingen in de achtergevel. Gelijksoortige muuropeningen in de stallen, op een rondboogopening na, waarachter een smalle overwelfde gang toegang verleent tot de varkenshokken.

Langsschuur afgewerkt met een fries van overhoekse en rechte muizentand; recente bijgebouwen aan beide zijden van de inrijpoort.

Op het erf liggen twee oude arduinen stenen met opschrift "Virtus omnia donat 1609 ... Cantimpré ..." tussen wapens van abt Nicolaas I en dit van Cantimpré.

Een omheiningsmuur van natuur- en baksteen met hoekstenen van arkose, verbindt de hoeve met de kerk. Binnen deze omheining liggen nog twee langsschuren; deze aan de straatzijde heeft binnenin een plint afgewerkt met een gotisch profiel.

Samen met de kerk vormt dit hoevecomplex een indrukwekkend geheel in het landschap.